2
De heer M. Platje kwam in 1923
bij Wilton Delfshaven in dienst:
de oude fabriek. Een uitdruk
king die is ontstaan na de
oprichting van de werf in Schie
dam. "Maar eerst werkte ik na
mijn MULO-tijd bij het expeditie
bedrijf van J. T. Vervloet en Co.
aan de Boompjes no. 88 voor f
25,— per maand. Als ik zou be
vallen, kon ik later meer krijgen.
Woord werd er niet gehouden.
Ik solliciteerde bij Wilton. Ik kon
f 50,krijgen: het dubbele.
Mijn oude werkgever wilde eerst
nog moeilijk doen rond het
tijdstip van ontslag. Maar Harry
Wilton zei, dat ik kon blijven en
mij nergens zorgen over hoefde
te maken".
Harry Wilton met de sigaar of
pijp in de mond duikt altijd weer
op in de verhalen. Hij moet een
markante figuur zijn geweest,
die niet op zijn mond was geval
len. Gedurende de staking in
1925 stonden de mensen voor
de poort. Een politie-inspecteur
wilde, dat Harry binnen bleef.
Platje draagt nog steeds dit
plaatje in zijn geheugen gegrift
met zich mee. "Harry toch naar
buiten. Riep één van de stakers:
zeg dief, waar heb jij m'n centen
gelaten En Harry pareerde
duidelijk en langdurig op zijn
borstzak slaand: hier, in m'n
zak Het was een moedige
man, die geen stap opzij ging,
Blik in de "Timmerwinkel"
maar wel tussen zijn mensen in
bleef staan, ze aanvoelde, wist
wat er omging. En niet alleen
hij. Dat hadden de Wiltons van
de oude Bartel kennelijk met de
paplepel ingegoten gekregen.
Hollerith
Platje staat ook de herrie van
Delfshaven nog duidelijk voor
de geest. "Het kantoortje, waar
wij zaten stond vlak bij de
schoorsteen, waar zich even
eens de fabrieksfluit bevond: op
vaste tijden begon dat ding te
blazen. Nou, als je geconcen
treerd zat te werken, schrok je je
half dood. Bart II was toen al
weg, maar hij was nog wel com
missaris en kwam vaak op de
werf kijken. Harry kwam wel in
het kantoor: dan zei hij: jongen,
het gaat goed, doe maar flink je
best, maar je hebt wel een rot
naam
Hij werkte voor de chef
betaalmeester Alers. Maar ook
Maurer was een tijdlang zijn
chef. "Ik weet nog goed, dat ze
in die dagen op de Glasfabriek
in Leerdam de Hollerith hadden
ingevoerd. Dat wilde Wilton
ook. In Leerdam werd door ons
licht opgestoken. Later voerden
wij ook de moderne Allice Boek
houdmachine in. Je moet niet
vergeten, dat er op onze afde
ling heel wat omging. De afde
ling betaalmeesters moest alle
lonen klaarmaken. En dat zeker
niet één keer per maand of één
keer per week. De mensen werk
ten toen af- en aan. Een paar da
gen werk, dan weer ontslag en
meteen uitbetaling plus het feit,
dat bij aanname al direct een
voorschot werd gegeven. Ook
gebeurde het wel, dat iemand 's
morgens zijn geld kreeg na ont
slag de vorige dag en 's mid
dags als er weer een boot bin
nen was gekomen aan het werk
kon. Daarnaast moesten de be
lastingafdrachten, de spaar
fondsen en kolengelden worden
behandeld. De mensen konden
toen kolen kopen via het bedrijf-
Veel administratieve romp'
slomp. En altijd kwam het weet
voor elkaar. Handbetaling had
toch voordelen. Als je nu een
programma hebt voor de com
puter, dan kun je er in een inci
denteel geval zo maar niet
eventjes van afwijken".
Maar in de evolutionaire be-
drijfslijn bij Wilton zit toch dui
delijk tekening. Want in die da
gen was de Hollerith hypermo
dern, maar het bedrijf was rond
1966 zijn tijd in de scheeps
bouw zeker vooruit toen al de
eerste IBM computer werd aan
geschaft.
Motorbootje
De kennismaking tussen Harry
Wilton en de heer Van Wijnen
droeg een ander karakter. "In de
toenmalige timmerwinkel op
Schiedam stonden ook wel pri'
vébootjes. Ik was aan het werk
gezet aan één ervan. Nu had
Harry Wilton altijd speciale aan
dacht voor de Timmerwinkel-
Dit keer liep hij een andere rou
te en zag mij daar staan klus
sen. "Hé, joh, wat is dat!" Van
Wijnen naar waarheid: "Eed
motorbootje, meneer". Op nie(
mis te verstane, en niet voor
herhaling vatbare wijze liet Haf'
ry blijken, dat zijn ogen nog vad
een gedegen kwaliteit waren en
dat hij zulks ook al gedacht had
daarmee waar te nemen. "Maar
van wie is dat bootje dan wel?
De niet daaromtrent geinfof'
meerd zijnde Van Wijnen ver
schoof het probleem, zoals dat
in de hiërarchieke lijn betaamt
naar zijn baas en vermocht er
De molen van de heer Platje in de uitgestrekte Alblasserwaard