IS** V
Qntspanning
ntwikkeling
Het verslag van de Excursie van het Personeel van
Conrad-Stork naar de tinmolen Kalmoadat
een onzer lezeressen toevallig in de vacantie on
der ogen kreeg, deed haar schielings in de pen
klimmen, waarna zij de hier onder staande penne-
vrucht op het bureau van de redacteur van J. K.
Smit deponeerde.
Wij willen U deze vrucht niet graag onthouden,
vooral in de hoop dat nu er één schaap over de
dam is er meer zullen volgen.
Toen ik in het laatste Zeskant het stukje over de
bezichtiging van de „Kalmoa" las met de zij
het nauwelijks uitgesproken klacht van de hoog
geachte verslaggever dat iedereen vol lof was,
maar dat onze Dames zich er niet over hadden
uitgelaten, had ik zo het idee dat hier iets van
onze kant aan gedaan moest worden, hierbij ter
loops opmerkende, dat de mannen toch niet zon
der onze lof kunnen.
Inderdaad Mijnheer de Redacteur, dat de dames
die bij het gezelschap van Conrad-Stork waren,
onder de indruk zijn van de grootte van.zo'n tin-
molen is niet zo verwonderlijk. U kunt moeilijk
verwachten dat we iets snappen van motoren, jigs
en meer van zulke technische wonderen.
Hetgeen echter niet wil zeggen dat we niet zou
den zien dat er een grootscheeps werk verricht is
niet alleen door de knappe Heren die eén der
gelijke drijvende fabriek kunnen uitrekenen
maar door ieder die met de grootste toewijding
zijn aandeel hiertoe heeft bijgedragen.
Juist een vrouw let op de kleinigheden. Een ras
echte Hollandse huisvrouw kan niet trotser zijn
wanneer ze Vrijdags haar koper glimmend ge
poetst of haar keuken in het voorjaar gewit ziet
dan de vrouw van de schilder als ze ziet hoe
keurig haar man bijv. de machinekamer van de
tinmolen geschilderd heeft en zo zouden er zo
veel voorbeelden genoemd kunnen worden.
Weest U ervan overtuigd, Mijnheer de Redacteur,
wij zijn ook al uiten we ons moeilijk trots
op onze molens.
B. N.
HOE ZOU DE VRIJE TIJDBESTEDING
We behoeven natuurlijk niet stil te staan bij de
genen, die hun vrije tijd misbruiken, zodat ze
eigen gezondheid en de belangen van gezin en
van arbeid schaden, bijv. door overmatig café
bezoek. En evenmin behoeven we veel woorden te
besteden aan anderen, die hun vrije tijd verklun
gelen, gelijk één deelnemer aan een onderzoek
naar de vrije tijdsbesteding, die niets beter wist
te doen dan de rook van zijn sigaar na te kijken.
Neen, wat men moet zoeken is Ontspanning en
Ontwikkeling. De twee O's. Bij het woord ont
spanning denken we eerst aan een veer, dié de
hele dag in de knel heeft gezeten, en nu wordt
losgelaten, of aan een boog, die door het koord
werd kromgetrokken en nu zijn vrijheid en daar
mee zijn rechte stand herkrijgt. Zo gaat het ook
met ons: We hebben de hele dag gearbeid, onze
geestelijke werkzaamheid heeft zich bepaald tot
een gestadige en grote activiteit op een eng ter-
reintje. Welnu, we hebben behoefte aan ontspan
ning, en dus rusten we uit.
Ondertussen zijn we met deze beschouwing nog
maar halfweg gekomen. In onze arbeid zijn andere
spiergroepen en andere geestelijke vermogens juist
niet tot activiteit gekomen en het zonderlinge van
het geval is, dat hierdoor óók spanningen ont
staan, die naar ontspanning streven. Denkt U
maar eens aan de schooljongen, die een paar uur
stil op zijn bank heeft gezeten. Zal men tegen
zo'n jongen zeggen: „Kerel, je zult wel moe zijn
van dat stilzitten, je moest nu nodig eens een
HET BEST KUNNEN PLAATS VINDEN?
tijdje gaan zitten uitrusten"? Neen, nietwaar.
Hier wordt de spanning juist door activiteit op
geheven, door hollen en draven op het schoolplein.
Ontspanning betekent dus rust èn activiteit; ze
houdt zich aanvullend tot onze dagelijkse arbeid.
Gymnastiek en sport brengen spierbundels in be
weging, die bij het werk niet in actie kwamen;
studie en kunst verzorgen gebieden van geestelijk
leven en belangstelling, die door de arbeid niet
beploegd werden. Het wordt nu meteen duidelijk,
dat ieder mens zijn eigen ontwikkeling behoeft,
aangezien immers de een van de ander verschilt,
en dus ook elders door zijn arbeid iets in de knel
komt dan bij zijn collega.
Niet alleen ontspanning echter. Ook ontwikke
ling! Nu is er geen enkele goede ontspanning, of
er zit wel een stukje ontwikkeling in: gymnastiek,
het houden van een tuintje. Maar wanneer we ons
voor ogen houden, dat de arbeider èn door zijn
opleiding èn door zijn levenskring in culturele
ontwikkeling bij andere bevolkingsgroepen ten
achter ligt, dan is het duidelijk, dat we een vrije
tijdsbesteding aanprijzen, die deze achterstand
moet verkleinen. Muziek genieten en beoefenen,
een goed schilderij of boek waarderen, een dege
lijk populair werk lezen; men moet het leren
onder goede en vertrouwde leiding. De school
diende hier de grondslagen te leggen, en er ligt
hier een belangrijke taak voor degenen, die de
rijpere jeugd en de volwassenen leiding willen
geven (volksconcerten, stichtingen voor volksont
wikkeling, volkstoneel, enz.).
Men kan zich bij dit streven gesteund weten door
de arbeider zelf, die blijkens een ingesteld onder
zoek prijs stelt op die dingen, en die ook in zijn
verenigingsleven waaraan hij zoveel vrije tijd
met recht ten koste legt dat doel nastreeft.
Ontspanning en ontwikkeling, hetzij door de ar
beider afzonderlijk, hetzij in groepsverband; zie
daar de beste vrijetijdsbesteding, die men zich
kan denken.