2
M.A.N.- en Doxford-motoren op de proefstand
een ondeugend jongetje op
die platen. De band werd
vanzelf aangesnoerd. „Mijn
vader vond, dat ik als kleine
jongen te weinig frisse lucht
kreeg. Daarom wandelde ik
elke ochtend door de lan
douwen met hem naar de
werf op Delfshaven. Ik her
inner me het open polder
land nog helder. Kostelijk.
Ook de klapbrug daar bij
Stokvis op Delfshaven. Van
af de werf werd ik dan met
de auto naar de lagere
school gebracht aan de
Van Oldenbarneveltstraat.
Die wandelingen waren
fantastisch. Alleen 's win
ters Hij kijkt nog be
nauwd. „Alsof je oren eraf
vroren". Maar kleinzerig was
hij niet. Geen papkindje ook.
„In de buurt van ons huis
was bouwrijp terrein. Daar
hebben we met talrijke
vriendjes vaak ijsje gepiept.
Eén keer ben ik er door ge
zakt. Ik ben net zo lang bui
ten blijven rondlopen, totdat
ik dacht, dat ik wel droog
was. Dan kon mijn moeder
niets merken, dacht ik in
mijn onschuld, ik had echter
even buiten de stank gere
kend. Zij had het natuurlijk
meteen door. En keek dan
maar uit, van een pak slaag
werd je alleen maar flink
werd er geredeneerd".
Haardvuur
Dat ijs was beduidend kou
der dan het knetterend
haardvuur op de werf op
Delfshaven in de directie
kamer. „Daar keek je met
ontzag naar binnen. De deu
ren stonden altijd open. Sur
veyors en kapiteins liepen
's morgens op een bepaalde
tijd zo maar naar binnen.
Dan wisten ze dat de hele
Wilton reparatiestaf aanwe
zig was. Zij konden dan hun
problemen kwijt. Een soort
„open deur politiek", die ik
nog steeds graag toepas.
Misschien een nostalgisch
trekje". Hij blikt wat wee
moedig, alsof hij in de vlam
men van die open haard
kijkt. „Ik zie oom Bart nog
steeds zitten. En later oom
Han met zijn hoed op. Een
soort statussymbool. Het vuur
knetterde leuk als iemand de
haard gebruikte voor het
overtollige tabakssap uit zijn
pruim. Er werd in die tijd
heel wat gepruimd". Hij
denkt nog aan De Boer. „Een
soort De Goede van nu. Hij
regelde de auto's. Met zo'n
auto ging ik naar school.
Maar terug en ook 's mid
dags ging ik met de tram,
lijn 8. Heerlijk. Rotterdam
was nog fijn dorps. Op de
tram kende je iedereen. Als
er een vreemde opstapte
dacht je: hé, wat doet die
hier. De kinderen hadden
een tramkaart met een
koordje om hun nek. Ik ook.
Toch was dat lastig. Haalde
je kattekwaad uit, dan wist
de conducteur zo je naam.
Bij ons thuis is er eens één
aan de deur geweest. Ik had
wat uit gehaald. De daaruit
voortvloeiende strafmaatre
gel van mijn vader was niet
mis. Een maand lang met lijn
10 in plaats van met lijn 8.
En lijn 10 had geen halte
dicht bij school. Dat bete
kende een langer eind lopen,
door de gribus nog wel. Ik
was blij, toen de straf voor
bij was".
Straf
Strafmaatregelen waren er
nog meer. De plaaggrage
Bart Wilton haalde deze zelf
op zijn hals. Aan tafel zijn
broer voor schut zetten door
over diens haarkleur zeer
fijnzinnig op te merken:
vuurtoren zonder licht.
„Tja zegt hij ietwat
schuldbewust, „dat was niet
aardig. Dat vonden mijn
ouders ook. Ik werd van tafel
gestuurd. De keuken in. Wij
hadden toen twee dienst
meisjes, wat een weelde hé?
Eén ervan maakte voor de
man, die langs kwam om
schoenen te poetsen en
messen te slijpen altijd een
paar boterhammen klaar. Nu,
ik at gewoon met die man
mee. Toen ik weer naar
school moest, kon mijn moe
der het niet over haar hart
verkrijgen mij met een lege
maag weg te sturen, maar ik
zei zeer flink: niets ervan, ik
eet alleen aan tafel met de
anderen mee en anders
niet Het leek flink, maar
ik had al die boterhammen
al in mijn maag zitten!"
Feilloos herinnert hij zich de
schooljuffrouw nog uit die
dagen. „Een gezellig, mol
lige dame. Ik mocht bij haar
thuis komen, toen haar doch
tertje jarig was. Nou, dat is
heel wat. Later kreeg ik als
„juf" zo'n spicht, je weet wel:
vel over been. Met haar kon
ik niet best overweg".
De lagere school was een
goede tijd voor hem. Maar
ook de middelbareschool-
periode. „Toen kreeg ik een
fiets om naar het Rotterdams
Lyceum te gaan, elke dag,
door weer en wind. De
school was in de Witte de
Withstraat, vlak tegenover
het toenmalige politiebureau.
Het was een oud herenhuis
met gebrek aan ruimte. Eén
leslokaal zat in een soort
schuurtje. Daartussen en het
gebouw was de fietsenstal
ling. Schei- en natuurkunde
kregen we op zolder. Maar
er mochten geen proeven
worden genomen als het
ouderdag was. We maakten
er weieens een janboel van.
Je weet wel: met H2S en zo.
Dat rook naar rotte eieren.
Maar het was een mieterse
school, een particuliere. In
het schoolbestuur zaten on
der andere mijn oom Han en
de heer Endert jr., directeur
van de RDM. Je ziet: de sa
menwerking zat er toen al
in. In de tweede of derde
klas kwam ook zijn zoon op
school, die was eerst ergens
anders op school geweest.
Ik kon het ook met hem goed
vinden. Hij woonde trouwens
net als ik aan de Heemraads
singel".
In die dagen leerde hij Ne
derland uitstekend kennen.
Op de fiets. „Mijn vader
vond, dat het bij mijn opvoe
ding hoorde. Eerst je eigen
land leren kennen. Dan pas
naar het buitenland. Menige
vakantie heb ik met hem op
de fiets een paar provincies
doorkruist. En overal van
daan stuurde ik een kaart
aan een bepaald meisje. Zo
zonder enige bedoeling. Het
was tussen m'n elfde en vijf
tiende jaar. Maar ik kende
haar. Ik vond het leuk om te
doen. Toen wij echter enige
jaren geleden van Schiedam
naar Driebergen verhuisden,
kwamen er oude kisten van
zolder en tot mijn verbazing
viste mijn vrouw die kaarten
te voorschijn. Ja, zij was dat
meisje. Dat wist ik wel. Maar
dat zij die kaarten van toen
nog had, dat wist ik niet.
Wel, ik leerde het hele land
kennen. Tijdens zo'n vakan
tie kwamen m'n vader en ik
- de rest van de familie zat
dan in Domburg - in Stavo
ren. We wilden daar een mu
seum bekijken met oude kle
derdrachten. Het bleek ge
sloten. Nooit ben ik er ge
weest, tot kort geleden. M'n
vrouw en ik hebben er toen
een bezoek aan gebracht".
Kanoën
Later deed hij de tochten
niet meer met zijn vader. De
heer Bart Wilton: „Je wordt
ouder en je trekt er met je
vrienden op uit. Ook op de
fiets. Met een vriend deed ik
de waddeneilanden. Ik weet
nog goed, toen wij terugkwa
men zakte ik in Hoek van
Holland door mijn voorvork,