m.v. 'Langvann'
Bedrijfsschoolexamens 1993
pagina 10
WF-Nieuws
Op iedere school vormen de maanden
april en mei jaarlijks voor een groot deel
van de leerlingen het hoogtepunt van het
schooljaar en zelfs van de gehele
schoolperiode.
De eindexamens worden afgenomen en
dat kan meteen het afronden van de
opleiding en dus het verlaten van de
school betekenen.
Zo ook op de Bedrijfsschool Wilton-
Fijenoord. In beide maanden namen
77 bedrijfsschoolleerlingen na een
twee-of driejarige opleiding deel aan het
landelijk SOM-examen.
De twaalf leerling-lassers beten het spits
af op 13, 14 en 15 april. In dezelfde
periode legden de kandidaten construc-
tiebankwerken/lassen en plaat- en
constructiewerken hun eindproef lassen
voor een NIL-certificaat af, als onderdeel
van hun eigenlijke vakexamen.
Op maandag 19 april stonden de
overige leerlingen in de startblokken
voor hun eindexamen, waarin de
tijdsdruk dit jaar landelijk een extra
struikelblok vormde. Deze hindernis
werd in ieder geval, zij het soms krap,
ogenschijnlijk met succes genomen.
Intussen zijn de gemaakte werkstukken
op een centrale plaats beoordeeld en is
ook het theorie-examen op 25 en 26 mei
afgerond. Waarschijnlijk zullen nog
enkele kandidaten op 7 juli herexamen
afleggen, waarna de examenuitslagen
bekend worden. Nog even een
spannende periode.
Op 18 december kwam de chemicaliën-
tanker m.v. 'Langvann' bij WF aan de
werf op plaats 14.
Op 24 februari werd het schip door een
Deense rederij gekocht. Deze besloot
om het schip te dokken en tevens
verschillende grondige reparaties uit te
laten voeren.
Het schip werd in dok 7 drooggezet.
Bij het meten van het roer bleek, dat de
onderste pen los in het roer zat. Hiervoor
werd het roer naar de Machinefabriek
gebracht, volledig geprotocoleerd en
werd er gekotterd.
Zowel aan stuurboord- als aan
bakboord-zijde werden huidschades
gerepareerd. Tevens werd er een uit
gebreid grit- en verfprogramma uit
gevoerd en werden de ankerlieren in de
Machinefabriek compleet overhaald en
werden er nieuwe assen voor gemaakt.
Wat ook niet onvermeld mag blijven, zijn
de ketelreparaties. Het schip beschikte
over twee hulpketels en een afvoer-
gassenketel. Van beide hulpketels
werden alle pijpen vernieuwd. Toen alle
pijpen gesloopt waren, bleek dat de
omkasting van beide ketels in zeer
slechte staat verkeerde, zodat deze
geheel vernieuwd moest worden. Tevens
bleek dat de stoom kasten van beide
ketels vervormd waren. Deze werden
allebei naar de Machinefabriek gebracht
om gevlakt te worden.
Verder werden verschillende pompen,
compressoren, koelers etc. overhaald
en gerepareerd. Enkele pompen bleken
na inspectie in de Machinefabriek niet
meer voor reparatie vatbaar en daar
moesten dus nieuwe pompen voor
worden besteld.
De Fittersafdeling had veel werk aan het
vernieuwen van verschillende systemen
op het hoofddek en in de machine
kamer. Tenslotte werd het gehele
hoofddek met hoge druk watergestraald
en van een nieuwe coating voorzien.
Op 7 april vertrok het schip met de
nieuwe naam 'Freja Nordic' naar
Houston om daar haar pendeldienst in
de Golf van Mexico aan te vangen.
G. van Koppen