HULDIGING BEDROG PASEN Op 16 Maart j.l. mocht de heer C. Onderdelinden, maga zijnmeester, het bijzondere feit herdenken, dat hij vóór 50 jaar in dienst trad. De jubilaris kwam op 16 Maart 1899 als leerling ijzer werker in dienst op de Werf in Slikkerveer. Toen hij daar het ongeluk had een oog te verliezen, was het ge daan met zijn vakopleiding. Op 8 Mei 1905 kwam hij in Schiedam op de Werf, eerst in het hulp-magazijn en later als magazijnmeester in de bankwerkerij, in welke functie hij een uitgebreide mate- rialenkennis opdeed. De heer Onderdelinden is een van die stille figuren, die niet willen opvallen, maar plichtsgetrouw en eerlijk hun weg gaan en juist daarom door iedereen geacht worden en in hoog aanzien staan. Op Dinsdagavond, 15 Maart, werd hij gehuldigd door het kantoorpersoneel, bazen, collega's en de Personeelsver eniging. Enige waardevolle geschenken vergezelden de gelukwensen. De volgende dag werd de jubilaris en zijn echtgenote feestelijk door de Directie ontvangen. Als bijzonderheid zij vermeld, dat bij deze gelegenheid door de Directie Mevrouw Onderdelinden werd aange zocht de Turkse boot, welke op 26 Maart van stapel zal lopen, te dopen. Door deze geste beoogde de Directie alle medewerkers in het huldeblijk te betrekken. We twijfe len er niet aan, of dit zal door iedereen hogelijk worden gewaardeerd. We hopen dat de 15e, 16e en 26e Maart hoogtijdagen voor de jubilaris en zijn echtgenote zullen zijn en een blijvende herinnering zullen vormen. Er zijn mensen die een zekere genialiteit aan de dag leg gen, wanneer het er om gaat, verzuimde uren betaald te krijgen ten laste van Afdelings-kas van de Werf; dus bij de uitvoering van de Ziektewet. Ze zijn wat men noemt „uitgekookt" of „uitgeslapen". Misschien is de laatste uitdrukking nog beter dan de eerste. Want in de regel zijn ze uitgeslapen omdat ze zich verslapen hebben en, in plaats van om half acht, pas om half tien op het werk komen. Dat levert een verlies van twee uur loon op! „Geen nood," zeggen deze uitgeslapen lieden, „dan maar even naar de Sociale afdeling en zeggen, dat ik naar de dokter geweest ben." Ze weten dat de artsen geen be zoekbrief jes afgeven of tekenen en het is toch niet te con troleren, of ze inderdaad bij de huisarts geweest zijn! Mis! Want de Sociale afdeling zegt: „Laat het recept dan maar zien." Maar deze uitgeslapen broeders zijn niet voor één gat gevangen, want prompt komt het antwoord: „Dat heb ik al naar de apotheek gebracht." En ze den ken, dat ze nu klaar zijn. Maar even prompt komt de opdracht van de Sociale afdeling: „Medicijnen laten zien." Nou ja, dan hebben ze pech gehad! Want de medicijnen hebben ze natuurlijk niet. De man komt niet met drankje, poeders of pillen aandragen en krijgt de verzuimde uren niet betaald. Het is vervelend voor de uitgeslapenen wanneer ze na een paar dagen op de Sociale afdeling worden geroepen en de vraag horen, hoe dat nu met die medicijnen zit! Ja, die hebben ze vergeten. Goed, dan morgen meebren gen. Maar de volgende dag komen ze niet. Weer de vraag: „Waar blijf je nu met die medicijnen?" En dan moeten ze op een gegeven ogenblik toegeven, dat ze helemaal niet bij de dokter geweest zijn. Het komt voor, dat de man na een paar dagen met de medicijnfles of poederdoos komt aandragen en dat dan blijkt, dat de datum op het etiket veranderd is. Voorzich tig weggekrabt en de datum van het doktersbezoek erop ingevuld. Dit moet wel héél mooi gedaan zijn, wil het niet gemerkt worden! En ook dan komt de erkenning, dat de opgave van het doktersbezoek onjuist is geweest. Hoe moeten we het nu noemen, als iemand opgeeft naar de dokter geweest te zijn, als hij er in werkelijkheid hele maal niet geweest is! Bedrog! Bedrog tegenover de Werf, waarvan