Gesprekken
met gepensioneerden
over 125 jaar Wilton (III)
1
l^^^sgggsagësesageeesgssssaaaaaaaaaaaaiiiaiiggaaaaaagaaaaaggigigaaaaaag^^
Dat er een uitwisseling van ar
beidspotentieel tussen de Alblas-
serwaard en Rotterdam in de pril
le beginfase van de Rotterdamse
scheepsbouw, maar ook later
voortdurend plaatsvond, beschre
ven wij al een aantal malen.
Men kon dit verschijnsel beschou
wen als de welbekende "trek naai
de stad". Tegenwoordig ziet men
de steden steeds meer
"leeglopen"; ook gepensioneer
den doen eraan mee.
Eén van hen is de gewezen chef
Personeelszaken, de heer M. Plat
je, die in 1905 in Kralingen werd
geboren. Veel later is hij verhuisd
naar Papendrecht. Tijdens zijn
actieve periode huurde hij al van
de Vereniging Onze Molen, een
rustiek, op steenworp afstand van
de Al bias bij Molenaarsgraaf in de
Alblasserwaard gelegen molen.
Het was daar, in dat wijdse,
prachtige landschap dat wij hem
opzochten om een praatje te ma
ken. In zijn watermolen, die hij
koestert als een kleinood, omge
ven door prachtig viswater en uit
gestrekte weiden, brengt hij meni
ge dag door.
In Alblasserdam werd in 1913 ge
boren de heer W. van Wijnen, die
echter na drie maanden naar
Delfshaven verhuisde. Niet ver
wonderlijk, dat hij bij Wilton te
recht kwam. Trouwens zijn vader
werkte ook bij Wilton. Dat is een
bekend gegeven: bij Wilton tref je
hele opeenvolgende generaties van
families aan. Dat doet bijna den
ken aan het oude gildensysteem:
een vak en vakbekwaamheid hou
den binnen de eigen beschutte
kring. Maar dat zal niet de oor
zaak ervan zijn: eerder de instel
ling van de mensen van toen,
voortvloeiend uit het feit, dat
door het vaak grote aanbod van
personeel men terecht van de ver
onderstelling uitging "als mijn
zoon bij Wilton kan komen, zit
hij goed". Maar natuurlijk sprak
de van vader op zoon overgaande
vakbekwaamheid meer dan een
duchtig woordje mee. Hoewel
Van Wijnen sous-ch^f van onze
afdeling Houtbewerking was en
zijn vader machinebankwerker!
Hij verhuisde later naar Slikker
veer, vanwaar uit hij nog menig
fietstochtje door de prachtige Al
blasserwaard onderneemt: het
bloed kruipt kennelijk waar het
niet gaan kan
M. Platje
W. van Wijnen