De persoon achter WF-Nieuws pagina 9 Ook in dit nummer van het WF-Nieuws wil de redactie een persoon een paar vragen stellen om deze beter te leren kennen. De volgende acht vragen kenmerken deze rubriek 1. Wat is uw naam? 2. Hoe ziet uw gezinssamenstelling er uit? 3. Hoelang bent u werkzaam bij Wilton-Fijenoord? 4. Wat is uw functie? Beschrijf deze. 5. Heeft u iets leuks en/of dramatisch meegemaakt in uw functie? 6. Wat zijn uw hobbies en vertel er iets over? 7. Wat vindt u van het bedrijf Wilton-Fijenoord? 8. Heeft u tot slot een goede raad? 1. Ritter, Daan. 2. Echtgenote, een dochter en een zoon. Ze zijn allebei gehuwd. Van mijn dochter hebben we twee kleinzoons, acht en negen jaar oud. 3. Op 19 september 1950 ben ik op de Bedrijfsschool begonnen als leerling bankwerker. Van mijn klas werkt bijna niemand meer bij WF, velen zijn met de reorganisatie MF in 1978 meegegaan naar de RDM. Van mijn klas is alleen mijn huidige collega Arie Hermann over. Arie was op school leerling-draaier. We verlaten eind 1992 dus ook allebei het bedrijf en hopen nog vele jaren te genieten van de SUM. Na de Bedrijfsschool heb ik ongeveer een halfjaar gewerkt in de Geschuts- afdeling op Delfshaven, maar ik had meer mijn zinnen gezet om met nieuw bouw dieselmotoren bezig te zijn. Na veel gezeur ben ik toch terecht gekomen bij baas Schonenberg in de zogenaamde put (WF-Schiedam) waar ik mijn hart kon ophalen. Het binnen- komertje bij baas Schonenberg was: 'Ga jij voorlopig maar eens beugelen, dan kun je alle leidingen voor de fitter gaan beugelen'. Het was een zes cilinder Doxfordü Toen dat karwei klaar was, mocht ik voeringen gaan boren, een half jaar lang. Daarna cilinder mantels zandvrij maken, maanden lang. Toen zei baas Schonenberg: 'Jij hebt genoeg zand gevreten'. Eindelijk kwam ik bij een zogenaamde eerste monteur als maat. Dat was Henk Leuvestijn. Daar, bij Henk, heb ik veel geleerd. Een hele Doxford opgebouwd vanaf het kotteren van de bearing-pockets (dat waren bolstralen) tot aan het proefdraaien toe. Toen ging Henk met de motor mee als monteur en een halfjaar varen als garantiemachinist en ik ging in 1955 in militaire dienst. Na anderhalfjaar kwam ik weer terug bij WF in de MF. Later in 1962, zelfstandig nog een MAN motor gebouwd, uiteraard met behulp van velen, maar dan was je eerste monteur. Ook heb ik gebouwd in het m.s. Gorredijk, dat was in 1968. Daarna nog vele andere karweien onder handen gehad, waarvan sommige ook in het buitenland. 4. Mijn huidige functie als kwaliteits controleur ben ik begonnen in 1978, na een meningsverschil om in drie ploegen te gaan werken in de MF bij de RDM en - omdat WF volgens de OSBH mij een nieuwe aanbieding moest geven - werden wij ingedeeld in de Nieuwbouw buiten bij WF. Maar wij moesten wel naar loonklasse vijf terug. Daar moesten we ons eerst weer bewijzen. Ik werd getipt dat er een functie vrijkwam bij de KD (Kwaliteits Dienst) bij de toenmalige chef Ploeg. Ik heb gesolliciteerd en werd aangesteld maar wel in loonklasse vijf. Na ongeveer een halfjaar werden we gewogen en goed bevonden en weer ingedeeld in loonklasse zes. Bovendien was daar doorstroming mogelijk. In deze functie heb ik de bouw van de twee fregatten voor de Koninklijke Marine mogen begeleiden. Verder vijf drijvende booreilanden voor Maraven en de bouw van twee onderzeeërs voor de ROC N (Republic of China Navy); een geweldige tijd. Na die bouw was de geweldige tijd over en kregen we de slechtste ervaring die ik in mijn leven heb meegemaakt. Datje al je collega's verliest, trouwens de hele Nieuwbouw viel weg en datje dan als een van de weinigen kan blijven om de Nieuwbouw af te wikkelen en de reservedelenfabricage voor de onder zeeërs kan gaan begeleiden. Dan heb ik geluk gehad, maar ik denk nog wel eens, het had ook voor die andere jongens goed af kunnen lopen, als de politiek maar anders had beslist. Ik denk dat ik vraag vijf hiermee ook beantwoord heb. 6. Hobbies heb ik genoeg, video filmen, postzegels, maar mijn grootste hobby is wel het vissen, en dat doe ik dan ook in verenigingsverband bij WF; ik ben twintig jaar lid, ongeveer vijftien jaar bestuurslid waarvan de laatste vijfjaar als voorzitter. Zo houd ik tevens contact met oud-werknemers, gepensioneerden, en jongens die ontslagen werden. 7. Degenen die bij WF al veertig jaar weghebben, hebben Wilton gekend met zo'n achtduizend werknemers. Wij hebben het groot zien worden, maar ook af zien breken, deels door de tijd (de automatisering), door fusies met Bronswerk, daarna met RSV waar we ons zogenaamde landbeen verloren (VMF), onze algemene werktuigbouw zonodig naar een andere lokatie (RDM) over moest gaan, daarna door de politiek het totale verlies nieuwbouw (ontslagperiode). Maar als ik de werf nu bezie, kantoren met zonneschermen, gordijnen en een nieuwe MF in opbouw, dan is er toch weer hoop, al komt die voor velen te laat. 8. Door toch kwaliteit te leveren en het goed inschatten van het onderling gekrakeel. Ik bedoel van afdelingen onder elkaar, en het naar elkaar luisteren (dit geldt zowel voor de werk gever als voor de werknemers), denk ik dat een ieder die nog bij WF werkzaam is, ook de SUM zal bereiken, en de werf weer een goede toekomst tegemoet gaat.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1992 | | pagina 9