t
S-fregat is een perfect georganiseerd bedrijf op zee
i
1
Philips van Almonde op proefvaart:
1 ^ÊÊt
"Voor de aanvang van de proefvaart heeft de hele beman
ning al op het schip gewoond. Er bestond vóór het uitvaren
al enigszins een band tussen schip en bemanning. Een
dergelijke vertrouwdheid is uiteraard van grote waarde".
De commandant van het door WF gebouwde S-fregat "Phi
lips van Almonde", KLTZ C.J. van der Werf, heeft een rusti
ge, beschouwende wijze van praten, wanneer hij ons gast
vrij te woord wil staan om iets over dit fraaie gloednieuwe
schip en bijna even nieuwe bemanning te praten.
De "Philips van Almonde" is op proefvaart en doet het niet
slecht. Tenminste: de bezoeker, die een dag meevaart,
kan zich stellig niet aan die indruk onttrekken. Zulks niet
alleen uit eigen ervaring, maar de indruk is meer geba
seerd op de informatie van enkelen van de nu 220 opvaren
den. Dat zijn er onder normale omstandigheden ongeveer
170.
Tijdens de proefvaart wordt het schip door de Koninklijke
Marine gevaren, de werf doet haar proeven en de Marine
haar eigen proeven. Dat lag bij de door ons gebouwde kor
vetten indertijd iets anders.
Maar ook hier treft men weer het naar elkaar toegroeien
van diverse teams aan, weer een goede samenwerking, die
naar goede resultaten moet leiden.
KLTZ C.J. van der Werf
Sleepboot
Als de sleepboot ons naar het
fregat op de rede van Den Hel
der brengt, ligt het daar rustig
en vastberaden te wachten en
bij het aan boord gaan is daar
onmiddellijk die gastvrije,
vriendelijke Marine-sfeer, mede
gestalte krijgend door het op
treden van de eerste officier
LTZ 1 J.W. de Jager. Een be
zoek aan de commandant en
verdere introducties volgen.
Van WF zijde is projectleider
Otto van Lent één en al bereid
willigheid. Tussen hem en de
eerste officier klikt het voortref
felijk. Uit gesprekken blijkt ei
genlijk, dat de vriendelijke
opstelling van de Commandant
en zijn Officieren reflecteert bij
de overige leden van de beman
ning. Je treft overal aan: bereid
willigheid, vriendelijkheid, sa
menwerking, voor elkaar in
staan, kortom: een positieve
sfeer.
Daaraan moet een goed perso
neelsbeleid ten grondslag lig
gen, dat kan niet anders. Je
ziet ook de beleidsmatige aan
pak bij het smeed- en kneed-
werk tot één team.
De Commandant: "Al lang te
voren verbleef de bemanning
dicht bij het schip. Dat bete
kende een groot voordeel en
zeker ook, dat wij enige dagen
en nachten vóór het vertrek
hebben zeewacht gelopen. De
mensen zijn naar elkaar toege
groeid. Van teamwork moeten
wij het tenslotte hebben".
Dat is ook zeer nadrukkelijk
aanwezig. Dat hoor je ook bij
het betere kneed- en smeed
werk in de letterlijke zin uit de
mond van korporaal P.J. Mol
uit Nijmegen, de nog echt war
me bakker aan boord. Wij tref
fen hem knedend en wel aan.
"Ja, allemaal eigen baksel. Ik
bak elke dag 32 bruine en 32
witte broden. En dat moet goed
zijn: ik wil geen klachten van de
jongens, hè. Er wordt nog echt
gist gebruikt, het deeg gaat in
een propere trog, daarna hand
matig op vorm kneden, dan in
de rijskast op dertig graden ter
wille van het rijzingsproces. In
de oven heerst duidelijk een
nog extremere temperatuur:
250 graden.
Maar eigenlijk vind ik dit maar
routine werk. Je kunt je fanta
sie meer leggen in het banket:
taartjes bij alle verjaardagen,
ook pasteitjes. Koek en cake
maak ik elke dag, voor bij de
koffie. Ik doe dat werk al acht
jaar, maar liever ben ik kok.
Daarvoor heb ik een opleiding
gevolgd. Maar wel kok op zee,
hè, ik kom tenslotte uit een zee
varende familie".
Bij de broodmaaltijd 's avonds
blijken zijn kwaliteiten. Puik
brood, vast van samenstelling,
niet van dat kleffe supermarkt-
gedoe en, minder zout ook.
Voortreffelijk.
Korp. P.J. Mol