VLIEGEND NAAR Men vindt er zeer mooie gevels en huizen, maar ook er barmelijke woningen waarin het voor mij ondenkbaar was, dat mensen hierin kunnen leven. Men heeft mij dit 's avonds laat eens laten zien en wij mochten van geluk spreken niet gestruikeld te zijn over de benen van een bewoner van een dergelijk krot, welke zeker, een halve meter buiten de „deuropening" staken. Op foto no. 1 ziet U een zeer drukke winkelstraat in Willemstad, met de Hollandse naam Herenstraat, terwijl op foto no. 2 het paleis van de Nederlandse gezagdrager, met twee museumkanonnen naast de schildwachthuisjes op de voorgrond, te zien is. -9 Foto no. 3 is een aardige opname van de pontonbrug over de natuurlijke, direct met de zee verbonden haven, welke voor het intensieve scheepvaartverkeer vele malen per dag geopend moet worden. Zoals uit de foto blijkt, is het verkeer links. Het vervoer wordt door buslijnen onder houden maar bovendien rijden er zeer veel taxi's, door gaans door gekleurde chauffeurs bestuurd en erg kost baar. Als slot wil ik U nog iets vertellen over de gesprekken met enkele inwoners, welke naar ik hoop, U een indruk zullen geven van de mentaliteit van deze typische bevol king. Tijdens een van mijn ritten kwam ik in gesprek met een taxichauffeur, en het gesprek kwam op vliegtuigen. Hij vond het ondingen en op mijn verbaasde vraag waar om, volgde dit ,in het Engels gesproken, betoog: „Wanneer ik ruzie heb met iemand die ver van mij vandaan woont zal ik me wel tweemaal bedenken voor dat ik hem opzoek om er verhaal op te halen. Met een vliegtuig ben je er zo en dit bevordert de saamhorigheid onder de volken niet." Tijdens zijn betoog zwaaide hij met beide armen, het stuur loslatend, rijdend op een smalle bochtige weg met aan beide zijden water en... In mijn vorig artikel heb ik getracht U een indruk te geven van mijn vliegreis naar Curagao, met de belofte U over mijn kortstondig verblijf aldaar, vóór mijn doorreis naar Venezuela, iets te vertellen. Tijdens de autotocht van het vliegveld naar het aan zee gelegen hotel ,viel mij op, dat vele bewoners buiten, bij het licht van een schemerlamp, rustig hun boek of courant zaten te lezen. Dit stelde mij gerust, want vóór mijn ver trek had men mij in Holland „gruwelverhalen" verteld over muskietenplagen en dergelijke animerende aan trekkelijkheden. U zult zich kunnen voorstellen dat ik. na 35 uren onafge broken in de kleren te zijn geweest, me hiervan spoedig ontdeed om een verfrissend bad te nemen in een, afge schermd deel van de zee. Doordat haaien zich nogal eens in de omgeving vertonen is deze afscherming noodzakelijk maar bovendien blijft er nog altijd gevaar door de aan wezigheid van de op de bodem groeiende flora, welke bij aanraking een behoorlijke ontsteking veroorzaakt. En om nu 6 weken in Curagao met een been op een stoel te zitten, daar voelde ik niet veel voor en dat was ook de opdracht niet. Na een grondige inspectie van mijn slaapvertrek op kakkerlakken, waarvan een tiental de dupe werden, werd het hoog tijd voor mijn eerste nachtrust in de tropen. Dank zij een behoorlijke passaatwind welke wat afkoe ling bracht, viel het nogal mee, maar hoeveel malen heb ik later, slapend in een tent in de bossen in Venezuela, tijdens een volkomen windstille nacht niet verlangd naar deze koelte. Maar daarover later. De volgende dag was ik weer vroeg present, om na mijn noodzakelijke bezoeken aan bevriende relaties en ken nissen, iets te zien van Curagao. Het is een zeer klein eiland, circa 550 km", en heeft een zeer gevarieerde bevolking waarvan de meesten een vreemd taaltje spreken, het z.g. Papiamento, hetgeen een mengelmoes is van Spaans, Portugees, Indiaans. Ook wordt er veel Engels en vanzelfsprekend veel Hollands gesproken, dit laatste voofal door de aanwezigheid van vele Hollandse employe's van de Cur. Petroleum Im port Mij. Men treft er vele Hollandse straatnamen, maar de uithangborden van de winkels zijn veelal in het Spaans of Engels. De winkels zijn ruim bevoorraad en men ziet er vele dure Amerikaanse auto's. Het lijkt op het eerste gezicht een welvarend eiland maar een Staten lid slaakte de uitdrukking: „Zijn wij wel zo rijk als wij denken?". En inderdaad niet ten onrechte. De huisvrouw constateert met schrik, evenals hier, dat met het huis houdgeld elke maand minder te koop is. De huishuren bedragen circa 1 s tot Y& van het inkomen en de levens- middelenprijzen zijn zeker niet laag. De neringdoenden zijn er beter aan toe, vooral door het veelvuldig bezoek van Amerikaanse toeristen, welke met de zo zeer begeerde dollars betalen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1949 | | pagina 2