RUMEN
en dichten
De Kinderdijkers blijken zeer dichterlijk te zijn
aangelegd, de redactie kreeg tenminste verschil
lende gedichten toegzonden. Wij hebben dadelijk
in allerlei boeken gesnuffeld, om de oorzaak daar
van na te gaan. Wat was de oorzaak, dat de
dichtaderen van de Kinderdijkers IHC-ers zo
weelderig vloeiden? Hadden velen van onze grote
Nederlandse dichters hun wieg aan de Kinder-
dijkse stromen staan?
Wij hebben het antwoord niet kunnen vinden en
de redactie vraagt de zuidelijke IHC-ers daarover
eens iets te vertellen.
Wij waren zeer verheugd die bijdragen te ont
vangen, want wij willen van ons blad maken een
orgaan, waaraan zoveel mogelijk IHC-ers mee
werken, maar. indien we gaan dichten, moe
ten we ook de spelregels van het dichten in acht
nemen. Ja, er zijn voor het dichten net zo goed
spelregels als voor voetballen, maar ze zijn lang
niet zo algemeen bekend.
We willen daarom even in het kort iets over de
eenvoudigste van die spelregels praten, want het
is veel leuker rijmen en dichtsels op te nemen,
die aan de grondregels voldoen. Daarbij komt,
dat men er dan ook veel eerder toe komt het
werk van echte dichters te gaan lezen en hun
kunstwerken probeert te waarderen.
Laat U zich niet afschrikken door hetgeen nu
komt, zo erg is het niet, maar lees het zorgvuldig;
het plezier, dat U dan kunt hebben van het
lezen van een echt gedicht, het plezier, dat U dan
kunt hebben van het maken van een eenvoudig,
dragelijk rijmpje, is minstens even groot als dat
van het zien van een film, voetbalwedstrijd, enz.
RHYTHME.
Het eerste kenmerk van een dichtregel is, dat
er een zekere rhythme in te horen en te voelen is.
Wanneer ik zeg: „Ons land is een land van mest
en mist" dan hoort U daarin niets bijzonders,
maar zeg ik:
O land vol mést en mist, van vüilen, kóuden régen
Doorsijperd stiikske grónd, vol killen dauw
[en damp,
Vol vuns, onpéilbaar slijk en óndoorwaadbre^
[wégen,
Vol jicht en paraplüies, vol kiespijn én
vol kramp!
Dan hoort en voelt U de lettergrepen op en neer
gaan.
Wanneer U deze „Boutade" van de Genestet leest,
voelt U de golvende beweging, de cadans, het
rhythme. Dat rhythme komt tot stand doordat
de lettergrepen om en om klemtoon en geen
klemtoon hebben. Om dat duidelijk te maken,
hebben we de lettergrepen mét klemtoon aange
duid met een accentteken
We kunnen het rhythme schematisch voorstellen,
klemtoon door een geen klemtoon door een
Het schema van bovenstaande vier versregels
ziet er dan zo uit.
Het tegenovergestelde van dit rhythme (eerst geen
klemtoon, dan wel klemtoon) komt ook voor.
In het volgende vers hebben de lettergrepen eerst
klemtoon en dan geen klemtoon, hoort U maar:
Jantje zag eens pruimen hangen,
O, als eieren zo groot,
't Scheen, dat Jantje wou gaan plukken,
Schoon zijn vader 't hem verbood.
De schematische voorstelling van het hier ge
volgde rhythme ziet er als volgt uit:
Nu betekent dit alles niet, dat U de verzen op
een dreun moet opzeggen en elke lettergreep met
klemtoon ook duidelijk moet laten horen; neen,
U móet het gedicht op natuurlijke wijze zeggen,
dan vloeit het mooi. Evenmin moet U uit het
schema concluderen, dat alle lettergrepen met
klemtoon precies met evenveel klem gezegd moe
ten worden.
We willen het voorlopig hierbij laten en drukken
het eerst ontvangen gedicht af, dat, zoals wij reeds
zeiden, niet aan de regels voldoet. Probeert U
nu zelf aan de hand van de schema's betere te
maken, dan houden wij tegen St. Nicolaas een
IHC-rijm- en dicht-wedstrijd.
Er is natuurlijk veel en veel meer over de con
structie van gedichten te zeggen, indien U er
meer van wilt weten, schrijft U dan maar aan de
Redactie van het Zeskant, per adres de firma
redacteur bij Uw vennootschap, dan behandelen
wij Uw vraag in een artikeltje of in een persoon
lijk antwoord.
En nu.aan de slag! v. L.
Gedicht kinderfeest
HONDERDJARIG BESTAAN
In 't Volksgebouw bij J. en K.
Kwamen de kinderen weldra
Gezamenlijk in groot getal
Omdat het nu feest wezen zal
Met muzikant, sneltekenaar
En versjes zingen^met goochelaar
Tractatie's ook niet te vergeten
En warme limonade moet je weten,
O, wat hadden die kinderen schik
En niemand maakte zich ook dik
Of allen hadden reuze pret
Voor dit feest op touw gezet
Door de Directie in alle deugd
Gegeven deze middag voor de jeugd
Allen zijn ook wel voldaan
's Avonds weer naar huis gegaan
En de kleintjes hadden toen
Grote verhalen thuis te doen
Over al die vlaggen fijn
Die in 't Volksgebouw aanwezig zijn.
Dan nog koeken en ook kaak
't Viel geweldig in de smaak.
Wat deed het de ouders goed
Die kind'ren met hun blijde toet.
En voorwaar met grote eer
Kijken wij op deez' middag neer
't Was dan heus ook niet verwacht
Zo iets fijns voor de kinderen gebracht
En de kinderen met z'n allen
Zullen steeds het lied doen schallen
Lang zal de Directie leven
Die dit feest ons heeft gegeven.
Ook voor 't feestcomitee alle eer
Schrijft 't Personeel de dank hier neer
Want voor dit mooie kinderfeest
Zijn zij ook steeds in touw geweest.