ilia! 3 2 in het verlengde van de molen en band 3 en 4 zij waarts over het zijponton, waarvan band 4 opgehangen aan de toren, 75 meter vrij boven de dijk kon reiken. Daar het voor het transport op de banden noodzakelijk was, de grond zo droog mogelijk boven te krijgen, daar klei met water vermengd aanleiding tot glijden op de rubberbanden kon zijn, waren de emmers van loosgaten voorzien en was ook in de hoofdbok een ontwaterings inrichting geprojecteerd. Voor het verwerken van de klei en de marne was een kleiverdeler in de hoofdbok opgesteld, teneinde een regelmatige verdeling van de grond op de banen te verkrijgen. Bij de eerste beproeving bleek reeds, dat de grond niet zo droog op de banden kwam als gewenst was en dat van enige voorraadvorming in de hoofdbok, waarbij de verdere ontwatering mogelijk zou zijn, geen sprake was, omdat de klei dan onmiddellijk vast ging zitten en zo genaamde brugvorming optrad, waardoor de klei niet naar beneden wilde glijden en de kleiverdeler zijn werk niet kon verrichten. Het was oorspronkelijk de opzet, de kleiverdeler in de grintlagen uit te schakelen, omdat te verwachten was, dat voor grint, eventueel met zand gemengd, geen bij - zondere regeling van de voeding op de banden nodig was. Het bleek echter, dat de grondlagen in vele gevallen afwisselend en schuin oplopend voorkwamen, zodat te voorzien was, dat in de bovenlagen in dezelfde snede van de emmers verschillende grondsoorten verwacht zou den moeten worden. De meeste moeilijkheden gaf een mengsel van grint met leem, waarvan de ontwatering in de emmers on voldoende was, waardoor dit mengsel in half-vloeibare toestand op de banden kwam. Wij noemden dit „dikke erwtensoep". Dit mengsel werd niet voldoende door de banden meegenomen en vertraagde ten opzichte van de snelheid van de banden, die oorspronkelijk 2 meter per seconde was. Op een vlakke band was het misschien wel gegaan, maar daar de grond gelijktijdig onder een helling van 12° naar boven moest, traden verstoppin gen op de band op en het allerergste was, dat tussen de „erwtensoep" plotseling zware stukken klei op de banden kwamen, die wel dezelfde senlheid aannamen, de „erwtensoep" inhaalden en alles over de randen van de banden wegpersten. Dat was één modderbad, waarbij alles op de dekken van de molen en de pontons terecht kwam. De lieren en alle mechanische delen zaten onder het vuil en er moesten extra ploegen ingezet worden om deze modder- lawine op te ruimen. Als de banden verstopten en de Algemeen gedeelte Donzère-Mondragon blz. 2 Proefvaart blz. 4 Kroniek, der bedrijven blz. 5 Firmanieuws blz. 6/8

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 3