DRIE MAANDEN TINBAGGEREN, SLIBZUIGEN EN MET STOKJES ETEN 100 Vliegend naar Venezuela De Meranteh stuwBilliton Alvorens U iets te vertellen van de „open mijnen" wil ik op een zeer belangrijk onderdeel van het tinbedrijf wijzen, n.l. de watervoorziening. Voor de zeemolens is dit geen probleem want voor deze staat vanzelfsprekend voldoende schoon water ter beschikking, al speelt hierbij de intering van alle stalen delen een onaangename rol. Voornamelijk wordt er echter binnenslands gewerkt, waar de tinafzettingen in de rivierbeddingen voorkomen. Nu moet U zich een rivier op Banka en Billiton niet als een „Maas" of „Lek" voorstellen. Hoewel er, in 't bijzonder op Banka, enige rivieren van flinke breedte voorkomen, vindt men het tin meestal in zeer oude rivierbeddingen die geheel droog liggen. De tinmolens in de open mijnen vergen enorme kwanta water voor het verwerken van de grond in de zeeftrom- mel, de jigs wasapparaten), enz., terwijl het van het grootste belang is dat dit water schoon is, dus zo min mogelijk zand en klei bevat met het oog op slijtage van de pompen en omdat b.v. het wassen van het tin zeer slecht met kleihoudend water kan geschieden. De tinmolen graaft zijn eigen weg in de „kollong" dat pen grote vijver is. Door de tailing-goten en de stenen- goot wordt de grond achter het schip weer in het water III gestort en vormt daar de z.g. tailing-banken. Het spreekt vanzelf dat de lengte van de kollong op deze manier nooit veel groter is dan de totale lengte van de molen met tailing-goten, terwijl de emmers en de stort van de goten het water met zand en klei vertroebelen. Er moet dan ook een middel gevonden worden, het water bij voortduring te verversen. Daartoe wordt het zanderige water via een buisleiding naar een bezink- bekken gevoerd, waar het zand kan bezinken. Tegelij kertijd wordt aan de andere zijde vers water in de kol long toegelaten. Het spreekt vanzelf dat hiervoor" be langrijke waterstaatswerken, zoals het maken van dijken, kanalen, enz., nodig zijn. De foto's laten U de Meranteh- stuw zien, welke stuw door de ingenieurs van de Billiton Mij. werd ontworpen en gemaakt. De Meranteh-stuw was noodzakelijk om eén groot tinrijk terrein van water te voorzien, waar o.a. de molen van gelijkluidende naam in werkt (de „Meranteh" 14 cub. ft. molen werd door Conrad gebouwd in 1937). Maar niet alléén de drijvende tinmolens hebben veel water nodig, ook de open mijnen slokken een geweldige hoeveelheid op. wordt vervolgd). ir. F. C. Rauwenhoff. De heer C. W. de Reus, afd. diepboor, Conrad-Stork, geeft notities over zijn reis naar het land van de olie. Van verschillende zijden is mij gevraagd iets over mijn reis naar en verblijf in Venezuela te schrijven en steeds heb ik getracht hier onder uit te komen. Het is mij namelijk niet gegeven mijn indrukken op een smakelijke manier te kunnen opdienen en ik verwacht dan ook niet dat U, zoals dit met het lezen van een spannend boek zo dikwijls gebeurt, Uw nachtrust voor het lezen van mijn pennevrucht zult opofferen. Alvorens iets over mijn uitstapje te vertellen, want zo wordt zo'n reis beschouwd, zal ik maar meteen verklap pen dat een dergelijke onderneming niets met een ple ziertocht gemeen heeft. Vooral als men alleen gaat en een land bezoekt waarvan men de ta,d slechts weinig of in het geheel niet spreekt. Zo ook deze reis. Na nog met veel moeite iets van de Spaanse taal ge leerd te hebben en gesterkt door het bezit van een zak woordenboekje en vele goed gemeende raadgevingen; vertrok ik naar het voor mij vreemde land. Het was een stralende voorjaarsdag, toen ik, uitgeleide gedaan door familie en kennissen, onze nationale lucht haven betrad. Onder het genot van een kopje thee zaten wij ons te verlustigen aan het imposante schouwspel dat het landen en starten van de vogels van diverse pluimage nog altijd biëdt. toen wij werden gestoord door een stem uit de luidspreker die mij aanmaande direct bij de dou ane te komen. De reis was begonnen. De reis begint. Want eenmaal deze noodzakelijke dienaren der wet ge passeerd, is het contact tussen vertrekkenden en achter- blijvenden verbroken. En, nu maar wachten op de stem uit diezelfde luidspreker, die, het lijkt uren, eindelijk de 'passagiers met bestemming Curagao vriendelijk verzoekt in te stappen, alsof het een buurtverkeer Amsterdam gold. Nog een laatste groet en dan slokt het inwendige van een K.L.M.-vogel een stel ogenschijnlijk uitwendig kalme luchtreizigers op. En voor hen, die nimmer een vliegtuig van binnen heb ben gezien, een korte omschrijving van het intereur van het toestel, een Constellation, hetwelk mij op een snelle en prettige wijze naar de Nederlandse Antillen beter be- kend als West Indië, bracht. Binnenkomend, aan de rechterzijde een garderobe en daarachter de toiletten. Links de passagierscabine, met aan beide zijden dubbele stoelen waarvan de rug met een enkele handbeweging in verschillende standen ge bracht kan worden. Deze cabine biedt plaats aan 46 passagiers. De stoelen zijn genummerd maar.... no. 13

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1948 | | pagina 4