12
ten die hieraan verbonden
waren de opbouw in een bedrijf
ten goede komt.
Daar het geenszins mijn be
doeling is om door middel van
dit opstel propaganda te ma
ken om de opvolging in eigen
omgeving te zoeken, wil ik de
andere mogelijkheden welke
door mij zijn genoemd, niet van
de tafel vegen. Er zijn bedrijven
waarvoor het beter en soms
zelfs noodzakelijk is, om een
opvolger van buiten het bedrijf
aan te trekken. Sentimenten,
familie-relaties en elkaar de
hand boven het hoofd houden
zijn veelal de oorzaak van een
onevenwichtige en niet op de
ware toestand afgestemde be
zetting van het kader.
Een nieuwkomer heeft het
voordeel - aangezien hij met
niemand enige binding heeft -
dat hij vrijuit kan handelen en
een beleid kan uitstippelen dat
in overeenstemming met zijn
ideeën en werkwijze is en erop
is gericht om alleen kwaliteten
en prestaties te laten gelden,
waardoor de juiste man de
juiste plaats gaat innemen.
Dat dit, vooral in het begin, wel
eens moeilijkheden zal opleve
ren ligt voor de hand. Om deze
op te lossen moet hij verzekerd
zijn van het vertrouwen en de
steun van collega's en supe
rieuren.
Een ander punt waarmee in de
toekomst rekening gehouden
moet worden is de wens van de
vakbonden, om bij promoties,
aanstellingen en ontslag gein-
formeerd en gekend te wor
den.
Dit betekent dat er bij het aan
stellen van een opvolger ook
met de wensen en verlangens
van de arbeider rekening moet
worden gehouden. In goed
overleg kan dit positieve resul
taten opleveren voor de onder
linge verhoudingen.
Ook kan het voorkomen, dat
wij bij de keuze in de verleiding
komen om, aangezien er mo
menteel ook op hoger niveau
een overschot aan arbeids
krachten is, een kandidaat aan
te trekken, die wat kunde en
ontwikkeling betreft te ver bo
ven het niveau van zijn nieuwe
omgeving en medewerkers
uitsteekt. Het resultaat hier
van zou zijn, zoals in de volks
mond wordt aangeduid, dat we
een kind met een waterhoofd
krijgen met alle naweeën daar
van.
Ik hoop hiermede voldoende
te hebben aangetoond welke
de mogelijkheden zijn en waar
we rekening mee moeten hou
den wat betreft het zoeken en
vinden van een opvolger.
Tevens vind ik dit het geschik-
ste moment om aandacht te
gaan besteden aan punt 2. De
opleiding.
Aangezien we in een tijd leven
die wat techniek, mechanisa
tie en moderne arbeidsmetho-
den betreft steeds hogere ei
sen gaat stellen aan hen, die bij
het arbeidsproces betrokken
zijn, kunnen wij het ons niet
permitteren om hiervan afzij
dig te blijven. We moeten mee,
aangezien we anders gevaar
lopen om in de achterhoede te
geraken en de aansluiting bij
de top verliezen. Gelukkig kun
nen we constateren dat de
werkgevers en werknemers dit
ook begrepen hebben en er
een groeiende belangstelling
bestaat om door vorming en
opleiding zich van een goede
plaats in het economische be
stand te verzekeren.
Vooral de jongeren gaan zich
er steeds meer van bewust
worden dat, willen zij in de toe
komst aanspraak maken op
positieverbetering, het vooral
in deze tijd noodzakelijk is, om
door studie en ontwikkeling
zich van een betere uitgang
spositie te verzekeren. Diplo
ma's en opleiding gaan steeds
meer gewicht in de schaal wer
pen bij de bezetting van be
paalde functies. Wij dienen
hier dus rekening mee te hou
den als er in een vacature moet
worden voorzien.
Zoals ik memoreerde gaan ook
de werkgevers steeds meer
aandacht aan de opleiding be
steden. Voorheen waren het
hoofdzakelijk de leerscholen
en het part-time onderwijs die
een belangrijke plaats in het
onderwijs hadden, deze wer
den nog aangevuld met vor
mingskampen, stagelopen en
de uitwisseling van leerlingen,
in de loop der jaren is men zich
echter steeds meer gaan reali
seren gezocht moest worden
om zich verder te bekwamen.
