«MP8S1S *T - roeiboten wordt het materiaal naar de wal gebracht. Dat overladen ging nog betrekkelijk makkelijk, omdat op de pakketboot een mast was met giek en een stoomlier, maar het ging niet altijd even zachtzinnig. De vletten voeren dus tussen de rotsen door om de mon ding van de rivier te bereiken. Is het evenwel eb dan moeten ze wachten tot de vloed opkomt, anders is het water te laag. Eindelijk is de vlet dan door de op Vele plaatsen verzande rivier op de plaats gekomen waar de molen zal worden opgebouwd. Van te voren is men daar al begonnen om van een paar bomen een bok te maken en aan de kant van de rivier te plaatsen en een handlier om te hijsen. Ook zorgt men voor smalspoor en lorries om het materiaal verder het land in te brengen. En zo sleept men weken lang, ook al omdat het wel een week duurt voordat de pakketboot weer met een volgend vrachtje komt. De aanvoer is niet altijd zo dat men krijgt wat men het eerste nodig heeft en zo ontvang je dak spanten als je vlak- of dekbalken nodig hebt. De grote hoeveelheid materiaal in Penang per keer aangevoerd, wordt n.l. bij kleinere partij en door dekustboten mee genomen; vandaar deze „ongeregeldheden", die nog ver groot worden door eventueel verkeerd bezorgen. De opbouw gaat dus wat ongeregeld en men verwerkt maar wat er aangevoerd wordt. Soms zijn er nog wel terreinen die gunstiger liggen en waar men dan ook gebruik kan maken van ossenwagens of vrachtauto's. Dat er op deze wijze van vervoer ook wel eens iets verbogen of stuk aankomt laat zich begrijpen, maar dan is de enige oplossing repareren. De zware stuk ken, zoals tuimelaars en machines, geven heel wat hoofd brekens. Het terrein. De voorbereidingen van het terrein zijn ook niet alle ge lijk. Het ponton wordt soms op de begane grond opge bouwd of in een paddock. Een paddock is een groot uit gegraven gedeelte in het terrein, van een paar meter diep. Door middel van een sluis kan men de paddock vol laten lopen met water uit een rivier, welke in de buurt loopt. De diepte van de paddock moet dus zo zijn, dat bij hoge waterstand (vloed) er voldoende water inkomt om het ponton drijvende te krijgen. Wanneer er van te voren geen tijd was om de paddock te graven, bouwt men het naast de te graven paddock op. Wanneer de put dan diep genoeg is en het ponton zover dat het dicht is, laat men de put vol lopen door de sluis en daarna laat .men het ponton op de gewone wijze, dus op dwarsslede, aflopen, en komt het in de put te drijven. Bij het graven van de put staan ook nog pompen aan de kant om het grond water uit te pompen, anders kan men niet graven. Het transport van de uitgegraven grond gaat soms nog zeer primitief: de koelies n.l. dragen de grond weg op twee Ponton op de paaltjes Gefedereerde Maleise Staten 1928). Emmerladder wordt opgebouwd (Indongsië 1936). fV V '7 'ij 7.7:.. .7:7^' 7 "ft- .v - - platte mandjes aan een juk; voor het graven gebruikt men houwen. Over de bouw van het ponton kan ik nog vertellen dat de vlakplaten (bodem) worden neergelegd op staande, Van gelijke lengte afgezaagde paaltjes van ongeveer 80 cm lang, die boven op de grond worden neergezet. Door het gewicht zakken ze zelf wel wat in de grond. Daarna ko men de vlakbalken, zijspanten, langs- en dwarsschotten, enz. Het meeste wordt naar de plaats van bestemming over een paar balken of rails gesleept en door een aantal koelies overëind gezét. Chinezen bouten alles vast en men bouwt verder tot er geklonken kan worden. U be grijpt wel hoe moeilijk het is zo'n ponton vlak te houden en het mogelijk te maken dat de schotten en tunnel slui ten in de reeds bestaande delen. Het is elke dag water passen, maar ook de witte mieren doden met petroleum, want anders vreten ze de hele stelling op en zakt de boel op een bepaald punt in elkaar. Dat opbouwen moet dus alleen daarom al zo vlug mogelijk geschieden en daarom moet het ponton zo spoedig mogelijk in het water ge bracht worden, om van al die narigheid af te wezen. Het klinken van het vlak wordt met de hand gedaan, omdat de koelies niet zo handig zijn met de revolver; de rest gaat alles met de revolver, want voor een compressor is ook gezorgd en olie is er genoeg. Door de verantwoor delijke monteur worden de nagels getest en het kook- werk nagekeken. Bij het te water lopen kom je ogen en handen tekort want dan zijn de Chinezen uitgelaten van plezier of ze nuwen. Veel knalvuurwerk wordt er bij afgestoken en men heeft geen tijd te wachten tot het sein gegeven wordt vanstoppingen weg en „klink" los. Maar het ponton komt te water en daar ging het om. Dan komen de pompen in het ponton aan de beurt, die er met een recht-mast worden ingezet. Daarmee worden ook de eerste stijlen overeind gezet van de bovenbouw en zo wandelt men met de rechtmast of „derk" het dek ïond. Verder gebruikt men elk stijltje wat al overeind staat om met vierlopers de platen naar boven te hijsen. Het is dus een kwestie van uitkijken dat het zo gedaan wordt, dat je overal bij kan komen. Op de wal maakt men de ladder klaar en legt hem zo neer, dat" het boveneind voor het open beun komt voor het later inhijsen, wat niet eerder gebeurt dan dat ketel en machine bedrijfsklaar zijn en het bovendrijfwerk op de hoofdbok is gemonteerd. Met de blokken waar hij later aan komt te hangen wordt de ladder over rollen naar boven gesleept en daar bevestigd. Ook de emmer ketting op de ladder brengen is een werkje van uitkijken en veel inspanning. Maar dan is ook het ergste gebeurd en kan men gaan proefdraaien. En als dan de eerste em mers met tinhoudende grond boven komen, is het doel bereikt. de Munnik *f (Conrad)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1949 | | pagina 5