GIETEN EN VORMEN WIELRAADSEL IETS OYER HET MATERIAAL In een der eerste nummers van het Zeskant, verscheen een artikel, dat een algemeen beeld gaf van de ijzer gieterij. Hierin werd reeds medegedeeld, dat machine delen zoals fundatieplaten, stoom- en motorcylinders, af sluiters enz., worden vervaardigd door het gieten van gesmolten ijzer in gietvormen. Deze wijze van vervaar digen heeft het grote voordeel, dat voorwerpen van in gewikkelde vorm in de regel vlugger en goedkoper worden verkregen, dan wanneer hierbij een andere methode zou worden gevolgd. De nodige gietvormen worden verkregen met behulp van modellen, welke vrijwel overeenkomen met het te ver vaardigen gietstuk. Het materiaal,, waarvan deze gietvormen gemaakt wor den, moet vuurbestendig zijn. Dit is noodzakelijk om te voorkomen, dat, bij de hoge temperatuur van het ge smolten ijzer, het materiaal van de gietvorm met het gesmolten ijzer zou samensmelten. Ook is het nodig, dat het te gebruiken materiaal plastisch (goed kneedbaar) is om er gemakkelijk de gewenste vorm aan te kunnen geven en, wat van even groot belang is, de eenmaal gegeven vorm te kunnen behouden. Oorsprong van het zand. Hiertoe gebruikt men een speciaal soort zand, dat op vele plaatsen gevonden wordt; in ons land o.a. in de zandgroeven in de omgeving van Naarden en Hattum en in Zuid Limburg. De zandbanken waaruit nu het vorm-materiaal wordt geput, zijn in de loop der eeuwen ontstaan uit het door vocht en koude verweerde gesteente, dat van de bergen afbrokkelde en door de bergstromen werd meegevoerd. De grootste steenstukjes (kwarts) bezonken het eerst, de kleinere (korrels) eerst daar waar de stroom minder snel werd. Hierdoor vormden zich dan zandbanken, die in latere tijden werden overstroomd, waardoor een laagje klei op de zandkorrels bezonk. Door de regens en vol gende overstromingen werd de klei dan vloeibaar en sijpelde tussen de zandkorrels door naar omlaag. Dit proces bewerkte, dat de zandkorrels met een dun laagje klei werden omhuld. Dit, door de natuur gevormde zand is het geschikste materiaal voor het maken van giet vormen. De kwartskorrel is het hitte-bestendige deel van het zand. Het kwarts smelt namelijk eerst bij een tem peratuur van 1700° C., terwijl de giettemperatuur van het ijzer ligt tussen 12501350° C. Het omhullend laagje klei zorgt er voor, dat de een maal aangegeven vorm behouden blijft. Indien echter het zand onzuiverheden bevat, b.v. kalk, dan kan daar door de hittebestendigheid Verminderen. Het bewijs hiervoor wordt geleverd bij de fabricage van glas. Door toevoeging van kalk en ook van soda smelt hier het kwarts reeds bij een temperatuur van 1000° C. De hierboven omschreven vorm van het zand heeft tot gevolg, dat er steeds enige openingen blijven tussen de korrels, hoe vast het zand ook wordt aangestampt. Door deze openingen kan bij het gieten het ontstane gas ont wijken. Het spreekt vanzelf, dat het vormzand in vochtige toe stand gebruikt moet worden, daar klei in droge toestand geen kleefkrScht heeft. Te veel vocht mag er echter ook weer niet aan worden toegevoegd, immers de kleefkracht van de klei wordt oók minder wanneer zij te veel met water wordt vermengd. Vochtigheid van het vormzand. Vooral bij gietvormen, welk niet in de droogstoof ge plaatst worden ter droging (welke dus, zoals de vakterm luidt, nat gegoten worden) mag niet te veel water wor den gebruikt. Door de grote hitte van het gesmolten metaal vindt een heftige stoomontwikkeling plaats. Uit 1 cm8 water ontstaat onder deze omstandigheden ruim 1700 cm8 stoom. Deze