12 vitaal belang is, is het zeker voor een ieder de moeite waard zijn gedachten daar eens over te laten gaan. Persoonlijk ben ik van mening, dat het meedoen aan de opstelwedstrijd daartoe een goede aanleiding is. En wie weet wat voor positieve bijdragen daaruit naar voren ko men, wanneer een groot aantal collega's meedoen. De vraagstelling luidt: Welke factoren binnen het lei dinggeven kunnen de kwaliteit beinvloeden? Welke middelen staan u ten dienste om de kwaliteit in uw afdeling te handhaven of te ver beteren? Factoren die naar mijn mening de kwaliteit beinvloeden zijn: motivatie (individueel en als groep) vakmanschap (juiste vakman op de juiste plaats) groepsverband (juiste groep - juiste man en maat - onderlinge verhouding) communicatie (zowel horizontaal als verticaal) outillage (gereedschappen, machines en gebouwen) milieu (veiligheid - hygiëne) waardering (erkenning - beloning) beschikbare tijd (kwaliteit kost tijd) financiën (kwaliteit kost geld) De bovenstaande factoren zijn te onderscheiden in persoonlij ke en materiële zaken die ogen schijnlijk los van elkaar staan, maar die toch per situatie een aanpak eisen, waarin met beide aspecten rekening moet wor den gehouden. Want wat heb je bijvoorbeeld aan een zeer goede en moderne outillage, als niet de juiste vak lieden aanwezig zijn; of aan enorm goede vaklieden, als de juiste instelling ontbreekt? Alle genoemde factoren over ziend denk jk dan ook, dat daar binnen nog voldoende combina tiemogelijkheden zijn, die elk aan de gewenste kwaliteitsei sen geen goed zullen doen. Wanneer het vereiste kwaliteits niveau niet meer wordt bereikt, of wanneer men vanwege struc turele wijzigingen moet over schakelen op een product met een hoger kwaliteitsniveau, dan zal men bij die omschakeling heel doordacht en voorzichtig te werk moeten gaan. Zeker als daar, zoals bij ons bedrijf, een groot aantal afdelingen mee ge moeid is. Wil men daadwerkelijk iets aan het kwaliteitsniveau verande ren, dan is het volgens mij zaak dat alle betrokkenen in elk geval op een niet mis te verstane wij ze van het "hoe" en "waarom" op de hoogte worden gebracht. De practische factoren, die de ze kwaliteitseisen moeten waar borgen, zijn als zodanig al ge compliceerd genoeg, en dan kun je je niet veroorloven dat een aantal medewerkers er niet voor de volle honderd procent aan meewerkt door onwetend heid. Op het moment dat het klimaat op een dusdanig niveau ligt dat ieder bereid is mee te werken aan en te denken over het tot stand komen van die gewenste kwaliteitsverbetering, kan per afdeling worden bekeken wat er zoal gewijzigd of verbeterd moet worden in het totale pro- duktieproces. Hoewel ik erken dat dit al moei lijkheden genoeg met zich mee brengt, ligt voor mij toch de grootste problematiek bij het verkrijgen van de juiste motiva tie. Vandaar dat ik "motivatie" als eerste factor heb genoemd. Hoe te motiveren? Allerlei omstandigheden van zo wel maatschappelijke als mate riële aard maken het steeds moeilijker de mensen te motive ren. Dat geldt net zo goed voor mijzelf. Door scholing en voor lichting, onder meer via de dag bladpers, televisie, radio enzo voorts is de mens in zijn totali teit veel mondiger geworden. Dit houdt in, dat men niet langer alles wat de baas voorstelt of opdraagt zonder meer accep teert. Sterker nog: als het opge dragen werk je helemaal niet aanstaat kun je het weigeren en desnoods van de een of andere sociale uitkering gaan genieten tot je werk vindt dat je wél aan staat. Het feit dat mensen niet langer zonder meer alle opgedragen werkzaamheden uit willen voe ren, vind ik op zich geen slechte zaak. Immers, je kunt nu een maal veel beter iets doen waar je gevoelsmatig helemaal ach ter staat dan dat je iets alleen maar doet omdat een ander het wil. Sta je achter je werk dan komt dat zeker tot uitdrukking in het kwaliteitsniveau. Als de conclusie juist is dat door allerlei hedendaagse maatschappelijke ontwikkelin gen de zogenaamde vervlakking toeneemt, zal het duidelijk zijn dat het motiveren extra wordt bemoeilijkt wanneer er van de mensen ook nog een extra in spanning wordt gevraagd. Het leveren van kwalitatief hoog waardig werk vereist nu een maal meer inspanning en zorg vuldigheid. Men zal alles moeten doen om die motivatie op peil te houden of te verbeteren en het is nood zakelijk dat alle leidinggeven den daaraan hun bijdrage leve ren. Daarmee heeft de baas op de vloer, die het dichtst bij de mensen staat en meestal de verantwoordig draagt voor de eindfase van het produktiepro- ces, de meeste moeite. Immers, die baas kent de problemen van zijn mensen meestal het beste, maar hij mist dikwijls de moge lijkheid, de bevoegdheid of de fi nanciën om die problemen op te lossen. Dikwijls moet dan ook worden gewerkt onder om standigheden die qua motivatie niet ideaal genoemd kunnen worden en natuurlijk kan er dan het een en ander misgaan. Wanneer dan bijvoorbeeld blijkt, dat er te veel afkeur is of dat de kwaliteit niet voldoende is, zal men niet in eerste instan tie moeten denken of zeggen dat de mensen niet deugen, maar zich afvragen: waaróm doen die mensen het niet beter? Heeft iemand een onderdeel vervaardigd dat wordt afge keurd, dan mag het niet zo zijn dat de betreffende werknemer zich daar niets van aantrekt. Wanneer hij ter verantwoording wordt geroepen en hij toont zich volmaakt onverschillig, dan moet de oorzaak veel dieper lig gen dan deze zogenaamde blunder doet voorkomen. Ik ben er zeker van, dat wanneer de mensen werkelijk overtuigd zijn van de noodzaak om kwali- tatiever en produktiever te wer ken, zij daar best toe bereid zijn. Maar de leiding moet er dan wel voor zorgen, dat allerlei dubbel zinnigheden en tegenstrijdighe den worden weggenomen. Als blijkt dat bepaalde zaken, ondanks de zorgvuldigheid van de leiding, niet goed overkomen dan zal diezelfde leiding op eventuele vragen een correct, eerlijk en duidelijk antwoord moeten kunnen geven. Dan pas ontstaat er een wederzijds ver trouwen, dat borg moet en kan staan voor een doelmatig pro- duktieproces. Wil men steeds kwaliteit op hoog niveau leveren, dan zullen er overigens altijd knelpunten blijven bestaan. Er zullen voort durend redenen zijn om het toch weer anders aan te pak ken. hoe ver men ook gaat in or ganisatorisch en sociaal op zicht. Wat dat betreft heeft vol gens mij geen enkele methode van leidinggeven het "eeuwige leven". En dat is maar goed ook. Het zou maar een vervelende en saaie bedoening zijn wanneer er niet steeds reden toe is om iets tóch weer te veranderen of te verbeteren. iz

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1979 | | pagina 14