„Kalmoa" KINDERDIJK DE EERSTE TINBAGGERMOLENS VERTROKKEN Donderdagmorgen, 27 Februari 1947. - Vijf uur. Het is een donkere, winterse nacht en de enkele tientallen mensen, die op de kant het vertrek van de „Kalmoa" gadeslaan, trachten, diepweggedoken in hun jassen, stampvoetend warm te blijven. In het schijn sel van de lampen op de kranen en de molen lijken de mensen aan boord niet veel meer dan schaduwen. Onder hen bevinden zich de runners en de machinist, die gedurende ongeveer 100 dagen de molen zullen beman nen en er mede voor zullen zorgen, dat dit toonbeeld van technisch kunnen en onver moeide arbeid veilig in Indië aankomt, en voorts enkelen, die tot Rotterdam en Hoek van Holland de tocht zullen meemaken. De sleepboten in actie! Op aanwijzing van den kapitein van het transport hebben de runners de sleepboten vastgemaakt, twee vóór en twee achter, en om half zes, op een paar korte snerpende fluitcommando's, beginnen de sleepboten te trekken en komt er beweging in de kolos. Langzaam glijdt hij de haven uit en met een keurige zwaai de Noord af in de richting Rotterdam. Het is doodstil op het water en op het land. De meeste mensen slapen nog en op de rivier is er, vanwege de zware ijsgang, geen scheepvaart. Het enige geluid is dat van ijsschotsen, die langs en onder de ponton doorschuren en het stampen der machines van de sleepboten. Om zes uur, ter hoogte van Slikkerveer va rende, komt er meer leven overal gaan lichten aan, er rijden autobussen en fietsen langs de dijken en als om kwart voor zeven Bolnes gepasseerd wordt, is de dag in aantocht. De lucht licht op. In de verte is Rotterdam al te zien, eerst nog lichten, dan later een silhouet, dat zich scherp tegen de bleke winterlucht aftekent. Even is er de spanning, zullen we op tijd voor de brug zijn? als een dikke koek van ijsschotsen de vaart ernstig belemmert, maar als om kwart over zeven Kralingse Veer op zij is en even later de hef brug al in zicht komt, zijn we gerustgesteld.. Het belooft een mooie dag te worden het is niet zo koud en er is weinig wind en vanaf het bovenbordes is het uitzicht over het winterlandschap in de ochtendzon fantastisch mooi. Onderstussen is het in het runnersverblijf een komen en gaan geweest cm bij de kachel Weer warm te worden, want op de lange duur valt het niet mee buiten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1947 | | pagina 10