KUNSTRUBBER
ongelooflijke snelheid werken ze ook dikke soep enz. naar
binnen. Natuurlijk hebben we ook „Chinees" gegeten en
hebben met „verontwaardiging" het aanbod van de Chi
nese kellner van de hand gewezen om ons een porcelei-
nen lepeltje te geven in plaats van de stokjes, die uit
dagend naast ons bord lagen. En werkelijkna enige
instructie lukte het al aardig. Het papieren tafellakentje
werd er echter niet schoner op.
In Batavia zijn enige zeer belangrijke bedrijven, die wij
bezocht hebben; daarna nam ondergetekende afscheid
van Ir. Holgen, die naar Holland terugkeerde, en ging
de reis in gezelschap van Ir. J. P. de Geus per vlieg
tuig naar Medan (Sumatra). Het doel van de reis was,
hier enige dagen en nachten te varen op de slibzuiger
„Celebes", welke de geul van Belawan naar zee op diepte
houdt.
De havenplaats Belawan is na de oorlog weer groten
deels herbouwd. Langs de kade. o.a. vlak vóór de loodsen
van de Rotterdamscbe Lloyd, lagen nog een paar ge
zonken schepen half boven water.
Met smart werd op de aankomst van de in Holland ge
kochte drijvende bok gewacht, welke deze schepen moest
helpen lichten.
Vooral het zuigen met de „Celebes" bij nacht was zeer
interessant. Het valt niet mee om de kleine baken-lichten
bij nacht precies in elkaar te houden in de slechts 60 M.
brede geul.
Van Medan ging mijn reis verder via Penang (Malak-
ka) naar Bangkok (Siam). Van Bangkok naar Shanghai
(China) en terug via Hongkong, Rangoon (Birma), Cal
cutta (India), naar Schiphol.
Over al deze interessante, typisch Oosterse landen zal ik
U geen lange reisbeschrijvingen geven.
Slechts enkele flitsen over Shanghai. Shanghai is een
stad van geweldige tegenstellingen. Prachtige grote,
witte gebouwen, toren-flatgebouwen, grote boulevards en
daarachteroneindige chinezenstad met door elkaar
wriemelende mensenmenigten, vies, straatarm, overvol en
een enorm aantal bedelaars.
En boven alles uit een ontzettend lawaai van schreeuwen
de en gesticulerende Chinezen. Een Chinees is nu een
maal luidruchtig. Wanneer zij met elkaar praten, klinkt
het in onze oren of zij de grootste ruzie hebben.
Met „Drie maanden tinbaggeren, slibzuigen enmet
stokjes eten" heb ik gemeend U een indruk gegeven te
hebben van het doel van deze reis, zoals trouwens het
doel van alle reizen van I.H.C.-directies is, nl. om in
het buitenland in contact te komen met toekomstige be
stellers, ervaringen op te doen, voorlichting te geven en
„goodwill" te kweken om werk te geven nu en in de toe
komst aan 6 werven met ca. 6000 werklieden.
Ir. F. C. RAUWENHOFF.
Een van de vragen die bij de redactie van Het Zes
kant" zijn binnengekomen, heeft betrekking op enkele
kunstproducten zoals kunsthars, kunstrubber enz. Over
kunstrubber volgen hier enkele mededelingen; later zal
over andere kunstproducten, die vooral voor de techniek
van belang zijn, een en ander worden gezegd in ons
orgaan.
Het is bekend, dat in rubber z.g.n. onverzadigde kool
waterstoffen voorkomen (isopreen en methylbutadieen).
