DONZERE M O N DRAG ON Alles onder de spoorbrug door! Een ander punt, dat de speciale aandacht van onze con structeurs vereiste, bestaat hierin, dat de molens in de loop van het werk waarschijnlijk een vaste spoorbrug zullen moeten passeren met een doorvaarthoogte van 7 meter. Alle delen van de installatie, welke uitsteken boven een horizontaal vlak op een hoogte van 7 meter boven de waterlijn moeten daarom gedemonteerd kun nen worden, zonder dat er „gesloopt" wordt. Het is echter heel wat gemakkelijker om een dergelijke eis neer te schrijven, dan daaraan te voldoen. De pontons Bij een beschrijving van een drijvende installatie, pleegt men te beginnen met het casco. Tegen deze regel is hier gezondigd, omdat van deze pontons maar heel weinig te vertellen valt; zo interessant en bijzonder als de me chanische en electrische installaties zijn, zo simpel zijn de casco's. De anker- en zijpontons zijn geheel gelijk van afmetingen en constructie en bestaan uit een aantal secties, welke op de bouwplaats door middel van bout- en lasverbindin- gen zullen worden samengevoegd. De ruimten onder het dek herbergen alleen vaste ballast; alle werktuigen be vinden zich op het dek of, voor zover het de electrische installatie betreft, in de dekhuizen. In het bijzonder in het ankerponton is een grote hoeveelheid ballast nodig, omdat dit tevens dienst moet doen als contragewicht voor de transporteur IV. Het ponton van de baggermolen heeft, evenals de andere pontons, een rechthoekig grootspant en is door 4 W.D.- dwarsschotten verdeeld in 5 compartimenten. Aan het voor- en achterschip is het ponton voorzien van de ge bruikelijke afschuiningen, welke ten doel hebben het „vrij-baggeren" resp. het verslepen van het schip te vergemakkelijken. Daar de bemanning niet aan boord zal wonen, zijn er ook geen verblijven voor deze gemaakt. In het dekhuis onder transporteur I zullen alleen een keuken en een eetzaaltje gemaakt worden. Dientenge volge worden van alle ruimten onder het dek alleen de beide achterste compartimenten en de machinekamer benut. De eerstgenoemde bevatten de vaste- en de wa- terballast, welke nodig is om het schip gelijklastig te krijgen. In de machinekamer zijn de schakelborden en talrijke andere electrische apparaten en machines onder gebracht, alsmede de lens-, ballast-, dekwas- en monitor- pompen. In een volgend artikel iets over de transportinrichting en de bediening van deze uitgebreide installaties. Intussen kunnen wij nog mededelen, dat de kleinere pontons reeds in Frankrijk zijn gearriveerd en dat met de montage begonnen is. Na maanden van voorbereidingen werd eindelijk de reis naar Zuid-Frankrijk (Bollène) ondernomen om de door de I.H.C. gemaakte baggermolens en wat daarbij be hoort, te gaan monteren. Het was Woensdag 28 Januari, toen het vertreksein ge geven werd. Vol goede moed stapten wij in de jeep, welke voor deze reis van een aanhangwagen was voor zien en met koffers en kisten beladen wel iets weg had van een verhuiswagen. Het motregende die dag, maar dat mocht niet hinderen, wij zaten droog. Alleen de ruitenwisser werkte maar half, dus uitkijken was ge boden. Na aan de Nederlands-Belgische grens benzine te heb ben bijgeladen ging het op Antwerpen aan, waar wij even onze benen konden strekken. Na even iets gebruikt te hebben, stapten wij weer in de jeep en ging het op de Franse grens aan. Daar aangekomen, begon het reeds te schemeren. Wij zijn in donker nog plm. 10 km verder gereden naar het plaatsje Maubeuge, dat zwaar door de oorlogshandelingen bleek te zijn getroffen; zeker 75% was weggevaagd. Na veel vragen en zoeken vonden wij eindelijk een klein hotel, waar wij de inwendige mens konden versterken en onze door elkander gehotste lede maten en dito binnenwerk te rusten konden leggen. On danks de vermoeienissen sliepen wij als ossen. Zodra het de volgende dag licht begon te worden, gingen wij weer verder. Nu naar het plaatsje Laón, waar benzine bonnen moesten worden afgehaald (benzine is in Frank rijk op de bon). Daarna in één ruk naar Parijs, „de lichtstad". Wij zaten daar al gauw in de knoop met het verkeer, dat te vergelijken is met de drukte bij een interland voetbalmatch op de Amstelveenseweg in Am sterdam. Na een hotel gevonden te hebben en ons een Reisverslag beetje van stof en vuil ontdaan te hebben, moesten enige zaken aldaar worden afgedaan, waarna wij Parijs even vluchtig konden bekijken. Aan alles is te merken, dat het Franse volk een cultuurvolk is. Als men die prach tige monumenten en standbeelden ziet, komt men on willekeurig onder de indruk. De volgende dag gingen wij verder naar het plaatsje Sens, een reis die grotendeels in de regen werd afge legd. Zodoende kregen wij weinig van de streek te zien. Na Sens kwam Lyon aan de beurt. Tussen deze plaat sen konden wij genieten van prachtige vergezichten vanaf de bergen naar beneden en omgekeerd. Dit ge deelte was een der mooiste van onze reis. Tot aan Lyon was het gewoon een sprookje; wij werden er stil van. Ook Lyon is prachtig gelegen tussen de bergen; de hui zen geleken van bovenaf gezien op een bouwdoos. Het was maar goed, dat wij niet verder konden komen, om dat het al begon te schemeren en de benzinevoorraad haast verbruikt was. De volgende dag, Zondag 31 Januari, dachten wij ben zine te kunnen bijladen, maar dat was mis geraden. Nergens benzine, zoeken hier en vragen daar. Eindelijk was er een reddende engel, die genegen bleek ergens 20 liter vandaan te toveren. Het was lang niet voldoende dachten wij; dan maar zachtjes tegen dehellingen op en de motor afzetten bij het afdalen om zoveel mogelijk benzine uit te sparen. Zouden wij dan in het gezicht van de haven nog stranden? Het was namelijk het laatste traject, dat wij moesten afleggen naar Bollène. Wij be reikten echter toch op die dag ons doel, doch hadden geen druppel benzine meer in de tank. Een volgende maal iets over het werk. P. v. Diepen Pieter Ca land Er is mij gevraagd, of ik niet eens wat veertellen Wilde van „grote mannen uit vroeger lijden". Dat wil ik graag proberen en hier is dan het eèpstfe artikeltje» Vöpr, de oorlog stond op de Coolsingel in Rotterdam, tegenover de Passage, het Calandmonument. Velen van u zullen dat monument zeker kennen. Ik ook. Als klein kind, was ik er dol op. Er waren trappen in dp tonde eh als je die opgeklauterd was, stond je bij de 4 stenen engeltjes en zag je van vlakbij de 4 waterstralen, file in het bassin vielen. Vurig benijdde ik de jongens die. het aandurfden om hun schoenen en kousen uit te trekken en in dat

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1948 | | pagina 3