WERF CONRAD EN STORK HIJSCH N.V.
Conrad-Stork Haarlem
geleverde drijvende stoomkranen; in 1932 hebben
zij mede de afsluitdijk opgebouwd, in 1945 de
gaten in Walcheren's dijken gedicht.
Het hoofdbedrijf van de beide vennootschappen
werd naar de andere zijde van het Spaarne over
gebracht, waar nu een terrein van ong. 10 H.A.
beschikbaar is.
Tot vóór 1940 zijn in totaal 114 ertsmolens ge
bouwd, een ongeëvenaard aantal.
Als grootste wordt nog genoemd de in 1934 voor
de Billiton Maatschappij gebouwde tinmolen „Me-
ranteh", een voorloper van de ongeveer gelijke,
doch meer bekende „Karimata".
De algehele fusie van Werf Conrad en Stork
Hijsch vond plaats in 1941.
Het bekende Hospitaal-kerkschip „De Hoop"
(1912) en de voor Spanje gebouwde onderzeeboot-
lichter met 650 ton hefvermogen (1920).
Een apart hoofdstuk in de geschiedenis vormen de
ertsbaggermolens.
Reeds in 1887 werd de eerste in Nederland ge
bouwde goudmolen door de „Conrad" vervaardigd;
in de periode 1923/29 werden niet minder dan
44 tinmolens geleverd, waarvan 8 voor Neder
landse rekening.
Als specialiteit wordt verder vanaf 1900 grond
boorgereedschap vervaardigd, eerst alleen bestemd
voor het onderzoek van goud- en tinvelden, later
bovendien voor boringen (zowel boven- als onder
gronds) naar water, olie, kolen, erts enz. Ook deze
producten zijn grotendeels voor export bestemd.
In 1932 werd de N.V. Stork-Hijsch uit Hengelo,
een dochteronderneming van de Machinefabriek
Gebr. Stork Co. N.V., naar Haarlem verplaatst
en gecombineerd met de Werf Conrad.
Stork-Hijsch vervaardigt
kranen voor stort- en stuk
goed, liften en transport
installaties (o.a. voor de
meeste Nederlandse elec-
trische centrales), ophaal-
werktuigen voor mijnen,
dekkranen voor schepen,
enz. In 1921 werd door
Stork-Hijsch de eerste top-
kraan gemaakt, met een
vlucht, varieerend van 5/
tot 10 m; 10 jaar later ver
vaardigde haventopkranen
hebben een variable vlucht
van 8 tot 36 m. Bekend
zijn de aan de M.U.Z.
(Maatschappij tot Uitvoe
ring van Zuiderzeewerken)
De scheepswerf Conrad, in 1878 opgericht, in
1883 gewijzigd in Werf Conrad N.V., begon met
de vervaardiging van baggermateriaal, in hoofd
zaak bestemd voor export.
Was de opbrengst van de eerste baggermolens
slechts 100 m3/uur, geleidelijk werd de capaci
teit van de de molens, zuigers, hoppers enz. groter,
getuige o.a. de hieronder genoemde belangrijke
opdrachten:
De zeewaardige zelfladende baggermolen met: zuig-
buis en persleiding „Haiphong" voor Indo-China
(1903) opbrengst 1500 m3/uur en de, voor die
tijd (1912) zeer grote zeewaardige hopperzuiger
voor Argentinië met een opbrengst van 10.000
m3/uur.
Bovendien zijn gebouwd drijvende bokken, zeesleep
boten, tankboten, vrachtschepen o.a. de „Soemba
van 10.000 ton voor de Stoomvaartmaatschappij
„Nederland" (1924).
Van de speciale vaartuigen zijn te noemen: