m.v. Koningin Beatrix
Dankbetuigingen
'Cardissa' conversie door
Wilton-Fijenoord
pagina 10
WF-Nieuws
Vervolg van pagina 5.
Op 18 september 1992 was het zover. Na
een uitgebreide tenderperiode was de keus
voor de 'Cardissa' op Wilton-Fijenoord
gevallen.
Voordat deze beslissing werd genomen is
er veel werk verzet door de technische
mensen van het projectteam. Dit zijn Jarig
Molenaar (projectleider), Jan Verheul en
Frans Bakker. Voor financiële- en
contractuele zaken was op ad-hoc basis
ook Haaije van der Brug betrokken in de
tender- en evaluatiefase.
Voordat de tender werd verstuurd naar een
tiental werven in West-Europa, was er in
samenspraak met IHC Gusto Engineering
een technische specificatie opgesteld
waaraan de 'Cardissa' moet voldoen onder
het NAM-contract. Uiteindelijk hebben zes
werven een aanbieding gedaan. Van deze
aanbiedingen was een aantal ongeveer
gelijkwaardig. Het projectteam heeft de
aanbiedingen vergeleken en op volledig
heid gecontroleerd. Uiteindelijk bleek dat
Wilton-Fijenoord de beste aanbieding had
gedaan.
Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de
conversie in volle gang. De 'Cardissa' wordt
rond 15 februari in Rotterdam verwacht. Het
is daarmeee na de 'Sidelia', 'Spectrum' en
'Sheiltrans' het vierde schip dat in de
periode van ruim een jaar bij Wilton zal
worden gedokt.
Van de meest regelmatig terugkerende
schepen naar onze werf, mag toch zeker
wel de 'Koningin Beatrix' genoemd
worden.
Het is toch steeds weer een imponerend
gezicht wanneer dit tien dek hoge schip
in dok vier ligt en boven alles uitsteekt.
Dit valt des te meer 's avonds op,
wanneer haar dekken, salons en
passagiershutten verlicht zijn en dit een
fascinerend schouwspel oplevert.
De rederij is bekend om haar hoge
kwaliteitseisen betreffende de reparaties
en zeer korte oplevertijden en daarom is
het steeds weer een uitdaging om aan
de gestelde normen te voldoen.
Ook hier hadden wij te kampen met
slechte weersomstandigheden. De
bedoeling was om het schip op
25 januari om circa half tien te dokken
maar dit kon helaas niet uitgevoerd
worden.
Het schip werd afgemeerd op plaats
22/24 en toen het weer in de loop van
de middag opklaarde werd het schip
alsnog in dok vier gezet.
Toen het dok droog was, werd door
onze corrosiebestrijdingsdienst direct
begonnen met het hogedruk water-
reinigen van het onderwaterschip, om
vervolgens de diverse verflagen op de
romp en opbouw aan te brengen.
Stellingen werden geplaatst bij beide
roeren en schroefasafdichtingen, zodat
begonnen kon worden met het
losnemen van beide roeren en het over
halen van de schroefasafdichtingen.
Tevens werd begonnen met het
demonteren van de spoelluchtkoelers
van de vier hoofdmotoren en de
jaarlijkse onderhoudsbeurt van de
uitlaatgassenketels van de hulpmotoren.
Een uitgebreide reparatie werd verricht
aan de boegdeur, achterkleppen en
beweegbare tussendekken.
Toen beide roeren en roerkoningen
uitgenomen waren, bleek ook dat de
roestvaststalen bussen in de
vingerlingen en de roerpennen weer
sterk aan slijtage onderhevig waren
geweest.
De rederij gaf ons opdracht tot het
leveren en het machinaal bewerken van
beide vingerlingbussen en het
opzuiveren van de roerpennen.
Na een werkbespreking met onze
Machinefabriek werden deze aan
vullende werkzaamheden in gang gezet
en zo snel mogelijk tot uitvoering
gebracht.
In het weekend werden de bussen, roer
koningen en roeren aangebracht en op
1 februari kon het schip in de loop van
de avond uitgedokt en op plaats
negenentwintig afgemeerd worden,
's Morgens om circa negen uur werden
de trossen losgegooid en voer ze naar
Hoek van Holland om haar dienst te
hervatten.
J. Aken
Van de volgende jubilarissen en hun
familie werden dankbetuigingen
ontvangen.
Vijfentwintig jaar
C. van Hees, C. Ribbens
Afscheid
A. Hermann, J. van der Linden,
D. D. Ritter.