iMbeil Uer» L€ ;t_Jig"t Leue „BEMETEL" examen VACANTIE-IMPRESSIE II TE LAAT len zijn, enz. enz., dan moet ik steeds aan hetgeen hier boven staat denken. Is het niet droevig, dat mensen alléén reageren op on elegante methodes en een gewone, zakelijke waarschuwing in de wind slaan? Laat dit bij de Gusto niet nodig zijn. Mannen, jongens, denk aan U zelf, aan Uw gezin en werk veilig Aan het Bemetel-examen, dat in Juni jl. werd afgenomen, namen deel: De bankwerkers: P. Bleecke en A. Falandt. De draaiers: H. J. Greeven, C. J. Lemson, H. Plaisier en L. Schwagerman. De modelmakers: C, 't Hart, J. J. Lemson en II. Planken. De schaver: H. Meijdam. De scheepsbeschietersC. v. Klinken, B. A. M. Melchers en P. Breedveld (Slikkerveer). Alle. candidaten slaagden. Het behaalde diploma, vergezeld van een waarderings geschenk van de Directie, werd door Mr. H. Smulders persoonlijk uitgereikt. Hij wenste de jongens geluk, ver klaarde zich verheugd over het zeer gunstige resultaat en .sprak de hoop uit, dat zij op de ingeslagen weg zouden doorgaan. Inderdaad! Ga zo voort, jongens, dan komen jullie er! De collega, die zijn vacantie-impressie weergaf in het vo rige Zeskant, is m.i. óf een grote pessimist óf hij heeft het ook inderdaad zó abominabel slecht getroffen met het weer, dat hij wel pessimist moest worden tegen wil en dank. Toch is alles te wijten aan eigen schuld, daar blijf ik bij. Waarom moest ie nu persé in een duur pension ergens in de bossen gaan zitten? Als je in 't voorjaar een pension bespreekt, móét je er heen, kun je er niet meer af en ga je, al regent het ook pij pestelen. Ik ga niet in een pension zitten, dank je feestelijk! Heb m'n centen daarvoor te lief en.ik houd van lekker eten. Dat krijg je daar niet. En het gezelschap, waarin je dan komt te verkerenoude saaie tantes en dito heren, die de hele tijd over 't weer zeuren en 't dan te koud, dan te warm, dan te nat vinden, maar nooit goed Zie je ooit vrolijke jongelui in die bedaagde pensions? Maak er vooral geen leven en kom vooral niet te laat thuis. De volgende dag voel je je dan als 'n groot zondaar al zou het alleen al zijn om de misprijzende blikken, die op de verstoorder van de gezapelijke rust van 't nette pension worden geworpen. En de deining, die je waarneemt als ook je vrouw, na 't diner, het waagt zo'n wereldse sigaret op te steken! Gewoon niet mooi meer! Ergens een huisje huren dan? Je bent dan vrij in je doen en laten. Jawel, maar m'n vrouw beweert, dat ook zij va- cantie wil hebben en er dus niets, maar dan ook niets voor voelt om, evenals thuis, voor mij te koken en te bakken, 't gehuurde huisje schoon te houden, bedden op te maken, enz. en daarvoor nog veel geld te moeten betalen ook. En zodoende collega, bleef ik thuis en heb desondanks van mijn vacantie genoten, terwijl jij je centjes in armoe te verteren zat in je dure, zure pension, 'k Heb heerlijk geluierd, m'n sigaretje gerookt, dat me bijzonder goed smaakte al zat m'n ega me geregeld achter m'n vodden met stoffer en blik om de as, die zo'n lam rokertje altijd morst, op te vegen. Ik heb in de tuin gelegen, amechtig van de hitte met een flesje koud bier naast me. Ik heb fietstochtjes gemaakt en korte treinritjes naar schonere oorden. Heb zelfs m'n blanke, tere huid aan zee bloot gesteld aan de zon, met als gevolg, dat ik thans een nieu we huid heb na veel pijn. Mijn oude kan je met hele lap pen van mijn rug halen. Wat zo'n zon al kan doen! En 's avonds, na die uitstapjes, was je gezellig weer thuis in eigen, vertrouwde omgeving. Nu ik weer aan 't werk ben, opgeknapt en fris, en alles nog eens recapituleer, kom ik tot de conclusie een fijne vacantie te hebben genoten. Zó kan- het ook, collega pessimist De goden zijn met de eenvoudigen! Ik ging met vacantie, gelijk met onze medewerkers uit de fabriek en wij kregen zonneschijn en warmte.bijna té veel. Doe voortaan als ik, collega. Vacantie 1948. Er zijn van die mensen, die nooit ergens op tijd kunnen zijn. Al doen ze nog zo hun best, al zouden ze nog zo gaarne willen, ze komen te laat, altijd en overal. Dat is een ziekte, een soort complex. Je vecht er tegen, je doet je best om de kwaal te overwinnen. Het lukt niet, de no dige wilskracht ontbreekt, je gaat er in berusten en. komt te laat. We zijn wel eens boos op deze lieden, maar dat is fout. We moeten veeleer medelijden met ze hebben. En, daar ze altijd en overal te laat komen, komen ze eveneens te laat op hun werk. De stumpers incasseren het verlet en de boete. Zelfs de overweging, dat ze hiermede hun gezin benadelen, kan hen niet over 't zwaartepunt, over de inge kankerde kwaal, heen helpen. Jammer Als ze nu maar ruiterlijk wilden erkennen, dat ze aan een minderwaardigheidscomplex lijden, en er zich in 't diepst van hun ziel voor schamen. Neen.Dat vooral niet doen. Flink zijn. De tekort koming verdoezelen door een krachtige houding aan te nemen, die bestaat in het opzetten van een grote mond tegen de portier, wiens plicht en voorschriften noodzaken je naar de reden van 't te laat komen te vragen. Je rijst in de achting van de kameraden als je dan b.v. tegen hem zegt: „de thee was nog niet goed", „geen zin pm eerder te komen", „gaat je geen G.v.d. aan", ,TJ( „de wekker lag op de grond", „ik zeg niks", „fiets wou niet harder rijden'!, „had 'nog geen zin", enz. enz Dat is je reinste mannentaal! En je lacht om de „suffers" die geen ander motief durven bedenken dan het spreekwoordelijke „ik had een lekke band" of „ik moest voor de brug wachten". Ik weet niet hoe jullie erover denken, ik vind het zie lig. echt zielig. H. oe (r> cl u i 80 Copyright 1948, I.H.C. Den Haag, Holland. Overneming van artikelen slechts na schriftelijke toestemming geoorloofd. Druk en ontwerp Holdert Co. N.V., Amsterdï

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1948 | | pagina 8