Aansluitend hierop is men er in
veel bedrijven toe overgegaan
om een speciaal team voor
vorming en opleiding aan te
stellen. Hun taak is het samen
stellen en organiseren van cur
sussen, welke zijn afgestemd
op de productie en structuur
van het bedrijf. Ik denk hierbij
aan moderne talen, hydraulic,
meet- en regeltechniek, enz.
Ook omscholing, bijscholing
en revalidatie vragen de aan
dacht.
Wat het kader betreft strekt
deze taak zich uit in het hou
den van bijeenkomsten en stu
diedagen waar docenten en
specialisten de diverse aspec
ten van leidinggeven, arbeids
verhoudingen en bedrijfsvoe
ring nader uiteenzetten en toe
lichten en waarbij ook gelegen
heid is tot discussie.
We beschikken dus ovér diver
se mogelijkheden bij de oplei
ding van een opvolger. Bepa
len we ons nu tot deze oplei
ding dan moeten we ervan uit
gaan dat hiervoor een behoor
lijke aanloop-periodewordt uit
getrokken. Als men deze op 2
maanden vaststelt kan deze
tevens als proeftijd benut wor
den. In deze periode zal de
man een inzicht gegeven moe
ten worden van de verhoudin
gen en werkmethoden binnen
het bedrijf en van de knelpun
ten die in de toekomst om een
oplossing vragen.
Ook wat gezag betreft moet
duidelijk gesteld worden van
wie hij opdrachten moet aan
vaarden en aan welke perso
nen hij die kan opdragen, kor
tom welke positie hij in moet
nemen.
Ook verdient het aanbeveling
om enige tijd als assistent bij
een oudere collega de nodige
ervaring en routine op te doen,
alvorens zelfstandig te gaan
optreden. In ons geval is dit vol
gens mij de taak van de heer
Drievliet.
Als we de opleiding en begelei
ding op deze manier ter hand
nemen hebben we voor zover
ik kan beoordelen, ruim
schoots aan onze taak voldaan
en kunnen we overgaan tot
Punt 3. Introductie.
Evenals communicatie zijn
beide erop gericht om de weg
vrij te maken voor samenwer
king en is deze taak weggelegd
voor de chef of bedrijfsleider.
Over het algemeen brengt dit
geen problemen met zich mee,
aangezien de mens, uitzonde
ringen daar gelaten, altijd ge
zelschap én toenadering
zoekt. We maken dit mee tij
dens vakantie, bij onze werk
zaamheden en sportbeoefe
ning.
Alleen als het leidinggeven ter
sprake komt willen zich wel
eens moeilijkheden voordoen.
Er is altijd een zekere groep
die, steeds wanneer er een
promotie of benoeming op
handen is, in de mening ver
keert meer geschikt te zijn en
daarom meer recht kan doen
gelden dan degene die hier
voor gekozen is.
Dit manifesteert zich dan in te
leurstelling en ontevredenheid
over het beleid dat is gevoerd
en een onsymphatieke en on
verschillige houding tegeno
ver de persoon met wie hij
moet gaan samenwerken.
De oplossing hiervoor moeten
we zoeken door overleg, moti
vatie en vooral openhartigheid
bij het naar voren brengen van
de argumenten welke bij de
keuze een rol hebben ge
speeld.
Door rechtstreeks voor de
waarheid uit te komen en hen
duidelijk te maken dat zij niet of
slechts gedeeltelijk aan de ge
stelde voorwaarden voldoen
en hen ook op de fouten en te
kortkomingen te wijzen, welke
de oorzaak zijn, dat zij voor de
ze functie niet in aanmerking
komen, kan veel onbegrip en
gevoel van onderwaardering
uit de weg worden geholpen.
Tevens kan men van deze gele
genheid gebruik maken om
hen er op te wijzen, indien aan
leg en prestaties dit rechtvaar
digen, dat er ook voor hen pro
motiekansen zijn weggelegd
mits zij, door studie, discipline
en vorming, aantonen zich hie
rover te willen inzetten.
We moeten echter duidelijk la
ten blijken geheel achter de nu
gekozen oplossing te staan.
Als we op deze manier de intro
ductie benaderen ben ik ervan
overtuigd dat ook op dit punt
de moeilijkheden grotendeels
zijn opgelost.
Hiermede ben ik tevens aan
het einde van mijn opstel geko
men, waarin ik getracht heb
om een inzicht te geven welke
de mogelijkheden en redenen
zijn om de opvolging op deze
manier tot een "happy end" te
brengen en waarmee alle parti
jen tevreden zijn.