Ondernemingsraad pagina 15
De indrukken en ervaringen over 1986 weergegeven door de heer H. de Hoog
Als lid van de C.N.V.-fractie wil ik graag een terugblik geven over het Ondernemings-
raadwerk 1986.
Als wij terugkijken naar het diepe dal waardoor de onderneming de laatste jaren
heen moest; de spanning waaronder wij allen leefden. De bedreigingen met sluiting,
ontslagen, onzekerheden over de salarisbetalingen, etc., etc. Een sociaal beleid
voeren was onmogelijk, het belangrijkste was toen: hoe houden we de poort open?
Gelukkig is door de inzet van allen, zelfs van hen die ontslagen werden (zij brachten
het grootste offer) de poort open gebleven en kreeg het bedrijf weer een kans voor
de toekomst.
Ondanks alle harde ingrepen, was het een periode van goed overleg tussen Directie
en Ondernemingsraad. De destijds genomen maatregelen maakten het mogelijk dat
wij over 1986 redelijk positief kunnen oordelen. Het redelijke moet gezien worden in
het licht dat wij er nog beslist niet zijn. Alleen als de Directie er in slaagt om op de
overspannen markt (met hulp van de overheid) orders binnen te halen en wij met
onze inzet zorgen dat er meer winst wordt gemaakt, dan is er voor Wilton-Fijenoord
een goede toekomst mogelijk.
Het positieve van 1986 was goed merkbaar binnen het O.R.-gebeuren. Er is een
duidelijke kentering ingetreden. Ik zal er enkele noemen.
De uitspraken van de huidige ministers betreffende, de passieve tegenwerking van
de overheid bij het verwerven van exportorders. Of het inderdaad omgezet wordt in
actieve medewerking dat zal de tijd ons wel leren!
Positief is het ook dat er weer een begin is gemaakt met het sociale beleid binnen de
onderneming. Ik denk aan de feestdagen-uitkeringen, een waardiger afscheid voor
de SUM-ers, gratis verstrekking van werkschoenen, etc. Het zijn allemaal zaken die
bewijzen dat we weer uit het dal omhoog klimmen. Er is weer enige financiële
armslag ontstaan, het geeft ons weer vertrouwen in de toekomst.
Een goede ervaring van het afgelopen jaar was ook, de verbeterde betrekkingen met
de Raad van Commissarissen. Het is positief dat de leden van de R.v.C. en de O.R.
met regelmaat onderling van gedachten wisselen over het wel en wee van onze
onderneming.
Over het algemeen zijn in 1986 de meeste problemen wel tot tevredenheid opgelost.
Net zoals wij een beter contact met de R.v.C. noodzakelijk vinden, is het nog
belangrijker om het contact met de achterban te verbeteren.
De heer H. de Hoog.