Gezien c
m.s. 'Fintias' (bulk carrier, bouwjaar 120.186
pagina 4
WF-Nieuws
Tijdens het lossen bij de Hoogovens in
IJmuiden werd geconstateerd dat de
huidbeplating in ruim zeven aan stuur
boordzijde tijdens de laatste reis zwaar
beschadigd was. Door diverse
autoriteiten werd de reder geadviseerd
om een en ander zo spoedig mogelijk te
laten repareren. Na korte, intensieve
onderhandelingen werd het karwei aan
WF gegund. Het oorspronkelijk
geschatte totale staalgewicht van dertig
ton werd, nadat het classificatiebureau
verdere inspectie had verricht, alras
overschreden. Het totale staalgewicht
van de te vervangen spanten, knieën,
gedeelten van tankbodems en dergelijke
werd zodoende ongeveer negentig ton.
Een en ander hield ook in dat de
oorspronkelijke reparatietijd ongeveer
verdrievoudigd werd, hetgeen voor de
reder een tegenvaller was.
De grootste schade, over de volle ruim-
lengte en met een hoogte van zeven
meter, in ruim zeven stuurboordzijde
werd in gedeelten gesloopt. Tijdens het
sloopwerk aan boord werd op de teken
kamer 1:10 reeds hard gewerkt om de
nodige 'brandschetsen' te maken, zodat
in de scheepsbouwloods aangevangen
kon worden met het samenstellen van
de huidsectie. Direct nadat het sloop
werk aan boord gereed was, kon men
beginnen met het 'invoeren' van de
boven- en onderverbindingsknieën.
Toen alle voorbereidingen aan boord
gereed waren, was de scheepsbouw
loods ook zover dat het huidpaneel
geplaatst kon worden.
De huidsectie werd naar het schip
getransporteerd op de 'pompwagen',
waar de sectie werd opgelicht door twee
kranen. Twee kranen waren nodig,
omdat het totale gewicht teveel was voor
één kraan (te weten circa 43 ton).
Na enkele dagen stond de complete
sectie gesteld en konden de lassers
aanvangen.
De resterende tonnen staal moesten in
diverse ruimen verwerkt worden, te
weten in de ruimen drie, vijf, zes en
zeven BB-zijde, hetgeen in verhouding
tot de grote schade, relatief veel meer
tijd vergde. Uiteindelijk werd al het door
het classificatiebureau aanbevolen te
vervangen staal vernieuwd en kon ook
dit schip de werf weer verlaten.
W. A. Beukman