STRIJD
ONZE JUBILARISSEN
TEGEN DE KLOK
J
Dankbetuiging
Als mijn meedogenloze wekker me 's morgens wakker
maakt, dan lijkt mijn bed een zoet paradijs, dat beto
verend en warm is in vergelijking met de koude, grau
we wereld waarin ik me elke morgen weer moet be
geven. Het is alsof het bed mij met duizenden kleine
zuignappen naar zich toe trekt en mij niet los wil laten.
„Zo te kunnen blijven liggen", denk ik dan, soezend en
dromend, met opzet niet lettend op het wrede uurwerk
op mijn nachtkastje. „Wat zou dat heerlijk zijn. Kon ik
maar blijven slapenEn ik probeer nog altijd een
paar minuutjes te blijven liggen, zodat ik altijd pas op
het uiterste nippertje op mijn werk ben. Nou ja, soms
ben ik wel eens even over tijd, maar meestal haal ik
het wel. Maar je moet natuurlijk niet vragen, wat daar
voor nodig geweest is. In vliegende haast, snauwend
tegen mijn vrouw, die het ook niet helpen kan, was en
scheer ik me, duik in mijn kleren, prop een paar boter
hammen naar binnen en race als een tweede Gerrit
Schulte weg, om dan in het zweet mijns aanschijns en
met bonzend hart op het allerlaatste ogenblik de poort
binnen te komen stormen. En dat gaat zo elke mor
gen
Hoeveel van Nederlands duizenden werkers of ze nu
een overall of een boordje dragen zouden niet een
dergelijk verhaal over hun eigen morgenbelevenissen
kunnen vertellen? Och, het is zo goed te begrijpen.
Meer en meer is het gewoonte geworden laat naar bed
te gaan, terwijl het lichaam tóch zijn rechtmatig deel
een gezonde 8-urige slaap op blijft eisen. Het
gevolg ishollen, rennen, draven, ente laat komen.
Omdat het vaak om een zuivere vertrouwenskwestie
gaat, waarbij geen direct financieel nadeel te duchten
valt, wordt er na de oorlog in vele gevallen wel eens de
hand gelicht met het op tijd komen. „Ik kijk 's avonds
ook niet op een half uur", wordt wel gezegd, ook door
Dat dit heugelijk feit niet ongemerkt voorbij ging, be
hoeft geen betoog. Door Directie, bazen en collega's
werd hij dan ook gehuldigd, zoals bij dergelijke gele
genheden gebruikelijk is en mocht hij enkele waarde
volle geschenken in ontvangst nemen.
De huldiging had echter een wrange bijsmaak, daar zij
tevens een afscheid betekende in verband met het feit,
dat onze jubilaris met pensioen ging. Met hem vertrok
een allround vakman, die niet gemakkelijk te vervan
gen is. De laatste jaren was hij werkzaam bij het bouw
bureau, waar hij vooral in het spoorleggen een speciali
teit bleek. Wat men hem ook opdroeg, het kwam te
recht. Hij was bovendien een prettige werker en goed
kameraad.
Wij wensen hem dan ook een rustige levensavond toe.
A. Franken, carousseldraaier, herdacht op 9 Augustus
jl. de dag, waarop hij voor 40 jaren bij onze Werf in
dienst kwam.
De jubilaris is iemand, waarvan men zegt „hij staat
voor zijn werk". Wat hem wordt opgedragen komt feil
loos uit zijn handen. Hij is een van die stille werkers,
die zich niet op de voorgrond dringen en juist daarom
door hun medearbeiders gezien zijn. Dit kwam dan ook
tot uitdrukking bij de huldiging, welke hem door de
Directie, bazen en collega's werd bereid.
Wij hopen, dat dit voor hem een blijvende herinnering
zal betekenen.
Hiermede betuig ik mijn hartelijke dank aan de Directie,
chefs en beambten, de leden van het Dorusfonds en de
werklieden van de afdeling Constructie voor de goede
wensen en mooie cadeaux, ontvangen bij zijn afscheid
van de Werf Gusto als gepensioneerde. Ook namens
mijn vrouw en kinderen. Th. A. van Horssen.
Op 2 Augustus jl. was het 50 jaar geleden, dat de
Heer N. v. d. Brink, constructiewerker, bij de Werf
Gusto in dienst trad.