11
Als jong maatje aangemonsterd op de "Grootekerk"
hout". Het gesprek wordt on
derbroken, want een lid van de
bemanning, waarvan het over
grote deel uit India afkomstig
is, heeft de aanwezigheid van
de WF-fotograaf opgemerkt. Er
moet een groepsfoto aan dek
gemaakt worden met de schei
dende kapitein. De heer Van In-
gen Schenau heeft het graag
voor zijn mannen over. "Fijne
kerels, en heel plezierig om
mee samen te werken". Het
duurt even voor iedereen aan
dek is, want alle beman
ningsleden gaan niet op de fo
to voordat zij hun beste pak
aan hebben. Het is duidelijk
dat zij bijzonder op hun gezag
voerder gesteld zijn.
Juiste toon
Vroeger heeft de heer Van In-
gen Schenau het op dat punt
wel eens moeilijker gehad. "Op
die oude T2 tankers zaten
soms niet zulke beste beman
ningen. Nou, dat viel niet altijd
even mee, want je was vaak
wel twaalf maanden weg, en je
kon in die tijd niet zo maar even
iemand op een vliegtuig naar
huis zetten. Het kwam er vaak
op aan om de juiste toon te vin
den om de problemen op te los
sen".
Hoe heeft hij alle veranderin
gen op nautisch gebied onder
gaan? "Ach, je groeit erin. De
techniek is een steeds grotere
rol gaan spelen. Je moest
constant de ontwikkelingen
blijven volgen. Zo heb ik voor
de VLCC's, waar ik de laatste
negen jaar op gevaren heb, in
Wageningen een simulator cur
sus gevolgd. Ook in de Verenig
de Staten ben ik op cursus ge
weest. In de loop der tijden is
het scheepvaartverkeer veel in
tensiever geworden en de wet
telijke voorschriften ten aan
zien van veiligheid en milieu
zijn bijzonder verscherpt. Een
en ander houdt natuurlijk wel
in dat er van de mensen veel
meer wordt gevraagd".
In zijn carrière zijn er ook wel
momenten geweest, dat er van
hem veel werd gevergd. "Ik ver
geet nooit dat geval met de
"Chevron Kentucky". We zou
den er eind 1971 mee gaan va
ren. Op het laatste moment
besloot men nog een inert-
gasinstallatie te plaatsen,
waarvoor een ploeg van negen
lassers en een enorme hoe
veelheid pijpmateriaal meegin
gen. Dat karwei zou tijdens de
eerste reis worden geklaard.
Bij Durban kregen we last met
de turbine, zodat we besloten
om zo'n 100 mijl naar buiten te
varen om de machine stil te
leggen en ook wat afsluiters
van de ketels te repareren. Na
dat we de rotor van de turbine
hadden gelicht, stak er 's
nachts een enorme storm op.