H jm "i:"iVj-y r;yyy::h\v il»«^ ï"'5 yVyvyy;? ?;fe;& Toen ik begin 1948 in Bollène kwam, heeft een oude Franse dame mij gezegd, dat zij mij als haar vijand beschouwde, omdat de Hollandse baggermolens haar grond zouden komen verslinden. Zij had n.l. enige boer derijen, die juist in de as van het kanaal lagen en bij de onteigening van de voor het kanaal benodigde ter reinen was ook een deel van haar twee boerderijen be grepen. Destijds bestond de Rhónevallei tussen Donzere en Mondragon nog grotendeels uit vruchtbare wijn- en boomgaarden, afgewisseld met groentetuinen en bouw land. Met het afgraven van de bovengrond van het aan voerkanaal en de grote put, waar de centrale gebouwd zou worden, was een begin gemaakt, maar toch zag alles er nog zeer vredig en landelijk uit. Ook met het gereedmaken van de montagewerf in Bol lène, waar vier van de vijf baggermolens gemonteerd zouden worden, was men begonnen, maar van de grond- verslinders zelf was nog geen spoor te bekennen. Ik heb getracht de oude Franse dame uit te leggen, welk nut het graven van een dergelijk kanaal voor de Franse staathuishoudkunde en het Franse volk zou heb ben en ook dat wij in dit grote werk slechts een gering aandeel hadden door het leveren van een van de beno digde gereedschappen en dat wij het boze plan niet zelf hadden uitgedacht, maar zij wilde hiernaar niet luiste ren en ze was waarschijnlijk ook te oud om de resulta ten te kunnen beleven. Tegenover haar bleven wij de Hollandse barbaren, die haar Franse grond zouden gaan verslinden. Haar zienswijze, die hoofdzakelijk uit sentimenten voort kwam, was ook wel begrijpelijk. Op het ogenblik werken in Bollène drie van de vijf baggermolens en de vierde zal daar in de eerste maan den van 1950 in bedrijf worden gesteld. Deze molens zullen het afvoerkanaal vanaf de centrale moeten gra ven en de vijfde molen, die in Donzere voor het graven van het aanvoerkanaal opgebouwd is, zal waarschijnlijk nog wel eerder in bedrijf zijn. Het aanvoerkanaal is smaller en korter en de boven grond is reeds door graafwerktuigen in het droge ver werkt, zodat het door deze molen te verrichten grond verzet veel geringer is dan hetgeen de vier molens in Bollène voor hun rekening krijgen. De drie molens, die nu reeds werken, verslinden inder daad de Franse grond, want verwerkte hoeveelheden van 10.000 tot 12.000 kubieke meter grond per molen per etmaal zijn niet zeldzaam en soms is de productie nog groter. Het bedrijf gaat dag en nacht voort en het landschap en de gehele omgeving veranderen elke week. Wegen worden omgelegd omdat de bestaande doorgebaggerd worden waar het kanaal de wegen doorkruist, spoor banen worden veranderd en inderdaad vallen vruchtbare grond en enkele boerderijen ten offer aan onze veel vraten. Na het in bedrijfstellen van de eerste molen in Bollène in Februari 1949 hebben wij al gauw moeten vaststel len, dat hoewel de gehele opzet goed was, er in enkele onderdelen belangrijke wijzigingen zouden moeten wor den aangebracht. De emmers van de molens lossen de gebaggerde grond op een samenstel van transportbanden, die uiteindelijk de grond direct op de kanaaloevers storten en zodoende meteen de dijken maken. De grondboringen, die tevoren verricht waren, hadden bewezen, dat de grond uit verschillende lagen bestond, en wel losse bovengrond, klei, grint met weinig zand gemengd en harde leem, welke daar „marne" genoemd wordt. Na beproevingen was vastgesteld, dat deze ver schillende grondsoorten met een helling van 120° van de banden nog goed te verwerken was, waardoor het mogelijk zou zijn, de gebaggerde grond direct op vol doende hoogte te brengen voor de dijken. De band was oorspronkelijk uit vier delen samengesteld: band 1 en

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 2