grote hoeveelheid stoom moet grotendeels door de reeds eerder vermelde openingen tussen de zandkorrels ontwijken. Is nu de hoeveelheid stoom te groot, dan ondervindt deze te veel weerstand en kan de druk daarbij zo hoog oplopen, dat het zand van de gietvorm weggedrukt wordt en het gietstuk daar door onbruikbaar kan worden. De natuurlijke kleur van het zand uit de zandgroeven varieert van geel tot oranje, soms groen. Het zand in de gieterij is echter zwart. Deze kleurverandering ontstaat doordat het zand vermengd wordt met zeer fijne steen koolpoeder. Waarom doet men dit? Neem een blank stukje ijzer en stel het aan de lucht bloot. Het wordt dan dof en krijgt een bruine kleur, men zegt dan: het ijzer roest. De zuurstof uit de lucht werkt op het ijzer in, de zuur stof verbindt zich met het ijzer. Deze verbinding noemt men roest of oxyde, dus ijzerroest, ijzeroxyde. Hoe hoger nu de temperatuur is, hoe sneller dit oxyderen geschiedt. Dit gebeurt nu ook snel bij het stollende ijzer. De zuurstof uit de lucht, welke de ruimten tussen de zandkorrels opvult, werkt op het stollende ijzer in en vormt snel ijzeroxyde. Het gietstuk dat verkregen wordt, heeft daardoor een enigszins ruw aanzien. Waarom steenkoolpoeder door het zand. Door toevoeging van steenkoolpoeder aan het zand, kan het vormen van ijzeroxyde tegengegaan worden. Als steenkoolpoeder verhit wordt zonder dat zuurstof kan toetreden ontwikkelt zich gas, zoals ook op de gasfabriek gebeurt, en wel in vrij grote hoeveelheid. Deze hoeveel heid gas hoopt zich op in de kleine ruimten tussen de zandkorrels. De spanning van dit gas loopt daardoor snel op. Het gevolg hiervan is, dat de lucht tussen de korrels wordt weggedrukt en dus. niet meer op het stollende ijzer kan inwerken. De zandkorrel wordt op deze wijze door een gaslaagje van hoge druk omgeven, welke druk zo hoog kan zijn, dat het ijzer niet onmiddellijk met de zandkorrels in aanraking kan komen. Daar het gaslaagje uiteraard erg dun is, krijgt het gietstuk dus toch wel dezelfde gedaante als de gietvorm. Geschikt vormzand is dus een natuurproduct, maar zoals in de natuur niets gelijk aan elkaar is, zijn ook de zand korrels vaak verschillend, zelfs zand uit dezelfde groeve kan verschillen, omdat het kleilaagje op verschillende diepten niet even dik is. Dit brengt voor de gieterij eigenaardige bezwaren mede (hierover later meer). Daarom nemen sommige gieterijen het werk van de na tuur over, door de kwartskorrel zelf met het nodige laagje klei te omhullen, waarbij men zelf in de hand heeft aan het kleilaagje de vereiste dikte te geven. De rivieren leveren het kwarts. Een hoeveelheid hiervan wordt met dun aangemaakte klei gemengd. Dit noemt men synthetisch zand. N. J. de Haas (Gusto). De oplossing van het raadsel in ons nummer van Novem ber is: 1. bekoren (of behagend, 2. enteren, 3.zemelen, 4. indiaan, 5. naslaan, 6. trainen, 7. effenen, 8. esdoorn, 9. gedogen, 10. gedogen, 11. IJmuiden, 12. bastion, 13. ervaren, 14. gemalin, 15. indagen, 16. nomaden, 17 tuin man. Over het algemeen vond men dit raadsel moeilijker dan het vorige. Een volgerjde keer zullen we het niet te moei lijk maken! Na loting werden de volgende prijswinnaars aangewezen: dhr. Riel, Conrad, dhr. A. Bode, afd. repa ratie Werf Gusto, mej. I. Visser, afd. calculatie De Klop, dhr. A. Klijnjan, no 376 K., dhr. P. de Bie, no 363 L. Smit Zn., dhr. Schutte, afd. inkoop Verschure. Willen de winnaars het boek hunner keuze opgeven aan hun firmaredacteur?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1949 | | pagina 4