ZO GMT HET I) HET VERRE OOSTEN De verkooporganisaties van de I.H.C. moeten regelmatig worden uitgebreid en verbeterd, om steeds meer pijlen op onze boog te hebben voor het verkrijgen van op drachten uit het buitenland. Hoewel reeds heel veel landen door de I.H.C. bewerkt worden en vertegenwoor digers aldaar zijn aangesteld, moeten wij met onver moeide ijver, door persoonlijke bezoeken en door inten sieve reclame onze naam over de gehele wereld bekend maken. Speciale moeilijkheden levert dit op in de landen, waar een geheel andere mentaliteit heerst dan in Europa. Het Verre Oosten, met zijn grote verscheidenheid in gods dienst, levensopvatting en taal, geeft hierbij zijn eigen problemen. Bij voorkeur zoekt de I.H.C. in deze landen een agent die het land door-en-door kent en de taal spreekt. Zo heeft de I.H.C. in India als vertegenwoordiger een In dische firma. aangedaan. Al sloffende naar de „eetkamer" werden de muilen voor de deur neergezet en ging men op „kousen voeten" naar binnen. In de eetkamer" stonden ongeveer tien lage marmeren ronde tafeltjes met grote platte bladen en een kroes. Achter de tafeltjes een half rond kussen waarop men met gekruiste benen ging zitten. Het Indische (niet het Indonesische!) eten is geheel vegetarisch. Men begint met een soort pannekoekjes met langs de randen van het bord allerlei groenten op diverse wijzen tot balletjes, sliertjes, enz., klaar gemaakt. Men eet met de vingers van de linkerhand en het is verwon derlijk hoe men met deze ene hand een stukje van de pannekoek afneemt en hierin de groente wikkelt, om daarna het geheel in zijn mond te stoppen. Interessant om eens mee te maken, maar een Hollandse boterham is lekkerder! Na het eten liet men ons een ander vertrek zien, waar een geweldig kussen van ongeveer 3 bij 3 meter op de grond lag. Na de maaltijd legt men zich hierop plat neer om een goede spijsvertering te bevorderen. Grenzend aan India heeft men het Mohammedaanse Pakistan, dat op het ogenblik in zeer grote politieke en godsdienstige moeilijkheden met India leeft. Een vertegenwoordiger die zelf Mohammedaan is, kan nooit tegelijk vertegenwoordiger zijn of autoriteiten be zoeken in streken waar Hindoes leven. In India, dat in 1947 zelfbestuur kreeg, zijn nog vele Engelsen in de hogere betrekkingen van de havenbesturen, fabrieken, enz., hoewel deze meer en meer door Indiërs worden vervangen. Het spreekt wel bijna vanzelf dat in de tijd, dat India nog een Britse Kolonie was, al het baggermateriaal voor de havens door Engelse firma's werd geleverd. Het is dan ook voor de I.H.C. een grote voldoening dat zij voor het eerst een order voor de haven van Calcutta voor een India (een gedeelte van het voormalige Brits-Indië), heeft een bevolking van 337.000.000 mensen (Nederland 10.000.000) en een oppervlakte van 1.246.800 vierkante mijlen. (Nederland ongeveer 12.874 vierkante mijlen.) De vier grootste handelscentra zijn Calcutta, Bombay, Madras en New Delhi, welke elk een bevolking hebben van 1.5 tot 4 millioen inwoners. De voornaamste havens zijn Calcutta, Bombay en Ma dras, welke alle zeer ver uit elkaar liggen en dus niet gemakkelijk te bereiken zijn. Dit is echter niet de enige moeilijkheid! Er is een hemelsbreed verschil tussen de bevolking uit de verschillende provincies. De Bengalees, de Madrasser, de Bombayer, enzzijn mensen van geheel verschillende instelling. De bevolking is verder ingedeeld in verschillende „kas ten", afhankelijk van geboorte, ontwikkeling, enz., die hun positie in de maatschappij bepalen. Deze kasten zijn streng van elkaar gescheiden en mogen dikwijls geen contact met elkaar hebben. Tenslotte is er het ver schil in godsdienst, van Mohammedanen en Hindoes, die ook vaak in fanatieke vijandschap tegenover elkaar staan. De levenswijze van de Indiër wijkt ook verder heel sterk af van de onze. Als voorbeeld moge dienen hoe de maaltijd bij een hooggeplaatste Indiër wordt gebruikt. Toen schrijver dezes in de kamer van een Indiër, voor het aan tafel gaan zat te praten, werden hem door een Indische bediende de schoenen uitgetrokken en houten muiltjes (net groot genoeg voor een jongen van 10 jaar)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Het Zeskant | 1950 | | pagina 2