men geld tracht te verkrijgen, waarop men geen aanspraak heeft. Bedrog tegenover de arbeidskameraden, die jarenlang gewerkt hebben om een sociale verzekering te verkrijgen, die nu door deze uitgekookte en uitgeslapen lieden mis bruikt wordt en in gevaar wordt gebracht. Bedrog tegenover zichzelf, omdat men zich wijsmaakt, dat dit leugentje niet zo erg is, terwijl het in werkelijk heid het moreel van de man ernstig aantast. Men begint met een klein leugentje en eindigt er mee, dat men be kend komt te staan als een zeer onbetrouwbaar persoon. Het komt van kwaad tot erger! Laten degenen, 'die zich aan dergelijk bedrog schuldig maken, niet verwonderd zijn, als zij op staande voet ont slagen worden. Want deze gevallen worden zonder uit zondering doorgegeven aan de Personeel-Afdeling en aan de betrokken bedrijfsleider. Laten degenen, die in de toekomst zulke „handigheidjes" zouden willen uithalen, bedenken, wat zij er mee beder ven, zowel voor zichzelf als voor hun mede-arbeiders en voor de Werf. 't Is altijd nog beter twee uur loon te mis sen als eerlijk man, dan twee uur betaald te krijgen als een bedrieger. Sociale Afd. Als we rond Pasen naar buiten gaan, en onze ogen de kost geven, zien we overal om ons heen de opleving der natuur, overal jong leven bij dier en plant, overal het ontwaken uit de starre winterslaap, de overwinning op de dood. Was Kerstmis het feest van de belofte, dan is Pasen het feest van de vervulling: Niet aan de Dood was het laat ste woord, maar aan het Leven. Het is goed dit eens te gedenken nu we ons opmaken om het Paasfeest te gaan vieren, want het is te betreuren, dat de rijke zin van een dergelijk feest aan velen onzer voorbijgaat. Het tempo en de omstandigheden waarin de huidige generatie heeft te leven, is er veelal de oorzaak van, dat de waardevolle inhoud dezer gedenkdagen niet meer tot volle openbaring kan komen. Daarom is Pasen voor vele, in geestelijke sleur levende mensen, dikwijls geen blij makende werkelijkheid. Was dit wel het geval, dan zou er meer van de Paasvreugde, welke in ons zou moeten leven, naar buiten uitstralen. De Evangelisten verhalen van twee vrouwen, die na het verschrikkelijke gebeuren op Golgotha, uitgingen om het graf van Christus te bezoeken. Alle hoop was hun door de dood van Christus ontvallen. Weg was alle perspectief, weg alle verwachting. Het tweetal komt bij het graf en ziet.het graf was ledig. En vol verbijstering horen zij de Engel, die de wacht bij het graf hield, vragen: „Wat zoekt gij levende bij de doden." „Gedenk hoe hij tot U gesproken heeft." En dan herinneren zij zich de woorden van Christus, die meermalen gewaagd heeft van zijn overwinning op de dood. Smart en teleurstelling hadden alle geloof aan zijn macht uit haar geest gebannen. Nu eerst beseffen zij, staande bij het ledige graf, dat er reden was om te ge loven. Hierin schuilt voor ons ook de kracht, ondanks alle tegenspoed in ons leven, eveneens niet te twijfelen, maar te volharden in het geloof op uitkomst. En die zal komen, even onverwacht als voor die vrouwen bij het graf op Paasmorgen. Pasen leert ons, dat op de smartelijkste ogenblikken, toch het Licht van de genade alles zal overglanzen. Het graf is overwonnen! Het klinkt als een jubel. De belofte werd vervuld en de ontmoedigde mens behoeft niet meer te staan bij een gesloten graf. Dat is de les van Pasen, voor U en voor mij. Op ons wacht het leven, het rijke, mooie en niet uitzichtloze leven. En van dat leven kunnen wij zelf zoveel maken in ons gezin, op de fabriek, kan toor of in de werkplaats. Moge Pasen 1949 ons allen brengen het geloof in de Vernieuwing en de Herrijzenis en bovenal vertrouwen in het leven!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1949 | | pagina 7