2
Slepen
de maatschappij. En in 1915
werd deze sleepboot naar
Zweden verkocht. Ook haalt
hij aan de zeesleepboot de
„Thames", waarvan het cas
co werd gebouwd bij de werf
Rijkee en Co en dat verder
bij Wilton werd afgebouwd.
De sleepboot „De Schelde"
len, dat er van een vergissing
sprake moet zijn en dat dit
wel degelijk het pand aan de
Baan is? Later blijkt dat ech
ter niet het geval.
De naam B. B. Wilton zorgt
immers voor twijfels. De op
merking van de heer Dub-
beld, dat het pand niet aan
de Baan, maar bij Katen-
drecht lag, geeft zelfs aan
vankelijk te denken, dat hij
het Fijenoord- en het Wilton-
bedrijf verwart. Immers, Fije
noord lag ten Oosten van Ka-
tendrecht. Het Wilton-bedrijf
heeft nooit op Zuid gelegen.
Familie
Maar het haarscherpe geheu
gen van de heer Wilton's
nicht, de 86-jarige mevrouw
Riek Hudd brengt uitkomst.
Er zijn twee dwalingen te con
stateren. Het betrokken pand
ligt niet aan de Baan en kan
wel op Zuid liggen, maar
heeft niets van doen met het
Wilton-bedrijf als zodanig. De
Bart Wilton, grondlegger van
ons bedrijf had nog broers,
onder andere één die Tinus
heette, nakomelingen daar
van hebben een smederij op
Zuid opgericht. De B. van Wil
ton staat daar voor Bas. Trou
wens de hele familie Wilton
hield zich als het ware met
het smidsvak bezig, want er
is ook nog een Wiltonsmederij
aan de Jonker Fransstraat
geweest.
En ten bewijze daarvan een
citaat uit eerder genoemd ju
bileumboek: Er is een over
levering van een Wilton,
Bartel bij name, dus net ge
heten als de stichter van 't ju
bilerende grootbedrijf, die
aan het hof van Prins Willem
III, de latere Engelse Koning,
hoefsmid geweest zou zijn.
Hij was vermoedelijk een En
gelsman. In Engeland, trou
wens komt niet alleen de fa
milienaam Wilton nog zeer
veel voor met dezelfde voor
namen, die in de Nederlandse
tak gebruikelijk zijn geble
ven, maar ook de hoofdstad
van Wiltshire heet Wilton. En
zo bestaat er in Londen een
Wilton street, een Wilton
square, een Wilton hotel, ter
wijl er Engelse schepen zijn,
die Wilton heten.
Noot van de redactie: Mo
menteel vaart er een Britse
mijnenveger onder de naam
H.M.S. Wilton.
Zeeland
En het boek gaat verder: De
ze eerste in Nederland be
kende Bartel Wilton zou zich
dan later gevestigd hebben
in Zeeland, te St. Maartens
dijk, en wel om er, in zijn
vak, paarden te beslaan.
Het boek terzijde schuivend
kan de conclusie zijn: in die
oude tijden leerde men een
ambacht van vader op zoon
om de geheimen als in het
oude gildensysteem in de fa
milie te houden. Men leerde
het een buitenstaander niet
om geen concurrenten te
kweken. Daarom is het begrij
pelijk en tevens frappant, dat
de grondlegger van ons be
drijf als zoon van een niet-
smid toch het bloed voelde
kruipen, waar het niet gaan
kon. Immers, zonder stuiver
op zak vertrok hij met een
vriend om een wereldreis te
gaan maken. Hij bleef in En
geland steken, waar hij het
smidsvak leerde. Een avon
tuurlijke knaap dus, die
zoals blijkt werd terugge
roepen op aandrang van de
heren Ruys en Van Rijckevor-
sel. Hij startte dus wel dege
lijk aan de Baan.
Mevrouw Riek Hudd meent
op de foto zelfs te zien, dat
de man rechtboven een ty
pisch Wilton-type is. Dit moet
dus Bas zijn.
De heer Dubbeld blijkt bij
Smit's Internationale gewerkt
te hebben en schrijft in zijn
brief met plezier over de
sleepboot „De Schelde", die
rond de jaren 1905 bij Wilton
werd gebouwd voor genoem-
In het juli-nummer 1962 van
het WF-Nieuws lezen wij in
de rubriek de Oude Doos
daarover onder meer: De ge
bruikelijke proefvaart van de
„Thames" schoot erbij in,
omdat dit sterkere schip sa
men met „De Schelde" op
dracht kreeg twee baggermo
lens te slepen van Emden
naar Shanghai. Na terugkeer
moest zij onmiddellijk weer
een baggermolen van Rotter
dam naar dezelfde plaats van
bestemming brengen.
Deze staaltjes zeesleepvaart
zijn jarenlang niet overtrof
fen. De „Thames" is verdrie
tig aan haar eind gekomen:
in 1918 kapseisde en zonk zij
in de haven van Montevideo.
De brief van de heer Dubbeld
geeft nog meer informatie
materiaal. Hij vertelt erin na
melijk over een conflict tus
sen het Wilton-bedrijf en Smit
Internationale over sleep-
werk in de haven van Rotter
dam, waarbij Wilton werd ver
weten sleepwerk voor derden
te verrichten. Waarschijnlijk
is dit onder Henri Wilton ge
beurd. Ook vertelt hij over
een ontmoeting tussen zijn
grootvader en Bart Wilton op
de tuinderij waar later de
Maashaven werd gegraven.
Hier is sprake van een ver
warring. Als de ontmoeting
heeft plaatsgegrepen, dan
gaat het vermoedelijk weer
om eerdergenoemde Bas Wil
ton. Want Bart Wilton heeft
dus niet op Zuid zijn zaken
gedreven en kan alleen in
verband worden gebracht met
het graven van de Parkhaven.
Voordat deze werd gegraven
vestigde het Wilton-bedrijf
zich hier in 1876 om later uit
te groeien tot een volwaardi
ge werf op Delfshaven.
Misschien is het in dit bestek
wel aardig te releveren, hoe
de oprichter Bartel Wilton,
geadviseerd door de Engelse
familie Mills begon met het
repareren van schepen. De
heer Mills voer als hoofdma
chinist op de schepen van de
heer Ruys. Men ging toen