SLIEDRECHT
DE BAKERMAT YAN HET BAGGERBEDRIJF
0
GOUDA
0OR1NCUEM
SUEDRECHT,
OUD£
'mS&Qi viêL
I.
„Kent U Sliedrecht?" zo vroeg enige maanden geleden
één onzer grote dagbladen aan zijn lezers.
Als onze dagbladpers dit blijkbaar zo belangrijk vindt,
dan mag deze vraag toch zeker wel gesteld worden aan
de lezers van ons Zeskant.
Zou er immers wel één plaats in ons vaderland zijn, die
zo belangrijk is geweest en nog is voor het baggerbe
drijf? Zijn de grootste aannemers niet allen uit Slie
drecht afkomstig. Heeft hun wieg, dan wel die van vader
of grootvader, niet op Sliedrecht's grondgebied gestaan?
En welke plaats is er in Nederland met procentsgewijs
zulk een groot aantal inwoners, die over de gehele wereld
verspreid, in alle werelddelen hun arbeid verrichten?
Waar worden de mannen en vaders gevonden, die op
zekere dag tegen moeder de vrouw zeggen: „Ik ga bin
nenkort naar China. Je ziet me dan wel over een jaar
of zes terug." Is het niet in Sliedrecht en naaste omge
ving? Op zulk een gezegde van voor een jaar of vijf, zes
,op stap" gaan, zou ongetwijfeld bij het grootste deel
onzer huisvrouwen de schrik om het hart slaan. Wat
moet er in zulk een lange tijd dan wel van de achterge
bleven huisgenoten worden. Moeder ziet zich dan alleen
met de zorg harer kinderen belast. Maar over zulk vrou-
wengepraat bekommert zich de rasechte Sliedrechtse
baggerman niet. Als aankomende jongeman ging hij
reeds met vader „buitenaf", als volwassen man kan hij
hier op een werf of fabriek niet wennen. Hij wil vrij zijn
en dat leven op een fabriek geeft veel te veel gebonden-
heid. Bovendien wat verdient men, als men hier blijft.
Hij wil, net als vader, op zijn veertigste, dan wel vijftig
ste jaar de schaapjes op het droge hebben. En dan die
kinderen, die groeien vanzelf wel op. Is hij ook niet zon
der vader groot en toch een nette kerel geworden?
Van dat Sliedrecht nu en van zijn inwoners, waarde
l.H.C.-ers, zal ik U in enige artikelen wat gaan ver
tellen.
Waar Sliedrecht ligt.
IJ weet toch wel waar Sliedrecht ligt? Gij vindt het in
de Alblasserwaard, over een lengte van circa 7 K.M. zich
als een lintworm al kronkelend uitstrekkend langs Hol
lands meest bevaren rivier, de Merwede.
Het is een dorp van ruim 15.000 inwoners, met een sta
tion aan de z.g. Betuwe-spoorlijn en verder gelegen aan
de Rijksweg Rotterdam naar Eist.
In het centrum der gemeente werd 30 jaar geleden langs
de rivier een nieuwe woonwijk gesticht, door een stuk
grientland met zand op te spuiten en daarvan bouwgrond
te maken. Dit gedeelte met zijn industrieterreinen en
havens, waaronder ook de gemeentehaven, werd reeds
spoedig volgebouwd, zodat reeds voor 1940 weer in de
kom der gemeente, nu aan de Noordzijde begonnen
moest worden met de aanleg van een nieuwe woonwijk.
De Biesbos.
Tegenover het eigenlijke, het bewoonde gedeelte van
Sliedrecht aan de noordelijke oever der Merwede, vindt
gij aan de zuidelijke oever dezer rivier, eveneens tot
Sliedrecht's grondgebied behorend, de Hollandse Bies
bos. Dit is een land van weilanden met enkele boerde
rijen en enige landbouwbedrijven, een land van grep
pels, sloten, bredere en smallere stromen; een land van
grienden en z.g. slik-gronden, die zich uitstrekken over
de Nieuwe Merwede op Noord-Brabants grondgebied,
tot aan het Hollandse Diep. Over de Nieuwe Merwede
wordt het dan de Brabantse Biesbos.
Het is in deze omgeving, dat op 13 November 1421 tij
dens de beruchte Elizabethsvloed, door een krachtige
Westerstorm tal van waterkeringsdijken rondom deze
eilandjes bezweken en een 72-tal kleinere dorpen en ge
huchten, toen nog parochiën geheten, geheel door de
vloed weggesleurd werden en naar schatting de ganse
bevolking uit deze streek, welke toen reeds uit een
100.000 mensen bestond, jammerlijk verdronk. Aan een
wieg, die toen langs de rivier .de Noord aanspoelde,
dankt Kinderdijk zijn naam. In deze wereld van mod
der, riet en griend, in deze fauna, in deze voor natuur
liefhebbers en ook hengelaars zo schone omgeving zagen
een groot aantal Nederlanders het eerste levenslicht,
Nederlanders, die later in de volle zin des woords èn in
het binnenland èn in het buitenland in hun strijd en taai
verzet tegen water en wind de naam van Holland hebben
hooggehouden en aan die naam op hun wijze en op hun
beurt nieuwe luister hebben toegevoegd.
De omgeving waar men opgroeit zet een stempel op de
mens. Zo ook op de Sliedrechters, die niet voor niets de
bijnaam van „brijbroeken" dan wel „brijhappers" dra
gen. Hun strijd tegen de krachten der natuur, krachten
die van de mens maar al te vaak het alleruiterste vergen,
hebben dit slag mensen wat stug, wat verbeten, wat on
verzettelijk en ook wel zwijgzaam gemaakt.
Deze karakter-eigenschappen hebben onze baggeraars
nodig gehad om te kunnen bereiken, wat zij bereikt heb
ben.
Het ontstaan van het baggerbedrijf.
Hoe is nu dit baggerbedrijf ontstaan? Wel heel eenvou
dig. Het begon met behulp van de zand- of baggerbeugel,
zoals men thans nog wel langs onze rivieren de zand-