92
53. stad in België, 54. luchtballon, 55. familielid, 56. don
kerkleurig; zwaar (bijz. van sigaren), 60. meisjesnaam,
61. Ind. spreeuw, die gemakkelijk leert spreken, 65. drie-
tenige luiaard, 66. bakermat, 67. zijrivier van de Saaie,
69. bundel; bosje, 70. gleuf; geul, 72. bedenktijd; slecht,
73. havenstad in Noord-Afrika, 75. Nederl. strijdmacht
(trad op einde 1944 en in 1945), 77. gemeente in Zee
land, 80. koopwaar; bezitting, 82. fabrieksstad in Ver.
Staten. 83. vermoeid, 84. wordt opgeschreven, 86. plaats
in West-Duitsland, 87. vriend, 88. gewas; specerij, 90.
berggeest; natuurgeest, 92. blad van een soort Ind. pe-
perplant, 93. plagen; tarten, 95. opplakbriefje, 96. rivier
in Azië, 99. opperbevelhebber (Lat. afk), 101. meerkol,
102. voordelig, 104. Verzuimen; verliezen, 106. rivier in
Korea, 108. misslag, 111. zengen, 112. plaats 1. bij Tibesti
landschap (Sahara-Afr.), 2. op Nieuw-Caledonië (Ocea-
nië), 113. naam van Griekse letter, 114. gemeente in Vic
toria (Austr.), 116. droogoven, 118. hij die uitmunt; een
kraan,120. meisjesnaam, 121. wordt door U aan gewerkt,
125. Engels componist, 126. stad in Duitsland, 127. groei;
toename, 129. groef aan een plank, 132. blijkens het ge
tuigenis v/d akten (Lat. afk.), 133. Egyptische waterlelie,
134. eerste woord van studentenlied, 136. onbeduidend
gepraat, 138. bergweide, 143. onsamenhangend, 147. rijst
brandewijn, 148. zouteloos; vreesachtig, 149. Europeaan,
150. Duits aardrijkskundige (1838-1908), 151. klokbloem,
152. te zijner plaatse (Lat. afk.), 154. onder andere (afk.),
155. Romeinse balans, 156. weerstandsvermogen bezit
tend, 157. dochter van Laban (Bijb.), 159. uiteinde; uiter
ste punt, 160. kaartspel voor drie personen, 162. laatst,
164. dompig verblijf, 165. Noord-Amer. schrijver, 167.
Oase ten Z. van Algerië, 169. gaping; leemte, 170. streng
onderzoek, 171. Europeaan, 175. twijg; rijsje, 176. Ned.
geneeskundige; Nobelprijswinnaar; 178. gestalte, 180. ho
ningdrank, 182. leer, die staatsinmenging in allerlei ge
bied verdedigt, 184. pronkend; pralend, 186. door middel
van, 188. pret, 189. wereldtaal, 190. vuil; smoezelig, 193.
rustteken (Bijb.), 194. voor, 195. inlichting, 197. wit
bloempje (Indon.), 199. kledingstuk, 201. metselspecie,
202. voegwoord, 203. bijstand, 205. Franse schrijver (1818-
1883), 208. gezwollen; van grote omvang, 209. zat, 211.
mop, 213. stad in Arabië, 215. vlug, 216. wrong; toet,
217. flink, 219. muzieknoot, 220. plaats op Java, 221. ge
luid om iemand te roepen, 222. jongens- en meisjesnaam,
223. plaats in Voor-Indië (Bengalen), 228. Ital. bouw
meester (barok), 229. op zicht betalen (Lat. afk.), 230.
in het jaar vóór Chr. geboorte (Lat. afk.), 231. één der
Marshall-eilanden (Engelse schrijfwijze), 235. bekend or
kest, 236. jongensnaam, 238. wordt niet gespeeld, 243.
achter, 244. Nederl. rechtsgeleerde (1636-1694), ^45. mu-
ze der geschiedenis, 246. staartloze halfaap; driekleurige
-V'iu papegaai, 248. plantje met houten stengel en paarse
bloem, 249. muzieknoot, 253. wint of verliest men bij ten-
nis, 254. inhoudsmaat, 258. voorzetsel, 259. sneu, 260.
zwemvogel (in Noordel. zeeën), 261. kaap in Spanje,
262. derde koning van Juda 900 v. Chr.), 263. voed
ster, 265. een huishouden van267. Frans letterkun
dige (1804-1857), realist, 269. windrichting, 270. vroegere
(sportieve) minister, 271. suikerbiet; groente (Zuid Ne
derland), 272. beruchte coalitie, 275. muzieknoot, 277.
maatstok.