m.v. 'Sealand
Integrity'
m.v. Stena Britannica
WF-Nieuws pagina 3
Even een
'tussendoortje'
Door de bemanning van dit schip werd
enkele maanden geleden een kraak
gevonden in het hoofddek dat deel
uitmaakt van het sterkteverband van het
schip.
Wilton werd via enigszins onduidelijke
telexen en telefaxen geïnformeerd wat er
aan de hand was, met het verzoek om
een en ander te repareren. Uit de
diverse berichten was wel duidelijk dat
er gehakt, gegutst, geslepen, voor
verwarmd en gelast moest worden.
Alle machines die nodig werden geacht,
zijn 's maandags op de werkbok 'Staub'
(naam: oude Hout- en Scheepsmakers
baas) geladen. Dinsdagmorgen is de
bak naar het schip versleept die in de
Prins Alexanderhaven lag.
Op 19 januari is door een aantal mensen
na enig zoeken een scheur van
ongeveer zestig centimeter lang in een
vijfenveertig millimeter dikke plaat
gevonden. Diverse kabels, ongeveer
tweehonderd meter, moesten worden
uitgelegd om ter plaatse te komen.
Alle tanks en ruimten rondom het
gebeuren werden door onze gas-
controleur gemeten en goed bevonden
voor de reparatie (officiële certificaten
volgden). Direct werd begonnen om de
kraak met de daaromheen slechte las te
verwijderen over de aangegeven lengte.
Nadat alles glad geslepen en onder
zocht was, werden kraken gevonden in
een ander gedeelte. Daar bleek de las
zo slecht te zijn dat er een lasdraad in
het hart van de las gestoken kon
worden.
Vervolgens werd ook het verdere 'rotte'
gedeelte volgens instructies van de
'class' voorbereid om opnieuw gelast te
kunnen worden.
Door de inzet van alle mensen die bij dit
'tussendoortje' betrokken waren, kon het
schip 's avonds 20 januari weer
vertrekken.
Dit zijn van die karweien waar de meeste
mensen van ons niets van merken, maar
die vaak de relatie met de reder
verbeteren voor toekomstige werkzaam
heden.
W. A. Beukman
In de maand januari moest het
passagierscertificaat voor dit schip met
een jaar verlengd worden. Dit hield in
dat er gedokt moest worden.
De dokking was gepland op 13 januari,
het schip zou omstreeks 22.00 uur voor
dok acht liggen.
Helaas werkten de weergoden niet mee,
het stormde, en daardoor kwam het dat
het schip een uur te laat in Hoek van
Holland arriveerde. Zo snel mogelijk
werden de enigszins bleek uitziende
passagiers ontscheept en de vracht
wagens van het autodek op de kade
gereden.
Ondertussen was het weer er nog
slechter op geworden en na overleg met
de gezagvoerder en de loods werd
besloten om het schip niet te dokken,
omdat het risico voor averij tijdens deze
handeling te groot was.
Het schip kon ook niet in Hoek van
Holland blijven liggen, omdat de kade
vrij moest worden gemaakt voor de
andere ferryschepen.
Besloten werd het schip af te meren op
plaats negenentwintig aan onze werf en
wanneer het weer zou opklaren, dan
ging het schip naar dok acht.
De volgende morgen was de wind
afgenomen en werd het schip alsnog
gedokt.
Alles op alles werd gezet om de
reparatie-items in een recordtijd uit te
voeren om de opgelopen vertraging
terug te dringen.
Op 15 januari tegen middernacht kon
het schip uitgedokt worden en naar haar
ligplaats in Hoek van Holland vertrekken,
om de dagelijkse afvaart naar Harwich
aan te vangen.
J. Aken