De "T.W. Nelson" helpt mee
om het energie-vraagstuk
op te lossen
10
Onlangs deed een bijzonder in
teressant schip onze werf aan.
Het was het geofysische on
derzoekingsvaartuig "T.W. Nel
son" van Mobil Oil Shipping en
Transportation, dat gecharterd
is door Mobil Exploration and
Producing Service Inc. uit Dal
las in de staat Texas. Dit be
drijf is een onderdeel van Mobil
Corporation, dat met meer dan
212.000 werknemers de op één
na grootste industrie van de
Verenigde Staten is.
Het schip kwam bij WF voor
uitgebreid survey, waarbij aller
lei reparaties werden verricht.
De "T.W. Nelson", die naar een
vroegere president van het be
drijf genoemd is, vervult een
belangrijke functie bij het
opsporen van olie en gas. Aan
gezien het energie-probleem
steeds nijpender wordt, wilden
wij graag aan boord gaan om
een praatje te maken met Mo
bil's assistent supervisor, de
heer J.E. Markham, die zo be
reidwillig was ons een uitleg
over het schip te geven.
"Dit schip is het grootste in
haar soort en is voorzien van
de allermodernste apparatuur,
die door onze eigen technici
werd geïnstalleerd. Sinds de in-
dienststelling begin 1979, heb
ben wij de hele wereld rondge
varen om onze onderzoekingen
te doen. Eenvoudig gezegd
komt het er op neer dat wij in
de lagen onder de zeebodem
plaatsen proberen te ontdek
ken, waar - volgens de gege
vens die we via onze instru
menten binnenkrijgen - olie
aanwezig zou kunnen zijn".
De werkwijze is als volgt: een
kabel met hydrofoons erin
wordt van een haspel afgerold
achter het schip aan (soms is
die kabel wel vijf kilometer
lang). Daarna laat men lucht
onder hoge druk vrijkomen, die
schokgolven teweeg brengt
naar de lagen onder de zeebo
dem.
De schokgolven dringen er tot
zo'n vijf kilometer in door en
worden dan naar het schip te
ruggekaatst. Deze informatie
wordt opgenomen op een mag
neetband, aan de hand waar
van kaarten worden gemaakt
van de lagen onder de zeebo
dem.
Deze mogelijkheid om de gege
vens meteen na registratie te
verwerken aan boord is een ei
genschap die de "T.W. Nelson"
van de meeste andere seismi
sche schepen onderscheidt.
Ruimtevaarttechnieken
"Wij voeren ook magnetisch-en
zwaartekracht onderzoek uit",
verduidelijkt de heer Markham.
Wij houden ons al 40 jaar met
dit onderzoekingswerk bezig,
maar de laatste tijd heeft het
zich zeer snel ontwikkeld en
momenteel gebruiken we com
puter-gestuurde apparatuur,
waarin enkele van de aller
laatste ruimtevaarttechnieken
verwerkt zijn. We maken ook
gebruik van satellieten voor de
navigatie. De reden daarvoor
ligt voor de hand. Als we een
plaats ontdekken waar olie ge
vonden zou kunnen worden,
moeten we de positie ervan
exact kunnen bepalen, zodat
een boorschip gemakkelijk op
die plaats terug kan komen".
Het spreekt voor zich dat het
personeel aan boord hoog ge
kwalificeerd moet zijn.
"We hebben ongeveer 40 tot 45
man aan boord. De helft daar
van is om het schip varende te
houden, de andere helft is voor
de technische kant".
De kapitein van het schip is de
heer L.E. Clark die met recht
een "oude zeebonk" genoemd
kan worden. Hij lacht als we
hem vragen of dit zijn eerste
reis naar Holland is. "Of ik ooit
in Holland geweest ben? Sinds
1936 ben ik hier regelmatig ge
weest op allerlei vrachtsche
pen". Nu is hij kapitein van dit
ultra-moderne schip. "Ik vind
het een bijzonder fijne baan.
Het is interessant werk en er
komt steeds iets nieuws uit de
bus".
Nadat de reparaties bij WF af
gerond zijn, vliegt hij terug naar
de Verenigde Staten en zijn
collega S. Watkins is inmiddels
aangekomen om hem af te los
sen. De heer Watkins leidt ons
rond over het schip en geeft
een beknopte en duidelijke uit
leg over de diverse systemen,
die zich aan boord bevinden.
Optimistisch
De heer Markham ziet de toe
komst van de offshore exploi
tatie optimistisch tegemoet.
"De technologie zal blijven
voortschrijden en we zullen in
steeds dieper water kunnen
werken. Er is nog heel wat on
derzoek te plegen. Wie weet,
bijvoorbeeld, wat we in Antarc
tica zullen tegenkomen"?
Trots onthult hij dat Mobil een
tweede geofysisch vaartuig in
aanbouw heeft, dat de naam
"m.v. Mobil Search" zal krijgen.
Het nieuwe schip zal nog gro
ter en ingenieuzer zijn dan de
"T.W. Nelson", die als een be
langrijk instrument een bijdra
ge levert om te proberen in de
schreeuwende behoefte aan
energie te voorzien. Ergens is
het zoals de heer Markham het
glimlachend uitdrukte: "Op een
bescheiden manier helpt dit
schip mee om al die tankers,
die bij jullie voor reparatie ko
men, te vullen".