K'tcuiek det I'cd'tyi'en
J
FOTORUBRIEK
r~
WAT WEET U
VAN DE I. H. C.? (IV)
Dit is de plaats van de
Waar blijven Uw Foto's
(van de excursies)?
69
Wij hebben ons gesprek Over de I.H.C. ook gevoerd met
een brander, en, het moet ons van het hart, deze
..brandde" erg los.
„Nou," zei hij, „deze samenwerking gaat er alleen maar
om, om de heren fabrikanten meer winst te bezorgen.
Ik merk er niet veel van en het kan mij niet veel schelen
ook."
Wij waren uiteraard nogal verbaasd over zoveel onver
schilligheid, en vroegen of hij wel eens gedacht had aan
de voordelen voor de werknemers.
„Het kan mij niet schelen," zei hij, „of ik werk voor de
een of voor de ander, als ik maar werk."
Toen zijn wij echt een beetje kwaad geworden en hebben
geprobeerd hem duidelijk te maken, dat de I.H.C. mis
schien een taak kon hebben voor ons allen, in het aan
trekken van werk.
Dat bleek inderdaad bij deze man een gevoelige snaar
te zijn. Hij maakte zich op dit punt veel zorgen en toen
wij samen verder dachten over het werk van de I.H.C.,
over het uitwisselen van ervaringen, het gezamenlijk
voeren van reclame, het beter kunnen werken, e.d., en
door dit alles het beter kunnen concurreren, wat toch
altijd nog noodzakelijk blijft, toen werd hij wel wat kal
mer en bij de volgende sigaret was hij eigenlijk al een
verdediger van de I.Ii.C. Hij wist er niet veel van (hier
bij moet opgemerkt worden dat hij ook nog niet lang bij
ons is), maar het gehele gesprek prikkelde zijn interesse
zodanig, dat het vraaggesprek al spoedig andersom ge
draaid was en hij ons zat te ondervragen.
Hij wilde van alles weten: welke bedrijven er waren
dat konden wij hem gauw vertellen; hoeveel mensen er
totaal in de I.H.C.-bedrijven werkten, enz. Toen wij het
aantal 6000 noemden, keek hij erg op en toen wij het
even hadden over de Centrale Opdracht-nummers, wist
hij zich plotseling te herinneren dat hij niet lang geleden
aan een C.O.nummer had gewerkt.
Neen, in dit geval was het ongetwijfeld de ondervraagde
die het meeste leerde.
Wij hebben afgesproken dat hij een en ander nog eens
zal volgen en dat wij later nog eens op dit toch zo be
langrijke onderwerp terug zullen komen.
Er waait, zo denken wij, een nieuwe wind door de firma-
nieuwsen. Er is een tijdelijk andere oriëntering, wellicht
veroorzaakt door de zomerse koelte en hooikoorts. Wij
voor ons eigen gebruik noemen dit verschijnsel „excur-
sivisme" en constateerden het vooral bij redacteuren van
personeelsorganen en penningmeesters en zo. Vooral bij
drukkend zomerweer uit het zich door bepaalde dwang
handelingen, zoals het bijeenstoppen van groepen men
sen speciaal in autobussen en dergelijken. Zowel de
penningmeester als de redacteur schijnen zekere ge
voelens van behagen te scheppen in deze dingen. De een
krijgt er zijn uitgaanskas mee leeg en de ander zijn
krant mee vol.
Bij Gusto excurseerden een twintigtal technici naar
Verschure voor bezichtiging van de drijvende kraan (CO
117) voor Santos. Deze was door hen ontworpen en, ge
tekend en nu wilden ze 'm weieens zien ook. Het trof
goed dat-ie bij Verschure gebouwd was, want nu kon
er geëxcurseerd worden. Niettemin is dit een mooi voor
beeld van harmonische samenwerking in I.H.C. verband.
Om de Gustolingen de harmonie nog beter op het hart
te binden kregen zij nog een stukje muziektheorie. Voor
al dat gezegde over toonladders dalend met mollen trof
ons. Wij droomden daarvan. Wij zagen onszelf dalend
met de mollen (of de mollen met ons, Gusto?) steeds
maar dalend langs toonladders honderden meters diep,
op excursie (natuurlijk: excursie!) in de Staatsmijnen.
Levensgrote mollen waren het; bruine, we zien ze nóg
voor ons. Zulke dromen zijn, dunkt ons, eerste verschijn
selen van excursivisme. Het gaat wel weer over, als de
blaren vallen.
Bij „De Klop" togen de jongelingen naar Rotterdam.
Ahoy', weet U, met een apostrophe (dat is een soort van
aanhalingsteken. De kloppende jeugd bezocht bovendien
het Scheepvaartkundig (en Luchtvaartkundig) Museum
te Rotterdam.
Hetzelfde, d.w.z. Ahoy', werd bezocht door de jonge ar
beiders van L. Smit Zoon en J. K. Smit. Een week
later kregen zij een uitstapje naar Schiphol. Deze uit
stapjes vulden twee extra-snipperdagen voor de jeugdige
arbeiders welke zodoende op verantwoorde wijze besteed
werden.
De gepensionneerden bleven ook niet vrij van het „ex
cursivisme" en werden onthaald op een tochtje naar
Alphen aan de Rijn en de vogeltentoonstelling „Avi
fauna".
Bij Verschure ging men, d.w.z. de visploeg, twee dagen
op stap. Hoe kan het anders? Er werden goede presta
ties geleverd (hoofdzakelijk goed, voor de vissen). Men
schat dat minder dan vier vissen ten prooi vielen aan
onze Mokemse collega's. Sommige waarnemers spreken
zelfs over vijf of zes, maar wij achten dat overdreven.
Ook bij Werf Conrad en Stork Hijsch N.V. ont
waarden wij de symptomen van de gevreesde zomerziekte.
De jongens gingen naar een kamp, een jongenskamp zo
gezegd en het moet hun best bevallen zijn. We zagen
enige foto's overlopend van glundere gezichten. De nog
jongere kinderen (van de personeelsleden?) gingen op
8 Augustus.U raadt het nooit.op excursie en
weer anderen waren dat al geweest op 24 Juni j.l. maar
hadden dat totnogtoe geheim gehouden. Gaarne zouden
wij U nog meer willen vertellen maar we lazen niets
meer over tochtjes e.d.
Belangstellenden doen wij op hun verzoek gaarne enige
prospectussen toekomen van touringcar-öndernemingen.
Daar staan d'r nog in; man, man, om van te water
tanden.