Deze treden in rubber niet „zelfstandig" op, maar in
samengestelde vorm van aan elkander gekoppelde mole
culen. Deze onderlinge zelfbinding van moleculen tot
lange ketens noemt men polymerisatie en de verkregen
producten heten polymeren. In het begin van deze eeuw
heeft een Duitse apotheker, Fritz Hofmann, de mogelijk
heid van rubbersynthese bestudeerd. Zijn experimenten
zijn met succes bekroond, want via aceton (een kleur
loze, brandbare vloeistof, die verkregen wordt door droge
destillatie van calciumacetaat), gelukte het hem uit me-
thylisopreen of dimethylbutadieen een z.g.n. methyl-
caoutchouc te fabriceren. Een volwaardig product, dat
de natuurrubber in alle opzichten kon vervangen, was het
niet. Na 1918 is de belangstelling voor rubbersynthese
enigszins verminderd, maar in 1926 nam deze weer toe,
mede onder invloed van de sterk gestegen rubberprijzen.
En toen men zich niet meer gebonden achtte aan de
getrouwe nabootsing van de natuurrubber, maar veeleer
zocht naar producten die deze rubber voor bepaalde toe
passingen zouden kunnen vervangen, betrad men een
nieuw terrein van onderzoek, dat meerdere mogelijkhe
den in zich sloot. Succes bleef niet uit, en we verkeren
thans in de gelukkige omstandigheden,, dat we niet
slechts over één, maar reeds over een aantal verschillen
de kunstrubbers beschikken.
Geen van alle bezitten zij gelijktijdig de kwaliteiten van
natuurrubber, maar daartegenover staat dat zij in be
paalde eigenschappen deze soms overtreffen. Zo wordt
b.v. kunstrubber niet aangetast door oliën en benzine.
Bij een van de processen waarbij synthetische rubber
wordt vervaardigd, gebruikt men koolwaterstof en kalk,
resp. in de vorm van cokes en ongebluste kalk. Het
fabricageproces bevat le. de vervaardiging van de buta-
dieen. 2e. de polymerisatie van de butadieen tot synthe
tische rubber. De cokes en de kalk worden tezamen in
een electrische vlamboogoven verhit tot een temperatuur
van 2500° C., waarbij calcium carbid ontstaat. Wanneer
men daarop water laat inwerken, vormt zich naast ge
bluste kalk het acetyleen, een sterk onverzadigde, gas
vormige koolwaterstof. (Denk aan onze vroegere fiets
lantaarns). Door aan dit acetyleengas water, waarin wat
kwikzout en zwavelzuur zijn opgelost, toe te voegen en
daarna nog waterstof, verkrijgt men buthyleen-glycol, dat
na verschillende bewerkingen, o.a. met aluinaarde, tot
vloeibare butadieen wordt omgewerkt. Dit is de grond
stof voor een van de meest toegepaste rubber-synthesen.
De butadieen, ook wel divinyl genoemd, bezit in sterke
mate polymerisatievermogen (zie boven). Men heeft het
in de hand de eigenschappen van het eindproduct te be-
invloeden, door bepaalde stoffen toe te voegen of be
paalde werkwijzen te volgen. Zeer bekend is de polyme
risatie met metallisch natrium, waarbij uit de vloeibare
butadieen de z.g.n. buna-caoutchouc (rubber) ontstaat.
Het woord Buna, dat vooral in de pasvoorbije oorlog
zo'n bijzondere klank heeft gekregen, blijkt te zijn sa
mengesteld uit de benamingen van de twee agentia
óutadieen en natrium. Waarschijnlijk is dit kunstproduct
chemisch verwant aan de natuurlijke caoutchouc; immers
ook hierbij treft men onder de splitsingsproducten me
thylbutadieen aan, zoals reeds werd gezegd. Men dient er
wel op te letten, dat synthetische rubber niet alleen moet
worden gezien als een vervangingsproduct van de na
tuurlijke rubber, maar meer nog als een materiaal dat
het aantal technische mogelijkheden heeft vergroot.
Buna is duurder dan natuurrubber, maar het is ook beter
bestand tegen licht, warmte, olie, benzine en wrijving
dan de laatstgenoemde rubber.
Het spreekt vanzelf, dat over deze kunstrubber en andere
rubbersoorten nog veel meer zou zijn te zeggen, maar
voor heden willen we het bij deze mededeling laten.
v. d. H.