HOPPERZUIGER C.O. 32
84
ons nog wel eens gemopperd over de kranen, maar men
moest eens een kijkje in Bollène kunnen gaan nemen. Er
wordt daar over drie rupskranen beschikttoen ik was
gearriveerd, werd er juist een gerepareerd, die omge
slagen was. En als men een plaat over een lange afstand
vervoerd wil hebben, steek dan eerst nog maar eens rus
tig een sigaretje op, want dit transport neemt nogal wat
tijd in beslag.
Maar trots al deze moeilijkheden vordert het werk toch
snel, hetgeen vooral te danken is aan de goede samen
werking met de Franse leiding.
Ook' de Franse taal leverde in het begin moeilijkheden
op, maar nu is het toch reeds zover, dat onze mensen al
een aardig mondje Frans spreken.
Tenslotte wil ik U nog een indruk geven van hetgeen ik
zag op de bouwplaats bij Donzere, waar onze vijfde molen
gebouwd zal worden. Men is daar ook al druk bezig om
met behulp van graafmachines een gedeelte van het
kanaal te graven. Een van de nieuwste Amerikaanse graaf
machines was daar bezig; dit is een wagen, welke ge
dreven wordt door een dieselmotor.
Een scherp mes zet zich in de grond en schuift de grond
trechtersgewijs omhoog op een transportband. In hetzelf
de tempo, waarmede deze machine rijdt, rijden onafgebro
ken op onderlossers gelijkende wagens, zgn. bulldozers,
mede, waarin de grond gestort wordt.
Deze Amerikaanse machine (loader) laadt in één minuut
12 m3 grond en U zult begrijpen, dat dit een ernstige
concurrent van onze baggermolen is.
Dit graafapparaat, dat met nog een zestal andere machi
nes dag, en nacht in bedrijf is, maakt dan ook een ge
weldige indruk.
De heer P. Verschure heeft beloofd, dat hij zodra hij er
tijd voor heeft, een artikel zal schrijven, waarin hij een
volledig overzicht hoopt te geven van het gehele werk-
object.
Ik hoop, dat ik erin geslaagd ben, met deze artikelen een
kleine indruk te geven van de werkzaamheden, waarvan
onze mensen zowel in Nederland als in Frankrijk in 1950
kunnen zeggen: „Trots alle moeilijkheden heeft de I.H.C.
dit werk tot een goed einde gebracht".
A. Josso, Verschure.
DE TEWATERLATING
VAN DE
Het was Zaterdag, 17 Juli jl., een belangrijke dag in de
analen van de I.H.C. en Werf Gusto.
De slibzuiger C.O. 32, gebouwd voor rekening van het
Argentijnse Ministerie van Openbare Werken, zou van
stapel lopen.
De zon scheen; een zeldzame weelde in deze zonloze en
regenrijke zomer! Het was of de hemel zich; evenals de
Werf, voor deze gelegenheid in feestdos had gestoken.
Als wij dit als een gunstig voorteken mogen beschouwen,
zal het schip zeker gelukkig varen.
Van het dooppodium, opgericht voor de hoogopgaande
boeg, wapperden vrolijk de vlaggen. Het blauw-wit-blauw
der Argentijnse vlaggen vermengde zich met het rood-
wit-blauw der Nederlandse tot een kleurrijk geheel.
Toen de toegangspoort om 13.30 uur open ging, begon
er een onafgebroken stroom mensen de werf te vullen.
De belangstelling was buitengewoon groot. Alle perso
neelsleden der werf met hun gezinsleden waren in de
gelegenheid gesteld de tewaterlating bij te wonen. Ook
van particuliere zijde uit Schiedam en omgeving waren
talrijke verzoeken om toegang aangevraagd. Personeels
verenigingen, Nijverheidsscholen, enz. deden dit eveneens.
Even voor twee uur betrad een grote stoet genodigden,
die tevoren door de Directie waren ontvangen, het terrein
en bestegen het dooppodium.
Onder deze merkten wij o.m. op: Mevr. S.E.Varela Keen
de Bunge, de Heer Ignacio A. Bunge (Chargé d'Affaire
a.i.de Heer Rodriguez (Attaché a la Légation) en
echtgenote, de Heer H. S. Wessels, Consul Generaal, en
echtgenote, de Heer Antonio N. Bettin Rella, Vice-con
sul, en echtgenote. De opdrachtgevers werden vertegen
woordigd door de Heren Maresca en Cremer. Verder
zagen wij nog de Directies van de I.H.C.-vennoten Ver
schure en J. K. Smit, de heer Kloppenburg, Ir. J.
Goedhart van het Nederlands Gezantschap te Buenos
Aires, Mr. A. Kerkhoven van het Depratement van
Economische Zaken, Ir. Kieviet van de N.I.T., vergezeld
van 3 Zweedse gasten en Ir. A. Guijot v. d. Ham van het
Departement voor Overzeese Gebiedsdelen.
De klok wees precies 14.07 uur aan toen de traditionele
champagnefles op de boeg stuk sloeg. Gelijktijdig begon
het schip de helling af te glijden en belandde voorbeel
dig, onder het gefluit van boten en handgeklap der aan
wezigen, in zijn natuurlijk element. Met recht kon hier
worden gesproken van een vlotte tewaterlating.
De werkers, die met hoofd en hand dit staaltje van