wmmm.'
3
Stellingwerk vereist zorg
zijn. Dit soort rapportage ge
schiedt na signalering. En die
signalering gebeurt weer of
door eigen waarneming, of
door contacten, hetzij met de
Arbeidsinspectie, hetzij het
Veiligheidsinstituut, of door te
spreken met collega's van
andere bedrijven of het bijhou
den van vakliteratuur.
Een derde methode is het ge
ven van voorlichting aan zowel
de werknemers als het kader.
Dit soort voorlichting gaat dan
over de relatie tussen het werk
en de veiligheid.
Eigenlijk valt dat odoriserings-
plan daar ook onder?
Ja, dat toedienen van een
geurstof aan de zuurstof voor
ons zuurstofnet om de zuurstof
herkenbaar te maken, zoals al
bijvoorbeeld bij de KMS toege
past. (zie WF-Nieuws Juni 1982
- Red.). Je kunt dit ook zien als
vallende onder het hoofdstuk
"rapporteren en adviseren ten
aanzien van zaken van algemene
aard". Maar in ieder geval is dit
een goed voorbeeld. Met het
plan is men op het ogenblik
nog druk bezig. De uitvoering
ervan ligt niet in de handen van
de Veiligheidskundige, maar in
die van de afdeling Materials
Management en de Bedrijfs-
dienst.
Een Veiligheidskundige heeft
nogal wat contacten?
Dat kun je zeker wel stellen.
Kijk alleen maar eens naar het
aantal instanties, dat gemoeid
is met een behandeling van
een schip met bepaalde lading
hier aan de werf. Je hebt dan te
maken met de functionarissen
van de Havenarbeidsinspectie,
die een tak van de Arbeids
inspectie is en eveneens res
sorteert onder het Ministerie
van Sociale Zaken.
Nederland is voor wat betreft
de Arbeidsinspectie opgedeeld
in tien districten en telt twee
districten voorde Havenarbeid,
te weten die van Rotterdam en
die van Amsterdam. De nodige
certificaten in verband met
werkzaamheden aan boord van
schepen met bepaalde lading
lopen via onze gascontrole
dienst.
Het meest in het oog bij het
Veiligheidswerk springen toch
wel de ongevallen?
Dat is ontegenzeggelijk juist.
Er komen per jaar ongeveer
1200 meldingen binnen, waar
bij het gaat om enig letsel na
een ongeval(letje). Daarbij zit
ten vuiltjes in een oog, een
klein schrammetje, maar na
tuurlijk ook de "echte" onge
vallen. Een ongeval is eigenlijk
het ongewilde resultaat van
een onveilige handeling of situ
atie. Het beroerde is eigenlijk,
dat die situaties of handelin
gen zich veel vaker voordoen,
zonder dat het gevolg, dus let
sel, intreedt. Beroerd natuurlijk
niet in de zin van het niet intre
den van het gevolg voor het
mogelijke slachtoffer, maar
omdat zo'n "bijna"-ongeval vrij
wel nooit ter kennis van de Vei
ligheidsdienst wordt gebracht.
Dat is jammer, want natuurlijk
kan zo'n situatie zich weer
voordoen met dan wel het on
gewilde gevolg.
Zijn er plekken of situaties,
waar een verhoogd risico kan
ontstaan?
Ja zeker. Die plaatsen vereisen
extra aandacht. Die krijgen ze
ook. En niet alleen van de Vei
ligheidsdienst, maar in bepaal
de gevallen evenzeer van de
Bedrijfsgeneeskundige Dienst
en de afdeling Beveiliging. Een
groot hoofdstuk daarin is het
stelling maken. Dit werk eist
veel aandacht en strakke voor
schriften. Een stelling is name
lijk een tijdelijk "bouwsel",
bestaande uit vele componen
ten en omdat het allemaal om
mensenwerk gaat, zou daar
iets mee kunnen gebeuren.
Daarom blijven wij er keen op;
op alle niveaus, van hoog tot
laag. De mensen zelf moeten
ook waakzaam blijven. Dat
geldt de stellingmakers, maar
evenzeer hen die erop werken.
Een andere zaak is bijvoor
beeld de herziening van de pro
cedure ten aanzien van het
onderhoud van kettingwerk van
het hijsgereedschap; de spron
gen, sluitingen en oogpunten
worden natuurlijk op gezette
tijden getoetst of zij nog in
orde zijn. Zijn zij dat, dan wordt
een certificaat uitgereikt. Dat
gaat allemaal via speciale re
gelingen.
De nieuwe wet ARBO, wanneer
wordt deze van kracht?
Dat gebeurt op 1 januari 1983.
Het is een zogeheten raam- of
kaderwet, die gefaseerd wordt
ingevoerd. Het eerste deel om
vat als het ware artikelen uit de
oude Veiligheidswet uit 1934,
maar vaak in een aangepaste
en gewijzigde vorm natuurlijk.
Je kunt het continuering van de
huidige wetgeving noemen.
Dat het een raamwet is bete
kent, dat invulling later plaats
vindt door bijvoorbeeld allerlei
besluiten. Te zijner tijd komen
wij op de invoering en dergelij
ke in het WF-Nieuws in uitge
breidere vorm terug.
Nog iets extra onder de aan
dacht te brengen?
Nu niet. Misschien een volgend
keer. Ik zeg altijd: niet te veel
dingen tegelijk in de mensen
willen pompen. Wel merk ik op,
dat de mensen op de werf goed
moeten zijn opgeleid in het ge
bruik van het eigen gereed
schap. Door verkeerd gebruik
ontstaan nogal eens ongeluk
jes en zoals een ieder begrijpt:
dat is juist waartegen de Veilig
heidskundige elke dag op
nieuw weer vecht.