DG TECHNIEK EN NU DE KLINKER Zwevend in blauwe lucht duikend in snelle vlucht scheren ze over met goud bedolven golven. Dan weer rusteloos duizend keer haven in, haven uit schreeuwend en vechtend om buit. O, gij meeuwen zilverwitte zwervers der oneindigheid, Aanschouw ik jullie leven en strijd zend ik omhoog de bede, O, Schepper, geef ons ook deez' vrede En deezgoddelijke losbandigheid. Schiedam, Dec. 1949. Ik sta voor 't venster, dat uitziet op een oud brokje Schiedam. Mijmerend staar ik naar de geveltjes. Hoog en massief rijst daarachter de kerktoren op. Het carrillon speelt een schoon lied. Een motorbootje vaart puffend voorbij. Men krijgt het gevoel of de tijd hier stilstond. Een stemmige rustige sfeer gaat van 't geheel uit. En toch zo vol van leven. Zilverwitte meeuwen vliegen schreeuwend heen en weer, sierlijke wendingen makend. Het boeit mij, deze volmaak te zweefvliegers gade te slaan. Wat weten wij toch weinig van deze wonderlijke vogels. Altoos maar rusteloos zwer vend en zoekend. Ziet ze trots op een ducdalf staan, spiedend in blauwe verten. Niets ontgaat hun scherp oog. Met welgevallen kijken ze naar het spel hunner kameraden. Het klinkt U wellicht zonderling maar deze dieren hebben een geweldige liefde voor 't vliegen. Sommige mensen genieten toch ook van het lopen? Ik raad U aan: neem eens tijd, zet U rustig neer en be studeer de meeuwen. En gij zult ziengij komt los uit Uw benepen, zedelijk wereldje en aanschouw wat bandeloze vrijheid betekent en wat God gevallige vrede is. Gij staart sprakeloos van verbazing omhoog, als er een escader super-vernietigingsapparaten voorbij vliegt. Of de trots is U van het gezicht te lezen als er enige schone eilan den in een oceaan door atoomkracht worden weggeblazen. Richt liever Uw oog op de schoonheid der natuur, welke zo dicht bij U te vinden is. Kijk eens naar onze prachtige meeuwen; het brengt vrede in Uw hart. Het schoonste wat de mens met zich kan dragen. (Van een onbekende medewerker). (Vervolg Zeskant Januari). De techniek (lees de manier) van het schilderen heeft de aandacht van hem, die ook maar iets van schilderen afweet. De methode is altijd het eerste, waar men naar kijkt en dat is dikwijls niet juist. Als Uw zoontje een tekening maakt van twee vechtende mannen, dan is het heel goed mogelijk, dat er in dat technisch onvolmaakt krabbeltje meer zit aan actie, krachtvertoon, in één woord emotie, dan vele door oudere, meer tekenkundige lieden gemaakt. Dit bewijst mijn stelling, dat de techniek niet het eerste is, waarop men moet letten. Grove fouten storen, als ze gemaakt worden door mensen, die, gezien hun teken ervaring, zoiets niet mogen doen. Maar grove, naïeve fouten werken dikwijls mee om een schilderstuk aantrek kelijk te maken. Ik herinner mij een Italiaans schilder stuk, waarop een figuur stond met 6 vingers aan een hand. Dit stoorde in het geheel niet. Men ziet veel primitieven (dit zijn zeer oude panelen) met grote perspectivische fou ten,welke ons een glimlach ontlokken, maar in het geheel niet storen en aan de kunstwaarde geen afbreuk doen. De techniek van de schilder is sterk onderhevig aan de tijd, waarin hij leeft en elke schildersgeneratie zoekt in de uit voering van haar werk meer kunst te leggen (dus emotie) dan haar voorgangers. Zo zijn er in deze tijd producten, welke ons dikwijls hoofdschuddend doen afvragen, waar de techniek van het schilderen is gebleven. En ze ker wordt er overdreven, maar de kunst weet, dat er dik wijls teveel kunstloosheid bedekt wordt met een mooie techniek (dit is dan de plaatjesmakerij). En als men dan aan deze driftloze doeken ook nog de techniek ziet ver slonsd, zoals wij in ons vorige babbeltjes aanhaalden, be grijpt U zeker, waarom ik U vroeg maar liever een goede copie op te hangen in Uw huiskamer. Maar laat ik be sluiten. Er is nog veel, zeer veel over dit alles te schrijven. Met veel voorbeelden zou ik het U kunnen bewijzen. Laat deze schilderkunstflitsen U eens opheffen uit Uw onverschilligheid. Als U op een Zondag, rustig over De Vest of langs de mooie grachten en havens wandelt, pro beer dan eens te zien, ja, echt te zien. Een klein stukje water-brug-huizen, kortom, kijk! Laat de^ voorbijgangers zich eens afvragen ,,Wat doet die raar Bezie eens een gedeelte door Uw vuist (met een kleine opening er in). En doe net of ik U een schil derij uitzoekt in een winkel. Er zal een wereld voor U opengaan, zo rijk. zo prachtig, zo groots, dat U, als U het gevonden hebt, zult zeggen: „Dat had ik in de eerste jaargang van het Zeskant moe ten lezen!" P. J. M. Ik plet ze en dril ze in daverende dans Tot eenheid gestoten in roffelend cadans. Ik meester de krachten van zee en geweld En heb vele levens zeker gesteld. Ik bonk gloeiend ijzer in huid of in dek. Steeds rapper en harder, met ratelende bek. Ik stuw er met klingelend hamergeweld .De kop van de nagel, in 't ijzer geklemd. Jk vrees voor geen duivel, hoe zwaar ook de taak; Ik vecht voor de éénheid, een edele zaak. Ik smeed hier een pantser, de zeeën te sterk. Ik sla op mijn borst om dit edele werk. Ik heb er de roem over Holland gebracht, Ik, klinker, die dit hier, in grootheid vermag. Ik heb er mijn eer en mijn krachten gegeven. Ik, zwarte, besmeurde, ik houd van dit leven. Mijn oren zijn dood, maar mijn ogen staan blij, Ik voegde het schip, dus de zee buigt voor mij. Ik sterker dan zij, daarom ging het tournooi. Een klinker zijn arbeid, is zwart, maar is mooi. P. J. M.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 7