Fig. F. Zeesleepboten, laag achterdek voor de sleep
tros, hoog voorschip voor accomodatie en zeewaardig
heid, Lange masten voor goede radio-apparatimrradio-
richtingzoeker, monitor waterkanon) voor hulp aan
brandende schepen.
Een veerpont moet een zo groot mogelijk dek-oppervlak
hebben, evenals het vliegkampschip.
Een pont moet aanleggen aan een steiger, het vliegdek-
schip niet; bovendien is dit zeer snel en moet uiteraard
zeewaardig zijn.
Welk een verschil in vorm tussen deze twee schepen is
hiervan het resultaat!
Zo kunnen wij nog lang doorgaan met opnoemen, maar
men zal wel begrijpen, dat elk type min of meer een
eigen vorm heeft, omdat die aan de eigenschappen is
aangepast en het beste voldoet.
Samenvattend kunnen we dus zeggen, dat een scheeps-
vorm geen fantasie is, maar een vanzelfsprekend uit
vloeisel van de eisen aan het schip gesteld. Des
alniettemin eist het groteervaring en kennis om ook
voor elk type de beste vorm te ontwerpen, zodanig dat
men werkelijk kan zeggen: „dit is de gunstigste vorm
voor dit schip met die en die eisen".
Een belangrijk hulpmiddel hiertoe is het experiment,
dus de modelproef, uitgevoerd in de sleep tank. Niet al
leen komt het verschil in vormen voor schroefschepen
naar voren, doch wij zien het reeds met kano's.
De brede comfortabele toerkano moet ruimte bieden
voor bagage, terwijl de race-kano zeer smal is en zelfs
zo smal kan zijn, dat men net als met een fiets even
wicht moet houden om niet te kapseizen.
Zeeboten moeten wij ook nog even noemen. Het volle
beurtschip moet zoveel mogelijk inhoud hebben en snel
heid pas op de tweede plaats en het zeiljacht moet
snelheid ontwikkelen en nog wat logies bieden.
De eisen welke aan de stabiliteit van zeiljachten gesteld
worden, tevens in verband met de wateren welke ermee
bevaren zullen worden, hebben grote invloed op de vor
men van onze schepen.
Een jacht voor de Zeeuwse stromen heeft veel forsere
vormen en meer vrijboord dan de slanke scheren kruiser.
Wij hopen dat wij U een inzicht hebben gegeven van
de omstandigheid dat elk schip de vorm heeft welke als
„van zelf" voortvloeit uit de eisen welke de dienst aan
het schip stelt.
Daarom hebben ijsbrekers, zeeslepers, luxe motorjach
ten, veerponten enz. enz. hun specifieke vorm, welke naar
omstandigheden de beste is.
Ir. C. de Groot J. K. Smit.
Het is misschien wèl een fantastisch schouwspel, zo'n
hel van loeiende, sissende en fluitende vlammen. De
rode vuurtongen lekken aan de stammen van de hoge
bomen, dansen in de kruinen en kruipen door het on
derhout. Maar deze pracht wordt duur betaald! In de
kolkende rook die alles omhult, kraakt het brandende
hout en klinkt de dreun van vallende stammen
In een minimum van tijd wordt een prachtig bos één
grote woestenij van as en verkoolde boomresten. Hon
derden, misschien duizenden meters in het rond is alles
zwartgeblakerd en verschroeid. De schade loopt in de
tienduizenden en het ergste van alles: de Eerste Hulp
heeft zijn handen vol..
Misschien lijkt dit alles U een beetje overdreven. Maar
denkt U eens aan het volgende: In de nazomer van 1949
woedde er in Frankrijk een geweldige bosbrand die aan
bijna honderd mensen het leven kostte. Honderden hec
taren bos verbrandden en de aangerichte schade beliep
vele honderdduizenden guldens. Op meerdere plaatsen
overtrof de verwoesting tengevolge van deze brand ver
reweg de oorlogsschade. De oorzaak was misschien wel
een achteloos weggeworpen sigarettenpeukje of een
brandende lucifer.
Gelukkig kwamen er totnogtoe bij ons dergelijke grote
bosbranden niet voor. Niettemin loopt de jaarlijkse
schade door bosbrand in Nederland altijd nog in de
honderdduizenden guldens. En we kunnen van ons scha
mele bosbezit eigenlijk niets missen!
Hoe groot zal de schade dit jaar, in deze vacantie, weer
worden? Dat kan mede van U afhangen. De meeste bos
branden ontstaan door achteloosheid. Door peukjes en
door lucifers! Al te vaak vergeet men dat men van
één boom weliswaar een millioen lucifers kan maken,
maar dat een lucifer, brandend, veel gemakkelijker een
millioen bomen kan vernietigen. Dat onheil kan goed
deels worden voorkomen; de schade kan beperkt wor
den, wanneer ieder eraan meewerkt. Denk eraan:
Ied're bos- of heidebrand
Schaadt het schoon van Nederland!
En het schoon van Nederland is van ons allemaal, ook
van U!
INHOUD VAN HET ZESKANT
JUNI 1950
Algemeen gedeelte
Van de Redactie, blz. 41
Iets over scheepsvormen, blz. 4243
Als het bos brandt, blz. 43
Voor de puzzelaars, blz. 44
Wat weet U van de IHC, blz. 44
Nijlpaarden als baggermolens, blz. 4445
Kroniek der Bedrijven, blz. 45