Niet weglopen voor verantwoording
Jaap Eijkenboom over 25 jaar Ondernemingsraad
Van de 25 jaar OR bij Wilton heeft Jaap Eijkenboom er ruim 24 meegemaakt. Als se
cretaris van dit instituut wil deze zestigplusser wel een interview toestaan. Graag zelfs,
want hij is gewend zijn mening niet onder stoelen of banken te steken.
Als hij het verleden doet herleven, stappen als het ware oude bekenden zo het bedrijf
weer binnen: ir. Bart Wilton, Willem Weber, Leen Brusselman, Bab Blommers en de
"filosoof van de OR" Henk de Lange.
De OR maakte een groeiproces door, maar vond al een stevige basis in de eraan vooraf
gaande Kern.
Spijt heeft Jaap Eijkenboom over het on wrikbare gegeven, dat de bereikte resultaten net
in een economische crisis vallen. Maar hij hoopt toch als OR in de toekomst onder bete
re omstandigheden er nog van mee te kunnen profiteren. Want gezien zijn leeftijd stelt
hij zich nog voor één periode verkiesbaar om daarna de fakkel aan de jongere garde te
overhandigen.
Er komen betere tijden. Hij is ervan overtuigd.
Waar stond de geboortewieg
van Jaap Eijkenboom?
Die stond aan de Spaanse
Bocht in Spangen. Ik ben nu al
lang Schiedammer, maar diep
in je blijf je je altijd Rotterdam
mer voelen: als je daar bent ge
boren, voel je je altijd aan Rot-
jeknor verknocht. Maar mijn va
der werkte wel in Schiedam;
ook hier bij Wilton. Vandaar
dat ik hier terecht kwam. Mijn
ouders dachten, dat de wereld
zou vergaan, als je buiten WF
zou proberen je boterham te
verdienen.
Op welke leeftijd was dat?
Ik was veertien. Na de Am
bachtsschool kwam ik hier op
de leerschool in de Kopersla
gerij. Het betekende voor mij
een nogal emotioneel begin
(grijnslacht). Ik werd liefst vijf
maal ontslagen
Was je zo'n dwarsligger?
(Aarzelend) nou, dwars. Ik had
zo mijn eigen ideeën. In de
schafttijd was ik aan de
Vijfsluizen gaan zwemmen. Dat
betekende mijn eerste ontslag.
Na opnieuw te zijn aangeno
men werd ik door het toenmali
ge hoofd van de Beveiliging
"Stille Nummer Negen" ge
snaaid bij het stiekem roken
van een peuk op het toilet.
Weer ontslag. Ook een keer
had iemand mijn nieuwe fiets
van zijn plek verwijderd, omdat
ik de stalling niet zou hebben
betaald. Dat was niet waar.
Dus kwam er bonje, eindigend
in ontslag.
Nu kende mijn vader de heer
Zinkweg en op diens voor
spraak mocht ik weer terugko
men. Ik kwam bij de lassers.
Ir. Bart Wilton en Willem Weber in de OR
Dat lag meer in de lijn. In de
avonduren volgde ik de lessen
aan de Vaktekenschool. Mijn
moeder zei altijd: "Een vak te
mogen leren is een lot uit de lo
terij, dan is je kostje gekocht".
Je moet weten, dat het in 1945
economisch gezien niet best
ging. WF deed toen allang veel
aan opleidingen: een goede
zaak. De vakman had in die da
gen maatschappelijk aanzien.
Daaraan mankeert het tegen
woordig eigenlijk.
Hoe kwam hij in het OR-werk
terecht?
In de lassersgroep kwamen
problemen. Het ging om twee
centen per uur. De tarieven wa
ren f 1,74 per uur, maar die
werden voor ons lassers f 1,72
per uur. Dat werd niet gepikt.
Niet zo zeer om die centen,
maar om het prestige. Wij wa
ren niet minder waard. Het
werd buigen of barsten. Vele
lassers gingen met ontslag.
Ook Ben Collé uit de OR beet
zijn tanden stuk en verdween,
evenals zijn opvolger Frans
Koppenhagen. Dat was in 1957,
halverwege de eerste zit
tingsperiode van de OR.
Wierp hij zich toen als verte
genwoordiger op?
(Zeer serieus) Helemaal niet
Mij werd door de lassersgroep
verzocht in de OR te gaan zit
ten. Waarom weet ik niet. Uit
dat verzoek sprak vertrouwen.
Ik zou de taak tijdelijk op mij
nemen. Dat is wat uitgelopen-
teen twinkeling achter de bril-
leglazen). Maar dat verzoek
werd vrijwel unaniem gedaan.