HULDIGING
Hoe Pietje de werf ziet
Het is Woensdagmiddag. Echt belabberd Hollands win
terweer. Belabberd, zoals een Hollands schrijver het
nog nooit heeft kunnen weergeven.
Pietje zit daarom thuis en speelt met zijn mooie Me-
canodoos, 2 plaatjes, 4 asjes, 6 stripjes en 12 boutjes.
Bouwt, maar zijn werk vlot niet. Hij zucht: Was vader
maar thuis, die kan alles maken. Was hij maar zoals
vader! Een held in de ogen van z'n kind. Maar Pietjes
vader is werkelijk een goede vader, met ere, en werkt
op de Werf.
Pietje houdt het niet laiiger uit en gaat, trots alle ver
maningen van Moeder, naar buiten en worstelt even
later door alle windvlagen heen in de richting van de
Werf, waar hij zo'n mooi plaatsje heeft om de Werf te
overzien. Dat waggelende locomotiefje, de hoge kranen
trokken hem steeds aan. Net achter de schutting ligt
een brug en dat alles kan vader maken uit z'n mooie
Mecano-doos.
Bij de schutting gekomen, kijkt hij eerst door z'n kijk
gaatje. Fijn, hier voelt hij de wind niet zo en hoort hij
weer het volle geluid van de Werf, waar hij al zo ver
trouwd mee is.
Hij hoort iemand luid schreeuwen, vloeken zelfs. Als hij
het goed verstaat, had de kraanmachinst boven in de
kraan om de khanden van de ander moeten den
ken.
Maar dat kon de man toch niet horen met zo'n wind!
Pietje klom op de schutting, wou er het zijne van weten
en zag een troepje mannen, waarvan er één nog stond
te foeteren.
Maarwas dat vader? Zó had hij hem nog
nooit gehoord!
Pietje viel van de schutting, tranen welden op in z n
kinderogen en hij strompelde de richting naar huis
Ontzettend veel is er de laatste decennia verbeterd op
dit gebied, maar de laatste der Mohikanen is nog niet
verdwenen.
We hadden in Januari jl. wederom drie jubilarissen, n.l.
de Heren G. Bakker, O. Lissenberg en J. H. v. Roey.
De Heer G. Bakker, die het heuglijk feit herdacht, dat
hij vóór 50 jaren, op 30 Januari 1899, in dienst trad, is
le machine-steller geweest. Veel machines werden door
hem gemaakt en gezegd kan worden, dat hetgeen onder
zijn leiding tot stand kwam, goed functionneerde. Hij
staat bekend als een goed collega, met wie het altijd
prettig is samen te werken.
De Heer O. Lissenberg trad in dienst op 21 Januari
1909. Hij vierde dus zijn 40-jarig jubileum.
De grootste lof, die hem kan worden toegezwaaid is,
dat hij steeds een uitstekend revolverdraaier was; wat
van zijn bank kwam, was altijd keurig werk.
De Heer J. H. v. Roey trad vóór 25 jaar, op 21 Januari
1924, in dienst. Hij toonde zich als draaier-kotteraar een
uitstekend vakman. Hij is iemand met een vrolijk karak
ter, die gaarne de zonnige zijde van alles ziet, een goed
en prettig collega.
Betrokkenen werden, zoals gebruikelijk, gehuldigd door
de Directie en de collega's.
Wij geloven wel, dat deze dagen als een prettige en
blijvende herinnering voor hen zullen blijven leven.
Zij vormden immers een bekroning voor een lange pe
riode van trouwe, onafgebroken plichtsbetrachting.
O. Lissenberg
G. Bakker
J. H. v. Roey