4 Het oude Fijenoord aan de Piekstraat had in 1923 al een overdekte helling voor de bouw van marine schepen om vroegen haar oorlogsta- ken wel. Het land had geen offensieve plannen, maar had een kruiser nodig ter hand having van de neutraliteit, waarbij het feitelijk bezit van overzeese gebiedsdelen een voorname rol speelde. De ge wichtbepaling van een der gelijk schip is een ingewik kelde zaak. Factoren als ope ratiegebied, actieradius, en zovoort nemen daarbij een belangrijke plaats in en mon den bijvoorbeeld uit in de keuze van het al of niet mee voeren van vliegtuigen. In nauwe samenhang daarmee moet er een compromis zijn tussen gewicht, voortstu wingsvermogen en snelheid. Men hoort van de huidige oudere generatie bijvoor beeld: "Er stond tijdens de bouw aan de gangway een weger. Alle materialen die aan boord kwamen, werden gewogen. De naam Kusters zal velen en zeker oudgedien den nog wel wat zeggen". Maar van het feit, dat het schip licht moest blijven, ging voor ons bedrijf een be langrijke "influx" uit in die zin, dat er voor die dagen veel gelast moest worden. "De lassers waren toen nog echte meneren, een soort to venaars die melk kregen van wege de lasdampen". Men spreekt er nog met een beet je naijver over. Waar moge lijk vonden toepassingen van aluminium en legeringen er van plaats. Organisatie Er werd natuurlijk een hele organisatie in samenwerking met de Koninklijke Marine op poten gezet. Niet dat het be drijf vreemd stond tegenover Marinewerk. Daarvoor stond immers de inbreng van Fije noord borg. We hadden onder meer al de nodige onderzee boten gebouwd. Marinewerk lag het bedrijf wel. "Het was aantrekkelijk, gecompliceerd, maar je moest wel even be ter op je duimstok kijken". Die uitdrukking onderstreept het precieze ervan. "In het koopvaardijwerk ga je ook wel met overleg te werk, maar het gaat niet om de milli meter". In die dagen werd nog ge klonken. Op een werf heer ste een herrie, die nu onmid dellijk de mensen van de hin derwet op je af zou doen ko men. De klinkers, aanhou ders en nagelheters bij de vuurpotten hadden het zwaar. Er werd op tarief gewerkt. Op zo'n vuurpot kon weieens met een dreun een "flappie" uitelkaar knallen: het blauwe emaille flesje, waarmee de mensen naar hun werk kwa men. Want koffie en een paal brood van zo'n vijftien boter hammen in het zelfgemaakte stikke- of knijvezakje werd 's morgens vroeg van thuis meegenomen. En 't "flappie" met koffie werd wel op de vuurpotten gewarmd. "Als er geen jajem in zat. Dat ge beurde ook wel eens!" Belastingplaatje Het volk kwam in werkjasje en oude broek, soms al in een overall en "die" van Fijenoord in een blauw jasje en dito broek zoals nu een spijkerpak op de fiets naar het werk. Aan de fiets natuurlijk het belastingplaat je, een gaatje erin als je werkeloos was. Dat kon ie- ln de jaren twintig en dertig werd het reparatievak al decennia lang in Delfshaven bedreven

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1976 | | pagina 6