Het is ons gebleken, dat veel I.H.C.-mensen niet op de
hoogte zijn van het feit, dat de I.H.C. een eigen labora
torium heeft. Van wat er in dat laboratorium gedaan
wordt en hoe het er daar uitziet hebben ze helemaal
niet het geringste idee. We beginnen daarom maar met
hier nog eens een plaatje af te drukken van het labora
torium dat kort na de oorlog gebouwd, inmiddels alweer
te klein bleek te zijn en daarom sindsdien belangrijk is
uitgebreid.
Het doel van het laboratorium is om problemen, die zich
bij het baggeren voordoen, langs wetenschappelijke weg
door middel van experimenten uiteen te rafelen en
daarvoor zodoende nieuwe oplossingen en verbeteringen
in werkwijzen en aan machines te verkrijgen. Zo is bij
voorbeeld een belangrijk onderdeel op baggerzuigers de
pomp. Wanneer een aannemer een baggerwerk aan
neemt, wordt er van hem geëist, dat hij opgeeft hoeveel
kubieke meter grond per week of per maand door hem
verzet zal worden. Soms moet zo'n aannemer, indien hij
de beloofde capaciteit niet haalt, nog boete betalen ook.
Het is daarom dus voor hem van het grootste belang,
dat hij een baggerpomp op zijn zuiger krijgt die een zo
groot mogelijke capaciteit haalt.
In het I.H.C.-laboratorium te Delft wordt onder meer gro
te aandacht besteed aan het onderzoek van en het experi
menteren met dergelijke pompen. Men tracht de meest
voordelige vorm van de pompwaaier te bepalen, het juiste
aantal omwentelingen, de opgewekte zuigkracht, enz.
Bij het zuigen doet zich het volgende voor: het water-
baggermengsel verplaatst zich met grote snelheid door
het pomphuis, wervelend, tengevolge van de waaierbe
weging. Hierdoor ontstaan luchtledige holten in de
vloeistof, welke de werking van de pomp nadelig be
ïnvloeden. De vorming daarvan is afhankelijk van be
paalde omstandigheden. Deze te leren kennen is een der
doeleinden van het I.H.C.-laboratorium. Wanneer we nu
weten onder welke omstandigheden het boven geschetste
verschijnsel, de zg. „cavitatie", zich voordoet, is de vol
gende stap het ontwerpen van nieuwe constructies e.d.,
waardoor deze cavitatie verminderd of zelfs vermeden
kan worden. Daartoe worden in het laboratorium pom
pen gebruikt met een glazen achterdeksel, waardoorheen
men gedurende het werken van de pomp kan waarne
men, wat er eigenlijk precies gebeurt in het pomphuis.
Daarbij kan men dan bijv. de pompwaaier langzamer of
sneller laten draaien en vaststellen, welke invloed dit
heeft op de cavitatie. Zo'n waaier draait uiteraard be
hoorlijk snel en wanneer we gewoon kijken, zien we
eigenlijk niet zoveel. Om aan dit bezwaar tegemoet te
komen wordt gebruik gemaakt van een „stroboscoop".
De stroboscoop is eigenlijk niets anders dan een elec-
trisch lichtflitsapparaat, dat een bepaald aantal licht
flitsen per seconde af kan geven. Dit aantal is uiteraard
regelbaar. Nu zorgen we ervoor dat het aantal licht
flitsen per seconde dat we afgeven, gelijk wordt aan het
aantal omwentelingen per seconde van de pompwaaier.
De lichtflits treft de waaier precies steeds na een hele
omwenteling, d.w.z. terwijl de waaier dus weer op de
zelfde plaats staat.
Ons oog is echter niet in staat een groot aantal licht
flitsen per seconde van elkaar te scheiden. Het beeld
vloeit ineen en we krijgen de indruk dat de waaier stil
blijft staan.
We kunnen de nu schijnbaar stilstaande waaier rustig
en wat er verder in de pomp gebeurt gemakkelijk waar
nemen en fotograferen door de glazen porppdeksel heen.
Hieronder ziet U twee foto's van zo'n proefneming. Op
de eerste foto ziet U het geheel gevulde pomphuis zon
der dat vorming van holten, de z.g. cavitatie optreedt.
Op de tweede foto, rechts, zien we wel cavitatie en schuim.
Deze cavitatie beïnvloedt, zoals we hierboven reeds ge
zegd hebben, de werking van de pomp nadelig, zodat de
berekende capaciteit niet gehaald wordt. Een tweede
nadeel is de grote slijtage welke de cavitatie teweeg
brengt aan de waaier. De gebruiker van de pomp is ge
noodzaakt het werk te onderbreken en een nieuwe
waaier in te zetten, wat hem komt te staan op verlies
van tijd en geld.
Om dit te voorkomen heeft de I.H.C. haar laboratorium
opgericht, waar vraagstukken op het gebied van bagger
machines, pompen en al wat daarmee samenhangt wor
den bestudeerd en zo mogelijk op bevredigende wijze
worden opgelost. Hierdoor wordt ernaar gestreefd dat de
cliënt tevreden is, de I.H.C. een naam krijgt die klinkt
als een klok en nieuwe bestellingen niet aan onze neus
voorbijgaan. En daar draait het per slotvan rekening om.