IETS OVER DE MORELE OPBOUW IN HET BEDRIJFSLEVEN op allerlei plaatsen weerkeert en van grote invloed is op de lengte van de rollenbaan, waarover het transport van de plaat gebeurt. In de eerste plaats komt dit tot uiting bij de afstand tussen duo- en quartowalstuig en verder b.v. bij de verrijdbare rollenbaan, breedte van de koel- banken, afstanden tussen de scharen. De grootste lengte van de plaat vóór dat deze geknipt is, is vastgesteld op 16 meter en er' zijn 332 rollen van 3 meter lengte nodig om de plaat van het begin van de walserij naar het eind te brengen. Van zo'n zware walserij met omkeerbare walsen is de elec- In ons Zeskant wordt steeds veel geschreven over wat er zoal gebouwd en tot stand gebracht wordt op de I.H.C.- werven. Verschillende soorten van schepen en baggerma- teriaal. En het zijn natuurlijk van alles, wat er gepresteerd wordt, nog maar enkele onderdelen, welke vermeld worden. Dat het personeel van de gezamenlijke bedrijven van al die dingen op de hoogte gehouden wordt is héél goed, want iedere goede werker heeft er behoefte aan om eens even zo nu en dan naar zijn werk te kijken, wat hij nu gepres teerd heeft en hóe het er uitziet en wat voor resultaten met dat werk bereikt kunnen worden. Dat overzien van het werk kan bij de rechtgeaarde arbei der hoofd- of handarbeider, een gevoel van grote voldoe ning teweeg brengen en hem daardoor aanzetten om met nieuwe moed, lust en ijver iedere dag weer opnieuw zijn taak en opdracht uit te voeren. Zó wordt er dus door het Zeskant ook een morele invloed uitgeoefend op de mensen uit de 6 bedrijven, wat onge twijfeld ten goede moet komen aan de arbeid zelf. Na de oorlog is er in de bedrijven al ontzaglijk veel ma terieel opgebouwd; ja, van de materiële gevolgen van de oorlog is niet veel meer te zien. En gelukkig maar! Er viel echter ook in het bedrijfsleven, op de werven en in fabrieken een geestelijke oorlogsschade te constateren. Zo goed als alle mensen zijn tijdens de oorlog, wat men noemt, uit het lood geslagen, uit hun evenwicht geraakt. Verschillende oorzaken zouden daarvoor aan te wijzen zijn. De voornaamste is m.i. wel, dat er zo goed als op alle bedrijven remmend op de productie gewerkt werd, om daardoor de Duitsers tegen te werken. De leiding op de bedrijven was dan ook in verhouding daarmee. De uiscipline raakte in verval, de bazen keken zo krap niet trische installatie nog een bijzondere vermelding waard. Het zou ons te ver voeren wanneer wij daar uitvoerig op in zouden gaan. Wij hebben dus nagegaan hoe het uitwalsen van één blok tot een bepaalde plaat in zijn werk gaat en wij hebben daarbij buiten beschouwing gelaten alle overleg, vakken nis en oplettendheid, die nqdig zijn om een sterk va riërend walsprogramma en met allerhande verschillende blokafmetingen en met allerhande qualiteitseisen en keu ringsmaatregelen baas te worden. meer, als ze tenminste niet door de moffen achter d'r broek werden gezeten. Enfin, we kennen dat allen, niet waar Maar dit alles heeft geestelijke gevolgen gehad, dat kan niet anders en dat is.... schade! M.i. kan er van deze schade nog niet gezegd worden, dat er niet veel meer van te zien is. Die schade is echter veel ernstiger, omdat ze de geest van de mensen heeft aan getast. Men zegt weieens, dat de verhoudingen van werkgevers en werknemers gedurende en na de oorlog ^gelukkig zijn veranderd, verbeterd. Er is meer een nauw contact over alllerlei zaken tussen patroon en arbeiders en dat niet alleen tussen de organisaties van werkgevers en werk nemers, maar meer direct in het bedrijfsleven van elke dag. Ja, dat is wel veel ten goede veranderd! En deze verandering moet dan ook ten goede komen aan het algemeen welzijn. Dat wil voor al de Zeskantmensen zeggen, van hoog tot laag, zowel voor de heren onderne mers, die de Zeskantwerven en fabrieken op touw heb ben gezet en dagelijks opnieuw in bedrijf houden, als voor al degenen die in dienst zijn van deze ondernemers, dat zij allen regelmatig de vruchten plukken van de harte lijke samenwerking in de bedrijven. Dit alles nu kan alleen goed gaan en blijven gaan, wan neer een ieder z'n plaats kent, waarop hij staat. Het is logisch, dat er altijd zal zijn de verhouding van heer en knecht, van één, die het te zeggen heeft en één, die moet gehoorzamen. Hier is dus de kwestie van het gezag in het bedrijf. Waar gezag is en waar dit gehandhaafd wordt, daar is orde en pas, waar orde is, daar kan harmonieus samengewerkt worden. En nu heb ik wel eens horen beweren, dat er thans is: „een crisis van het gezag in het bedrijfsleven". Dat wil zoveel zeggen als: de gezagsverhoudingen in het bedrijfs leven zijn of worden fundamenteel ondergraven. Is dit zo, dan zal dat in in de toekomst catastrofale ge volgen hebben. Ik wil nu niet dieper op deze kwestie ingaan, want misschien zegt men: daar is ons Zeskant niet voor. Maar er doen zich wel eens dingen voor in de bedrijven, die in feite wijzen op een veranderde mentaliteit wat be treft de gezagsverhoudingen. Hoe kunnen vele menschen niet spreken over de bazen en chefs die over hen gesteld zijn?Nu kan men zeggen: och, dat is die mensen maar in de mond geslagen, maar neen, dat zit meestal dieper. En dat blijkt nogal eens een keer, wanneer ze een kwestie hebben met hun meerdere. Het komt nogal eens voor, dat men in zo'n geval meent, dat men alle uitlatingen en dergelijke zich kan permit teren tegenover z'n baas. En dat gaat toch niet! Men moet steeds bedenken, dat zij met gezag over ons bekleed zijn, dat zij over ons gesteld zijn. En als men meent ,dat een baas of chef, of al was het de directeur zijn boekje te buiten gaat of onrechtvaardig is, dan is er tegenwoordig altijd een geordende weg om iedere zaak behoorlijk uit te zoeken en op te lossen. Maakt daarom de verhoudingen nooit stuk door onbe hoorlijke uitlatingen of door dreigementen, maar „blijf altijd heer in het verkeer". INHOUD VAN HET ZESKANT MAART 19 50 Algemeen gedeelte De walserij voor dikke platen van de Hoogovens/blz. 18 Iets over de morele opbouw blz. 19 Schets- en Rekenpuzzle blz. 20 Kroniek der Bedrijven blz. 20 Foto's van de maand blz. 21 Firmanieuws blz. 222-1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 3