"Breed zicht op personele zaken
door internationale contacten"
H.J. Tamminga:
Gesprekken over internationale karakter
WF (VI)
Voor de vele goede wensen,
die ons voor het nieuwe jaar bereikten,
zeggen wij een ieder hartelijk dank.
De Directie
1
Wij zetten onze serie voort met dit
maal iemand, niet uit de productie
afdelingen afkomstig. Het gesprek
werd nu gevoerd met de chef Per
soneelszaken, de heer H.J. Tam
minga: een WF-er met al bijna 40
dienstjaren.
Een internationaal georiënteerd be
drijf blijkt ook sterke internationa
le raakvlakken te hebben op een
terrein als dat van personeelszaken.
Daarbij gaat het niet om het aspect
van aantrekken en begeleiden van
werknemers uit het buitenland.
Dat is een onderwerp, dat in deze
serie later aan de orde zal komen.
Het gaat nu om personeelswerving in Nederland en in het buiten
land door WF verricht ten dienste van de Curagaose Dok Maat
schappij. Maar evenzeer om ervaringen opgedaan in het begeleiden
van onze eigen mensen tijdens door ons te regelen projecten in het
buitenland. Daarvoor komt ook één en ander om de hoek kijken.
Je kunt eigenlijk stellen, dat iedere Wiltonner, die voor langere tijd
het buitenland intrekt, zich al vanaf het moment van het beetgrij-
pen van de knop aan de internationale deur en nog vóór het open
gaan daarvan het zorgzame oog van de personeelsbegeleiding op
zich gericht weet. De Personeelsdienst is een dienstverlenende afde
ling en de zorg straalt uit, vér over de landsgrenzen.
Daarover wilde de heer Tamminga na lang aandringen dan wel iets
op bescheiden schaal kwijt. Die schaal slaat toch door in het voor
deel van WF, vandaar
(Geijkte vraag:)
Hoe is het gekomen?
(Bladerend in het dossier): Kijk,
in 1968 wilde men ons perso
neel laten aantrekken voor de
CDM. Dat wilde de toenmalige
directeur Van Waasdijk graag.
Hij had contacten met onze
heer Van der Vorm, die
president-commissaris was.
Staf- en productiepersoneel,
dat niet op Curagao zelf te vin
den was werd ai voor die tijd in
Nederland en de rest van Euro-
Pa aangetrokken via Pletterij
Nederhorst in Delft, het latere
NCM. Maar de CDM ging zich
steeds meer specialiseren op
scheepsreparatie.
Men wilde in verband daarmee
de personeelsvoorziening voor
zover dit Europa betreft door
een scheepswerf laten verzor
gen. Welnu, wij hadden als WF
financiële banden met de CDM
en wij hadden ervaring op het
gebied van personeelswerving
voor een werf. Wat lag er dus
meer voor de hand?
Waren er toen makkelijk men
sen te krijgen?
Als opgemerkt: wij startten in
1968, met een advertentiecam
pagne. Als gevolg daarvan no
digden wij ruim honderd man
uit. Die hebben wij met leden
van de Personeelsdienst alle
maal geïnterviewd. Dat ging op
een zaterdag. Er was zelfs op
de werf een speciale bewegwij
zering aangebracht om de
mensen naar de kantine Kop
Haven te geleiden. Dat was een
heel karwei, maar met inzet van
de hele personeelsdienst kon
den wij het toch behappen. De
selectieprocedure vergde uiter
aard nogal wat tijd. Het ging
tenslotte om meer dan honderd
man: ijzerwerkers, bankwer
kers, draaiers, kotteraars,
noem maar op.
En het testen van het vakman
schap?
Dat is van het grootste belang.
Daarvoor getroostte het bazen-
korps zich grote inspanningen.
Vele bazen zetten zich in om de
vakkundigheid van betrokken
sollicitanten te toetsen. Een
dergelijke toets is wel nodig,
(grijnstNeem nu een man
die door een bedrijfsleider on
der handen werd genomen. "Ik
heb dat en dat jaar mijn
Bemetel-diploma behaald". Be
drijfsleider: "Zo, en vertel eens
iets over je examen-opgaven".
"Kan ik me niets meer van her
inneren "Geeft niet. Ik heb
ze hier in m'n la liggen, want in
uw jaar zat ik al in de examen
commissie
De man viel uiteindelijk door de
mand. Het is een treffend voor
beeld van de kunde van onze
staf. Zij staan allemaal hun
mannetje en weten een sollici
tant haarfijn te taxeren. En dat
is van grote betekenis.
Wat komt er nog meer om de
hoek kijken?
Genoeg. Denk maar eens aan
het opstellen van de arbeids
contracten, de medische- en
zonodig psychologische keu
ringen, het transport van het
huisraad naar den vreemde.
Kortom, de begeleiding in aller
lei soort zaken tot en met de
huisvesting toe. Ook de beta
lingen aan eventueel achterblij
vende gezinsleden.
Je hebt natuurlijk veel contact
met artsen, maar naast de keu
ringen zijn er ook de nodige
persoonlijke problemen. Ik her
inner me nog een geval van een
bankwerker uit Friesland. Een
zeer kundig vakman. Die kwam
na korte tijd weer terug uit
Curagao. Weet je waarom? De
man had rossig haar en kenne
lijk weinig pigment: was daar
door minder geschikt voor de
tropen. Hij kon geen zon ver
dragen. Dat betekent weer een
ervaring: een goede leer voor
de volgende keer
Er zullen wel meer ervaringen
zijn opgedaan?
Denk alleen maar aan de ar
beidsvoorwaarden. Je moest
een hele studie maken van de
arbeidsvoorwaarden daar. Die
zette je exact op stencil om als
informatie te kunnen dienen
voor de sollicitanten. Allerlei
relevante zaken dus, zoals in
komens, werktijden, reis
kosten, vakanties, pensioenen,
verzekeringen, geneeskundige
voorzieningen, huisvesting en
noem maar op. En niet alleen
het bestuderen en het op pa
pier zetten was het werk; later
moest je die dingen in de prak
tijk samen met de CDM gaan
concretiseren. Daartoe had ik
nauw contact met mijn tegen
pool daar. Die is nog hier ge
weest en ik ben drie weken
daar op het prachtige eiland
geweest. Daardoor hadden wij
de mogelijkheid over en weer
de situatie in ogenschouw te
nemen. Zo konden wij op één
lijn met elkaar praten. Wij had
den prettige contacten, niets
dan lof.
Er trok een grote rij mensen
aan de personeelsdienst voor
bij?
Ongelooflijk. Het aardige was,
dat er vaak mensen even bij
ons op WF aanwipten als zij
met verlof over waren. Gewoon
even een praatje maken en er
varingen uitwisselen. Dat is
nuttig, maar wijst tevens op
een brok waardering, heel fijn.
Later zijn wij met een bureau
gaan samenwerken, dat vooral
de externe werving deed. De in
terne zaken bleven wij zelf
doen. Een belangrijk onderdeel
werd bijvoorbeeld het stage lo
pen van het toekomstige CDM-
personeel bij WF. De samen
werking met het betrokken bu-