Af DE ZINGENDE SCHROEVEN VAN DE TURKSE SCHEPEN 9 WIELRAADSEL 1 Velen onder U zullen gehoord hebben van het raadsel achtige en merkwaardige geval,- dat het tweede Turkse schip, de „Büyükdere", op haar proeftocht een paar „zingende schroeven" bleek te hebben, terwijl het zus terschip, de „Yalova", niet over dergelijke muzikale voortstuwers bleek te beschikken. De schepen waren gelijk, de schroeven waren gelijk, en toch zong het ene paar en het andere niet. Wat is dat voor een raadsel? De moderne wetenschap heeft het nog "wel niet hele maal doorgrond, maar toch zullen wij trachten om U, van hetgeen er bekend is, één en ander uit te leggen. In de eerste plaats, hoe was dit zingen? Het is geen mooi deuntje, maar een enigszins -jankend, eentonig geluid, dat de schroeven maken als het schip met zijn maximale toeren recht vooruit vaart. Dat ieder metalen voorwerp een toon geeft als men er met een hamer op slaat, is een ieder wel bekend. Soms is die toon mooi en welluidend, b.v. bij een klok van klokkenbrons, soms is hij dof en bijna niet te horen; sla maar eens op een stuk gietijzer. De schroeven zijn van brons en slaat men op éen van hun bladen, dan geeft dit een tamelijk heldere toon. Dit is nu hetzelfde geluid als de „zingende Büyükdere- schroeven" maken bij het varen van het schip. Maar hoe ontstaat nu dit geluid. Wanneer U op een vrije dag buiten wandelt over een landweg waarlangs op hoge palen telefoondraden lopen en er is wat wind, dan zult U ook dikwijls een zingend geluid gehoord hebben. Uit doet de wind, die langs de draden speelt en deze aan het trillen brengt. Dit trillen veroorzaakt het geluid. Hetzelfde zult U zeker wel eens meer ervaren hebben, b.v. bij de staaldraden in de tuigage van een schip, welke men bij harde wind ook wel kan horen zingen. Evenzo gebeurt het nu bij de schroeven. Hierbij is het niet de wind, of wel een luchtstroom, maar het water dat langs de draaiende schroef stroomt. Het brengt de schroefbladen op een of andere manier aan het trillen en het trillen van het blad geeft de zingende toon. Dat schroeven zingen kunnen is nu wél duidelijk, maar waarom de ene schroef wel en de andere niet? En waarom zingen niet alle scheepsschroeven Dit is L nog niet uitgelegd. De stromingstheorie leert, dat als men een voorwerp in een waterstroom houdt, er twee soorten stroming langs kunnen ontstaan, n.l. een laminaire stroom, d.w.z. het water stroomt er glad langs, of de stroom laat los en er ontstaan wervels of kolkjes in het water, die telkens draaiend hun weg langs het voorwerp volgen. Jets dergelijks kan men zelf zien, wanneer men met een bootje langzaam door stil water vaart en langs de huid van het scheepje kijkt. Wanneer en waar wervels ontstaan, hangt o.a. van stroomsnelheid en vorm af. Kleine verschillen van vorm doen de wervels op een ander punt beginnen, zo zelfs, dat bij een symmetrisch voorwerp de wervels meestal niet op dezelfde plaats aan de twee kanten optreden. Ook hebben zij de neiging om niet aan één plaats ge bonden te zijn, maar geregeld iets naar voren of naar achteren te verschuiven. De verschillende plaats veroor zaakt een ongelijke druk op de twee kanten van het voorwerp; een heel dunne plaat of blad papier gaat daardoor in een waterstroom heen en weer bewegen of wel wapperen. Ook het wapperen van een vlag in de wind is door het verschil in wervels aan de twee kanten te verklaren. Bij een dikker blad, zoals van een schroef, gebeurt het zelfde; dit gaat echter niet wapperen, maar het kan gaan trillen. Of het blad gaat trillen hangt van vele factoren af: van de plaats waar de wervels optreden, het verschil van wervels aan voor- en achterzijde van het blad, het drukverloop op het blad, de vorm van het blad, de dikte van het blad; maar hoe dit samenhangt is nu net wat de wetenschap nog niet weet en waarnaar door velen, o.a. door de ingenieurs van het Scheepsbouw kundig Proefstation te Wageningen ijverig gespeurd wordt. Wat men wel weet is dat kleine verschillen in de schroefvorm het zingen doen ontstaan of weer doen verdwijnen. De schroeven van het eerste en tweede schip zijn weliswaar volgens het model gegoten, maar een ge goten werk is nooit precies gelijk; het kleine verschil in de schroeven was voldoende om het verschijnsel te doen optreden. Dat het in een kleinigheid zit is ge bleken een groot voordeel te zijn, toen getracht is de zangers tot zwijgen te brengen. De schroefbladen hadden een stroomlij nvormige door- Woorden invullen van de volgende betekenis 1. Aanlokken; 2. Aan boord klampen; 3. Gemalen graanbolsters4. Roodhuid; 5. Opzoeken in een boek; 6. Oefenen; 7. Gelijk maken; 8. Loofboom; 9. Rond wentelen; 10. Dulden; 11. Vissersplaats in Nederland; 12. Deel van een vestingmuur; 13. Bekwaam; 14. Echt genote; 15. Dagvaarden; 16. Zwervende volken; 17. Ho venier. Alle woorden eindigen op de letter n welke reeds staat aangegeven. De beginletters van de woorden geven een bekend spreekwoord. snede, zie figuur, dezelfde als van een vliegtuigvleugel Hierbij treden óf geen wervels op of ze treden laat op, d.w.z. ver van de voorkant van het blad. De ingenieurs van Wageningen hebben ons nu aangeraden, de ronde kanten aan de vóór- en achterzijde van het blad schuin af te slijpen, of met andere woorden, de stroomlijnvorm te bederven. De wervels treden daardoor op een andere plaats op, er komt een andere drukverdeling, met als resultaat, dat het lied van de zingende schroef uit is. Het afslijpen zal de schroef wel iets minder gunstig ge maakt hebben, maar het verschil is zo klein, dat het wel niet ïn de snelheid van het schip te meten zal zijn.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1948 | | pagina 5