Het wachten duurt lang!
-
de werkers uit deze afdeling ook in mij ge
wroet. Machineleidingen, lieren, pompen,
teveel om hier nu meer te noemen, ze heb
ben ze zó gesteld en aangebracht, dat ik
binnenkort in staat zal zijn de tinrijke specie
van de bodem der zee, vanaf 30 m diepte,
naar boven te brengen en de tin gezuiverd af
te scheiden.
Ik zie ze de werf opkomen, die zolang aan
mij gewerkt hebben. Gegroet, mijn dank aan
hoog en laag voor jullie arbeid.
Hier dicht bij me zie ik aan de ene kant
nog de drijvende kraan liggen, die grote
stoomwolken uitblaast, terwijl hij een rub
berboot aan boord laat zakken. Ja, je kunt
toch nooit weten wat voor rare kuren ik nog
uit zal halen.
Aan de andere kant is de steiger. Zo van
uit de hoogte gezien is het daar net een
mierennest.
Een paar sjouwers zijn bezig om de staal
draden, waaraan ik al die tijd zo netjes heb
vastgelegen, aan de wal te trekken. Op een
meerpaal zit iemand met een schetsboek op
Zijn knie. Die zit mij natuurlijk uit te teke
nen. Ik voel me heel belangrijk, ik ben van
daag het middelpunt van de belangstelling,
ik heb trouwens nooit over gebrek aan be
langstelling te klagen gehad. Het was tin
molen voor en tinmolen na. Want ik moest
immers op tijd klaar zijn! Maar ik dwaal
af.
Behalve die sjouwende sjouwers en die
tekenende tekenaar zijn er nog vele mensen
op de steiger. Ze wachten, net zoals ik ook
wacht op de sleepboten, die zullen komen
om me de Waterweg op te slepen. Voor we
het zeegat uitvaren zal ik worden overge
nomen door een zeesleper, de „Thames" en
die blijft mijn reisgezel op heel die lange
reis" op een paar honderd meter afstand dan
altijd.
Dat moet een hele baas zijn, die „Thames",
de sterkste van het hele stel. We zullen pro
beren het eerst in Indië te zijn.
Het zijn handige kerels, die me weg bren
gen. De runnerkapitein J. de Vos bracht
reeds meermalen een tinmolen weg, even
als de matroos G. Hollaar. Met den machi
nist A. Prins en de beide andere matrozen
P. Wijnhorst en F. Pop zijn deze vijf run
ners de enige bemanning op de tinmolen.
Even trilt er iets in me. Ik ga van eigenaar
veranderen.
Thans ben ik nog eigendom van de I.H.C.
en waait de Gusto-vlag nog hoog in mijn
top.
Daar komen ze aan boord, èn de opdracht
gevers (ir. J. E. Inckel met familie, ir. A.
Guyot van der Ham, ir. J. F. Streur, dhr
F. Hartman en dhr P. C. Rademaker; ir.
A. M. A. Wijnans) èn de bouwers.
Ze begeven zich in de richting van de
Gusto-vlag.
Even verzamelen en dan: „Hoeden af voor
de bouwers. Ik dank alle I.H.C.-ers voor hun
werk. De vaklieden, de bazen, de technici,
de administratieven. Zij allen hebben samen
gewerkt om mij het aanzien te geven."
Een moment, de Gusto-vlag is gestreken, de
Billiton-vlag aangeknoopt, wordt thans ge
hesen.
Hoeden af voor de opdrachtgevers. Door
hun geloof in de toekomst, toen Indië nog
bukte onder de Japanse hiel, werd het be
sluit tot wederom aanpakken reeds genomen
en doorgezet tijdens de nevel, waarin de
Oriënt werd gehuld.
Hun vérziende blik heeft het mogelijk ge
maakt dat ik gebouwd werd en al die
werkers en leveranciers hun brood aan mij
verdienden.
Thans ben ik tot in Indië het eigendom van.
de Billiton-Mij., om zodra ik in Banka zal
aangekomen zijn, overgedragen te worden,
aan het Gouvernement aldaar.
De mist stijgt en daalt. Geen 500 m. zicht is
er thans. Het bericht vanuit Maassluis luidt:
„niet afvaren, wachten tot nader order".
Met trots wordt ik nog door velen bekeken.
Men noemt mij mooi gebouwd, sterk, doel
matig ingericht. Vaklieden, zowel als leer
lingen, ze vertellen tegen elkaar: „Ik heb
van begin tot eind er aan gelast, ik heb er
flenzen voor mogen draaien". Hun arbeids
vreugde straalt, hun vaktrots spreekt. Er zijn
nog velen, die arbeidsvreugde en vaktrots
bezitten.
In de Directiekamer dankt de heer ir.
A. M. A. Wijnans namens de Billiton Maat
schappij de Directie en allen die mede
werkten voor de wijze, waarop de tinmolen
tot stand is gekomen en vooral dat zij op de
vooraf vastgestelde sleepdatum gereed is
voor het vertrek en spreekt de wens uit, dat
de sportieve geest, die tussen de werven
onderling heerst, bestendigd zal blijven.
Namens Gusto dankt de heer ir. P. A. van
Hecking Colenbrander, waarbij hij er de na
druk op legt, dat alle krachten zijn inge
spannen om de leveringsdatum aan te hou
den. Hij wenst het Ministerie van Over
zeese Gebiedesdelen voorspoed met haar
nieuwe aanwinst.
12.30 uur. Weerbericht uit Maassluis: „Zicht
goed, uitvaren". 9