60
Is het leven saai?
„arbeidstrots" is volmaakt onbekend. Het resultaat is dan
ook, dat er slecht en onvoldoende geproduceerd wordt
tegen verhoudingsgewijze veel te hoge prijzen. Het be
hoeft geen betoog dat dit weer van nadelige invloed
is op de levensstandaard van het Chileense volk en
vooral van de werkende stand.
Maar eigenlijk mogen we niet verwonderd zijn over de
toestanden in Chili. De stad Santiago bestaat nu iets
meer dan vierhonderd jaar. Ze hebben het in die tijd
aardig ver gebracht, maar vierhonderd jaar is niet veel
als het erom gaat een volk op een hoger peil te brengen.
In Nederland hebben ze veel langer de tijd daarvoor
gehad. En pas in de laatste tientallen jaren is er voor
de grote massa veel verbeterd. Veel strijd is er geleverd
om te kunnen bereiken wat men bereikt heeft en buiten
dien zijn onderwijs, voorlichting en onderling overleg
tussen werknemers en werkgevers noodzakelijk gebleken
voor de lotsverbetering der werkende bevolking. Het is
dus geen wonder dat een vergelijking tussen het leven
van de Nederlandse en van de Chileense arbeiders in
het voordeel van de eersten uitvalt. Maar ook in Chili
is vooruitgang te bespeuren en ook daar gelden de woor
den van het Nederlandse liedje: „We komen er wel, ook
al zijn we er niet!".
Het aantal inzendingen was ditmaal niet zo heel groot.
Het aantal goede oplossingen daarentegen was in ver
houding groter dan de vorige malen.
De moeilijkheid zat hierin, dat men eerst öp het idee
moest komen dat het voorvlak een schuin vlak moest zijn.
De meeste inzenders en waarschijnlijk ook de meeste niet-
inzenders hebben vast gehouden aan de onjuiste opvat
ting van een kubus als hoofdinhoud.
Wanneer U bijgaande schetsen beziet, zult U met de
goede oplossers tot de conclusie komen dat de vorm van
het monument een halve kubus was. Voor wie dit een
maal inziet was het berekenen van de totale schilder
oppervlakte niet moeilijk.
De totale schilder-oppervlakte bedraagt 347.76 m2.
Na loting zijn de prijzen toegevallen aan F. P. de Fre-
mery, J. Teeuw, Chr. Ronde, J. Kuipers en C. J. Poirot.
Voor het afhalen der prijzen, die een waarde van 10.
zullen bedragen, gelieven deze winnaars zich in verbin
ding te stellen met hun firma-redacteuren.
Hoe vaak hoor je niet om je heen, dat er gezegd wordt:
„Ik sterf van verveling als dat zo door gaat. Elke dag
hetzelfde: slapen, eten, fietsen, werken, fietsen, eten,
slapen. Soms een „biosje pikken", ergens gaan buurten
en dan is het uit. Wat een sleurleven!"
In het leven van ieder mens zijn er ogenblikken, dat
men zo denkt. Er zijn nu eenmaal van die lusteloze stem
mingen, waaraan soms geen ontkomen is. Dan lijkt het
leven grauw en zonder uitzicht. Men is humeurig en
voelt zich als een ontevreden kind, dat zijn speelgoed
weggooit en het liefst in een hoekje zou gaan staan
pruilen. Dat is menselijk: van tijd tot tijd 'ns echt uit
je „hum" te zijn. Op zo'n dieptepunt volgt vanzelf wel
een stijging, waarin je weer plezier in je leven krijgt.
Gevaarlijk wordt het pas wanneer zo'n stemming de
overhand krijgt en je echt te pakken neemt.
Men gaat zich doodstaren op wat men niet heeft en
ook nooit hebben zal. Je denkt: zat ik maar in Amerika
of: was ik maar millionnair! Je praat over het vele, dat
je niet hebt, en je lacht minachtend om wat je wèl hebt.
De ware levenskunstenaar echter is hij, die niét let op
de tienduizend dingen, die hij zou willen hebben, maar
die een open oog heeft voor de misschien honderd din
gen, die hij heeft.
Als je een behoorlijke fiets hebt, kun je een van beide
doen: je kunt de hele dag aan een auto denken, die je
waarschijnlijk nooit kunt kopen, en je fiets in een hoek
gooien, óf je kunt blij zijn dat je een goede fiets hebt
en dus niet behoeft te lopen. In dat laatste geval doe
je wijs, want dan ben je blij om die ene vogel die je
in de hand hebt, en je treurt niet over die tien in de
lucht.
Niemands leven behoeft saai en leeg te zijn. Ieder kan
een hobby vinden die hem weinig geld kost en hem toch
prettig bezighoudt.
Boeken kunnen een heel mensenleven vullen en iemand
meevoeren naar verre, prachtige landen. Overal is schoon
heid, overal is iets interessants te zien. Maar men moet er
oog voor hebben, men moet het leren zien, leren ook op
de kleine dingen van elke dag te letten: de dauwdroppels
die 's morgens als parels aan de struiken blinken, het
vaasje bloemen op tafel, het vriendelijke woord van een
collega en de kleuren van de ondergaande zon. Zo zul
len we makkelijker de teleurstellingen en narigheden
van het leven te boven komen.
Dan zegevieren we in de algemeen menselijke strijd
tegen saaiheid en ontevrédenheid.