j-; Maritiem Museum Dankbetuigingen PRIMS HENDRIK SS WF-Nieuws pagina 15 Op 16 maart 1946 werd de kiel gelegd voor de stoomsleepboot 'Drydock V', die na 13 maanden werd opgeleverd, echter niet als de geplande versterking van de WF-sleepvloot, maar als 'Drecht' voor de Rederij Van Ommeren. Op 2 april 1946 werd voor bouw- nummer 715 de kiel gelegd en op 2 september 1947 als Van der Steng opgeleverd aan de Koninklijke Marine om te dienen als promotievaartuig. De bouwnummers 749 tot en met 751 werden in 1953 en 1954 op de helling gebouwd om later als kustmijnenvegers aan de Koninklijke Marine te worden overgedragen als Dokkum, Roermond en Naarden. Een ingrijpende verbouwing vond toen plaats en de loods werd aanzienlijk verlengd en verbeterd. Tijdens de jaren 1962-1966 werden de onderzeeboten Potvis en Tonijn gebouwd en opgeleverd aan de Konink lijke Marine. In 1968 en 1969 werd de loods gebruikt voor de bouw van twee chemicaliëntankers, La Hacienda en La Quinta voor rekening van de Rederij Baries Marks. Tenslotte werd de loods ingericht voor de bouw van drie korvetten, bestemd voor de Indone sische marine TNI-AL, met de namen Fatahillah, Malahayati en Nala, tijdens de jaren 1977,1978, 1979 en medio 1980. De Onderzeebootloods is daarna nog jaren in gebruik geweest als opslag plaats en na de verhuizing van de werf naar oost, in verval geraakt. Alleen de herinneringen blijven nog Van de volgende jubilarissen en hun familie werden dankbetuigingen ontvangen: 25 jaar H. Tonnon 40 jaar T. van der Tuijn E. Schoneveld A. W. M. van Elsacker SUM-afscheid P. Jansen P. C. Sachs T. van der Tuijn 'Mens aan boord' Op zee in de 17de en 18de eeuw Vanaf 26 november 1993 is in het Maritiem Museum Rotterdam de tentoonstelling 'Mens aan boord' te bezichtigen. Deze maritiem-historische expositie is semi-permanent en tot medio 1996 te zien. 'Mens aan boord' geeft een beeld van de Nederlandse zeevaart in de tijd van de Republiek. Omstreeks 1600 gaat het om Neder landse zeelieden, die grote tochten maakten op kleine schepen. In de 17de en 18de eeuw gaat het vooral om zee varenden die werkten en leefden op 's lands vloot zoals de marine toen genoemd werd van de Verenigde Oostindische Compagnie en de West- indische Compagnie. Vele objecten uit de eigen collectie tonen aspecten waarbij vooral de mens centraal staat, zoals de samenstelling van de beman ning, de kleding van de zeeman, voedsel en gezondheidszorg, het werken aan boord, belevenissen en gevaren van het zeemansberoep. De tentoonstelling is ingedeeld in zeven thema's: 'Zeemanswegwijzer' over stuurmans kunst; hoe men de weg vond op zee, hoe en waar men dat leerde en de navigatie-instrumenten die men gebruikte. 'Om de noord en om de zuid'; de eerste reizen van Nederlanders op zoek naar Indië, de rol van verversingsplaatsen en scheepsjournalen als bron. 'Een schip vol'; handelsschepen en admiraliteit, grotere zeilschepen, de ingewikkeldheid van de tuigage, de verhouding tussen de ruimten in het schip: handel/slapen/voorraad. 'Kommer en kwel'; over de gevaren op zee, slecht stuurmanschap en muiterij. 'Van scheepsjongen tot admiraal'; over de rangen en standen bij de admiraliteit, kleding en persoonlijke bezittingen. 'Voor lichaam en ziel'; de medische en geestelijke verzorging aan boord, de instructies van de VOC ten aanzien van reinheid aan boord en uitkeringen bij invaliditeit. z.o.z. Maritier musEr

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1993 | | pagina 15