'Dit is een kwalitatief uitstekend schip'
Taiwanezen laaiend enthousiast over patrouillevaartuig van
Wilton-Fijenoord
pagina 4 WF-Nieuws
De redactie van het WF-Nieuws las op 21 mei jl. in het N.R.C. Handelsblad het hierna
volgende artikel van de hand van de auteur Pieter Graf. Dit artikel komt ons zo
interessant voor, dat wij u dit hierbij ter lezing aanbieden.
A/B MOU HSING, 21 mei -
Lachende gezichten bij de Taiwanezen,
voor het eerst tijdens de proefvaart.
Op de brug worden handen geschud.
Cees Stapel, projectleider van de
Schiedamse werf Wilton-Fijenoord,
roept opgewonden tegen de Taiwanese
marconist: 'I want to make a phonecall,'
waarop hij in de radiohut verdwijnt om
de werf te bellen.
We schrijven 18 mei, 10.45 uur.
De Mou Hsing, een van de twee
patrouillevaartuigen die Wilton-Fijenoord
heeft gebouwd voor de Taiwanese
douane, heeft zojuist bewezen de door
de werf beloofde topsnelheid van
28 knopen per uur ruimschoots te halen.
De test-mijl wordt enkele malen
herhaald en volgens verschillende
methoden geijkt.
Kapitein John Belgraver komt tot de
slotsom dat de topsnelheid, onder meer
gecorrigeerd voor golfhoogte, op zeker
30,3 knopen per uur ligt.
Wu Wan-Pao, deputy marine
commissioner Republic of China
Customs en daarmee de hoogste
Taiwanees aan boord, zegt: 'Erg goed.
Een prima schip, uitstekend
geconstrueerd'. De kapitein, die later het
commando over de Mou Shing zal
voeren, steekt grijnzend zijn duim
omhoog. 'Wonderful, wonderful', roept
hij.
Kompas stellen
De Mou Hsing (bouwnummer 819)
vertrok op 16 mei van Wilton-Fijenoord
voor haar proefvaart. De tocht begint
met het stellen van het magnetische
kompas in het Calandkanaal.
Een van de twee stuurlieden roept de
koersen van het elektronische Sperry-
girokompas af naar een specialist van
de firma Observator op het brughuisdek.
Terwijl het schip langzaam ronddrijft,
klinkt het: '110 nu, 100 nu, 90 nu,
Al naar gelang de afwijking worden
magnetische staafjes vervangen door
meer of minder sterke. Een zeppelin die
reclame maakt voor een Japans merk
films, vliegt over.
Om 10.20 uur vallen met donderend
geweld de ankers voor de anker-
proeven. Ondanks het ruim voorhanden
zijn van oorbeschermers, nemen
sommige opvarenden die in het
vooronder controlewerkzaamheden
uitvoeren, niet de moeite die te
gebruiken. De bootsman was hen bij het
ontmeren al voorgegaan door zonder
handschoenen de stalen tros door zijn
handen te laten slippen.
Grondigheid
Na de lunch zijn we buitengaats en
wordt ter hoogte van het platform
Goeree de snelheid geleidelijk, in
stappen opgevoerd om de technici van
de Motoren- und Turbinen-Union (MTU)
de gelegenheid te geven de twee
enorme dieselmotoren af te stellen.
Hun devies luidt: grondigheid boven
alles.
Ondertussen meet een ploeg het geluid
in de hutten. In enkele ervan is het
niveau te hoog. Eenmaal terug op de
werf zal worden bekeken in hoeverre
met het aanbrengen van extra isolatie
materiaal daaraan wat valt te doen.
De snelheid is inmiddels opgevoerd tot
het maximum.
Door het schip verspreidt zich de
typische geur van het inbranden van
nieuwe verf en olie.
De Taiwanese kapitein neemt het roer.
Niet gewend aan de stuurinrichting
corrigeert hij enkele maken te kramp
achtig. Het resultaat is navenant: in de
kombuis sneuvelt het nodige servies.
Na het diner hebben bij snelheden van
18 tot 22 knopen de eerste stuurproeven
plaats. 'Van midscheeps naar 30 graden
stuurboord', roept kapitein Belgraver.
'Van 35 graden stuurboord naar
30 graden bakboord'. Een scherp
zig-zag-patroon ontstaat alsof torpedo's
moeten worden ontweken. Na nog wat
proeven in achteruit varen op het
Beerkanaal, waarnaar we zijn terug
gekeerd, wordt in de vroege ochtend
van 17 mei (0.45 uur) koers gezet naar
Noorwegen om in diep water het
beproevingsprogramma af te ronden.
Op verzoek van de schipper loop ik de
eerste wacht mee.
Koers 10 graden. 'Wil je ook even?',
vraagt stuurman Ronald Ruts. Met een
snelheid van 22 knopen voel ik me de
kersverse eigenaar van een motorjacht.
De golven zijn 2,5 tot 3 meter hoog.
Windkracht vijf uit NNO. Het buiswater
spuit regelmatig over de brug.
Koerscorrecties zijn nauwelijks nodig.
Omstreeks tien uur die ochtend hebben
wij op acht mijl aan bakboord de olie- en
gasvelden Dan, Skjold, Rolf, Gorm en
Tyra op het Deense deel van het
Continentaal Plat. De zee wordt
merkbaar onrustiger en de wind neemt
in kracht toe. De uitlopers van een
depressie uit de Lofoten die het KNMI al
had aangekondigd, doen zich voelen.
De golfhoogte neemt toe tot gemiddeld
vijf meter met uitschieters van zeven tot
acht meter, 's Middags stampt en
slingert de Mou Hsing behoorlijk.
Opeens werpt een golf haar opzij.
De clinometer slaat uit tot over de
30 graden. In de kombuis slaat het
koffiezetapparaat tegen de grond.
De twee glazen kannen blijven overigens
heel.
De stuurman vermindert de snelheid tot
14 knopen en de Mou Hsing wordt iets