MIJN REIS NAAR SIBERIE
vervolg
De Russen hadden de winter benut, om de gede
monteerde molen per sleden van het station naar
de montageplaats te vervoeren. Dit transport op
deze wijze is niet zo eenvoudig, als men bedenkt,
dat in de winter de sneeuw daar 1 meter dik ligt
en het er 40° C. vriest. De montageplaats be
stond uit een vlak terrein met een loods, waar in
de zomermaanden schepen worden gerepareerd.
De meeste schepen, die wij op de rivier de Amoer
aantroffen, waren toen nog van hout.
Aan de slag
Zo konden wij dan nu met het opbouwen van de
molen beginnen. Hijskranen waren er niet, dus
moest alles met de hand gemonteerd worden.
Voor het samenbouwen van het casco leverde dit
niet veel bezwaren op, aangezien er mensen ge
noeg waren om zelfs in dubbele ploegen te wer
ken. Nadat begin Juni het casco met goed gevolg
te water gelaten was, begonnen met recht de moei
lijkheden, nu de zwaardere stukken als de pers
machine, de baggermachine, de 2 stoomketels aan
boord geplaatst, de hutten, de hoofdbok enz. ge
monteerd moesten worden en dat alles zonder
behulp van een drijvende bok of' dergelijke hijs
inrichting. Voor elk stuk moesten wij een houten
bok met voetblokken en een handlier opstellen.
Het grootste werk is wel geweest het aan boord
plaatsen van de 2 stoomketels, welke elk ca. 25
ton wogen en daardoor te zwaar waren om op der
gelijke wijze te hijsen. Er zat niets anders op,
dan om deze gevaarten aan boord te rollen. Hier
voor was een houten brug nodig vanaf de wal
naar de molen, terwijl in het ketelruim veel stop
hout opgestapeld werd. Met behulp van de hand
lier werden de ketels naar boord gerold, om daar-
Copyright 1947, I.H.C. Den Haag, Holland, Overneming
na het gevaarte op vijzels te laten zakken. Toen
de BB-ketel op zijn plaats stond, begon hetzelfde
spelletje opnieuw met de SB-ketel. Gelukkig was
er in Siberië voldoende hout van verschillende
dikte voor dit werk aanwezig en waren ook na
enige dagen en nachten van hard ploeteren de
ketels aan boord geplaatst. De emmerladder, wel
ke in 3 stukken vervoerd was, werd op het terrein
aan elkaar gepast, daarna bij de stuiken de grond
weggegraven en aan elkaar geklonken, vervolgens
het zeskant gemonteerd en met de zij lieren van
de baggermolen, die inmiddels stoom had, kon de
emmerladder aan boord getrokken worden. Het
verdere optuigen en afwerken van de molen ver
oorzaakte nogal wat stagnatie, daar er tal van
kleinigheden tijdens het transport van Sliedrecht
naar Chabarowsk zoek geraakt waren en waarvoor
dan eerst nieuwe onderdelen in de montagewerk
plaats gemaakt moesten worden, waarmede vrij
veel tijd gemoeid was.
Proefwerken
Toen het werk geheel klaar was, kwam er van de
Sowjet-autoriteiten bericht, dat de baggermolen
400 km de Amoer af moest in Noordelijke rich
ting, tot aan de plaats Comsomolsk, waar proef-
gebaggerd moest worden. Per vliegtuig moesten
wijzelf daarheen gebracht worden.
In het gehucht Comsomolsk, waar de Russen nog
in de holen onder de grond wonen en waar door
bannelingen gewerkt werd met het omhakken van
bomen, was verder niets dan wildernis. Daar wil
den de Russen e.en nieuwe stad bouwen. Deze
baggermolen moest nu in 1935 daar aan het werk
gaan en het zand door de persleiding opspuiten
om de grondslag te leggen voor de nieuwe stad
Comsomolsk, waarnaar ook de molen genoemd
werd.
Alvorens met het baggeren tebeginnen moest
eerst nog met de molen proefgedraaid worden. De
laatste week van September 1934 bracht ons de
proef op de som. In tegenwoordigheid van de Rus
sische ingenieurs werd de gehele dag proefge
draaid, alles verliep prachtig. Eindelijk was het
grote moment, waarnaar wij zo verlangend en met
spanning hadden uitgezien, aangebroken: de Sow-
jetvlag, de hamer en sikkel, werd gehesen ten
teken, dat de in Holland gebouwde baggermolen
overgenomen was. Wie beschrijft echter onze
vreugde, toen de Russen ons de Hollandse vlag
overhandigden en wij een paar seconden later op
de hoofdbok stonden om naast de Russische vlag
ook onze driekleur te kunnen laten wapperen.
Onder het gejuich der Russen drukten wij elkaar
de hand en gingen onze gedachten ver weg naar
het kleine landje aan de Noordzee, naar huis,
naar de fabriek met haar personeel, voor wie de
hulde, die wij daar ergens in dat onmetelijk grote
land in ontvangst namen, toch ook bestemd was.
Hulde aan de Klop-mannen, die het ons mogelijk
gemaakt hebben om de goede naam, die de Hol
landse scheepsbouw in het buitenland heeft, zelfs
tot in het verre Siberië hoog te houden. Zo aan
vaardden wij in de beste stemming op 10 October
de terugreis. De eerste sneeuw was reeds gevallen
en de Russische winter had daarmede zijn intrede
gedaan. Het werd dus voor ons hoog tijd om Si
berië de rug toe te keren. Na een goede reis kwa
men wij de 8ste November behouden in Holland
aan.
Sliedrecht, Mei 1947.
A. J. KOREVAAR.
van artikelen slechts na schriftelijke toestemming geoorloofd.
Druk en ontwerp Holdert Co., Amsterdam